47e EDITIE / 29e KEER IN LANDGRAAF
2016 Updated 22 juni 2018
Datum: 10 t/m 12 juni 2016
Acts: zie programma  Info voor Landgraaf bezoekers

Locatie: Megaland Landgraaf

Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 195,00. losse dagkaart kost € 95,00 (v.v. prijzen incl. € 5,00 servicekosten). De start van de voorverkoop staat gepland op zaterdag 20 februari 2016. o.v.
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, koop je kaartje in ieder geval NIET hier.
Buro Pinkpop steunt de strijd tegen het doorverkopen van kaarten tegen woekerprijzen via de actie: weet waar je koopt. Toch opgelicht, meldt dit hier

Weer: overwegend droog en warm
Toeschouwers: 67.000 totaal

Presentatie: Giel Beelen, Eric Corton

BELANGRIJKE OPROEP:
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten,
en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!

Recencies zaterdag  Recencies zondag  Krantenartikelen  Statistieken  Veel online videoclips  Veel foto's  Pinkpop foto's  Zaterdag foto's  NPO Cultura  Setlists



Storksky
Hoe zat het ook al weer? Nu of Nooit is de Limburgse bandwedstrijd waarmee je je kunt verzekeren van de openingsspot van Pinkpop. Elke keer weer is het sympathiek en zelfs een beetje ontroerend om te zien hoe piepjonge muzikanten, nog nat achter de oren, voor het eerst op dat podium staan. Ook bij Storksky, het alias van Michiel Claessen. In z'n eentje maakt hij melodieuze hardrock in navolging van vooral Queens of the Stone Age, en daarna ook Muse en Royal Blood. Voor zijn debuut-EP riep Claessen de hulp in van drummers Mario Goossens (Triggerfinger) en Tim van Delft (De Staat). Vandaag staat hij echter met een wat onbekendere slagwerker op het podium: Roy Moonen van The Mad Trist (kennen we die nog?). Moonen is weliswaar niet zo'n genadeloze drummer als Goossens of Van Delft, maar hij roffelt wel degelijk venijnig op zijn kit.

Het nummer: Vermoeiend is het wel, elke keer weer een jonge rockband die zo opzichtig naar Songs for the Deaf heeft geluisterd. 'Lost a Friend' van Storksky is een wel erg opzichtige kloon van de grootste hit van Queens of the Stone Age, van het couplet-riffje tot aan de drumfills aan toe. Nee, dan is single 'Saboteur aanzienlijk sterker en met meer eigen smoel. Claessen heeft een aangename stem die af en toe soepel de hoogte in schiet, en het refrein heeft een sterke hook: 'You’re running out of time.'

Het moment: Dat nummer zit slim halverwege de set gestopt, met de grootste verrassing van de show: daar wordt Mario Goossens van Triggerfinger met een brede grijns het podium op gerold. Het is heerlijk om te zien hoe hij laconiek op z'n kit gaat staan om het publiek op te zwepen. Tijdens 'Saboteur' zelf houdt Goossens zich nog in, maar achteraf gaan hij en de vaste drummer een nogal excessief drumduel aan dat net iets te lang doorgaat (zoals een drumsolo betaamt).

Het publiek: Na eerste liedje loopt Claessen al brutaal weg bij de mic om vooraan op het randje van het podium te gaan staan, zijn armen in de lucht te gooien en het applaus over zich heen te laten komen. Een beetje onwennig nog, maar het werkt wel. En wanneer de stroom richting het einde van de show even uitvalt, krijgen we spontaan een tweede drumsolo. Het al vroeg toegestroomde publiek smult ervan.
Wat verder opviel: Eigenlijk had Storksky zich helemaal niet mogen inschrijven voor Nu of Nooit, aangezien Claessen al te lang niet meer in Limburg woont. Vandaar dat hij juist de Limburgse Roy Moonen als vaste drummer vroeg. Een beetje valsspelen wellicht, maar waarom ook niet: dit is de sterkste Nu of Nooit-winnaar in jaren.

Het oordeel: Major Tom, Christopher Green, SAT2D: wie kent ze nog? Bij zoveel bands blijkt het winnen van Nu of Nooit het uiteindelijke hoogtepunt in en de doodssteek van de carrière. De sound van Storksky is in ieder geval al veelbelovend, dus als hij nog iets meer eigen smoel krijgt, zou Pinkpop voor hem zomaar een slim opstapje kunnen zijn. De manager van Birth of Joy en boekingskantoor Friendly Fire stapten in ieder geval al in. Wie weet zien we de band over een jaar of drie wel weer terug in Landgraaf, maar dan zonder valsspelen.
Bron:
VPRO door Timo Pisart / Video: Jean Wertz



Gary Clark Jr.
Gary Clark Jr komt uit Texas. Austin, om precies te zijn. Een stad met een flinke muzikale geschiedenis. Het is dan weinig verwonderlijk dat Clark zelf ook flink naar het verleden kijkt. Zijn klassieke bluesrock is doorspekt met referenties naar de jaren zestig en zeventig. Hij won er al eens een Grammy mee, deelde het podium met een gigant als Eric Clapton en neemt tegelijk ook op met iemand als Alicia Keys. Vandaag doet hij het in zijn eentje, geholpen door zijn band. Het nummer: Praktisch elk nummer draait om de solo die er gaat komen. Dat weet je al vanaf het moment dat Clark ontspannen het podium opstapt, zijn gitaar omhangt en goedkeurend naar het instrument omlaag kijkt. Maar van alle solo's is het die bij 'When My Train Pulls In' die echt indruk maakt. Het origineel duurt al een goede zeven minuten, maar hier rekt hij het nog even uit tot ruim twaalf. Door, door en maar door. Zonder dat het overkomt als nodeloos spierballen rollen, de valkuil waar nogal wat andere bluesgitaristen invallen.

Het moment: Die ene solo bij dat ene nummer. Of toch die andere. Nee, toch die erna. Eerlijk is eerlijk, een paar nummers op weg in de show begint het allemaal wel aardig op elkaar te lijken. Uiteindelijk vormt het nummer met zang telkens weer een intro voor een steengoede solo. Binnen de lijntjes van bluessolo's weet Clark telkens weer andere hoeken te verkennen, afwisseling aan te brengen en het zo toch weer interessant te houden. Een klein beetje funk, een beetje psychedelisch, een klassieke hardrockriff. Knap.

Het publiek: Bluesrock is nou niet meteen het genre om luidkeels mee te zingen. Het grootste deel is immers instrumentaal. Dansen, hossen, crowdsurfen: nee, nee, en nee. Dat hoeft ook allemaal niet. Gewoon staan, af en toe elkaar aankijken als er weer zo'n gierende solo in komt en wat onhandig klappen met bier in de hand.

Het oordeel: Als je niet van gigantisch gierende gitaarsolo's houdt, wordt het lastig. Als je niet van bovengemiddeld lange, brave bluesnummers houdt ook. Dan is dit concert net zo vervelend als wanneer je de voorgaande zinnen leest en woedeaanvallen krijgt van slechte alliteraties. Kan je dat allemaal aan, dan is het gewoon goed. Als je zulke solo's zo ontspannen brengt als Clark, dan mag je nummers best minutenlang rekken. Helemaal als je daarmee kunt verbloemen dat de nummers zelf lang niet zo sterk zijn.
Bron:
VPRO door Ralph-Hermen Huiskamp / Video: Frietmayo



The Common Linnets
Onze gewoonte om ineens goeie countryliedjes naar het Songfestival te sturen werd dit jaar voortgezet met Douwe Bob en 'Slow Down', maar begon natuurlijk twee jaar geleden. Ilse de Lange en Waylon kwamen met hun melancholieke ballade 'Calm After The Storm' een stuk hoger dan Douwe Bob dit jaar: ze bereikten een mooie tweede plek. Waar Waylon is weet nog steeds niemand, maar met De Lange en gitarist JB Meijers aan het roer zijn The Common Linnets in goede handen. Ook in de nieuwe bezetting hebben The Common Linnets inmiddels een album uit, simplelweg II getiteld.

Het nummer: 'Calm After The Storm' natuurlijk, nog altijd met afstand de beste song van de band. Maar het moet gezegd, een songfestivalhit is nog niet meteen een anthem op een festival als dit. Ilse de Lange vraagt van tevoren of het hele publiek één groot koor wil zijn, maar het grote meezingmoment later in het nummer krijgt maar een lauwe respons. Het is dan ook heel wat kalere song dan zo'n beetje alle mid-tempo-songs tijdens de rest van de show, eigenlijk meer een rustmoment.

Het moment: Bij gebrek aan Waylon krijgen de andere bandleden een stuk meer ruimte. Jake Etheridge – een muzikant die echt uit Nashville komt! – wordt door Ilse geïntroduceerd in het Engels en zingt zijn langzame ballade 'Soho Waltz' van de tweede Common Linnets-plaat, voor zo vroeg in de set een beetje een afhaakmoment. JB Meijers staat natuurlijk in de schijnwerpers tijdens 'Calm After The Storm', maar ook derde man Matthew Crosby (ook een Amerikaan) zingt twee duetten met Ilse. Die combinatie werkt misschien nog wel het best.

Het publiek: ... klapt gedwee mee, maar is nog niet te vermurwen voor veel andere gekkigheid. Een man in het voorste vak, die aan zijn shirt te zien eerder deze week nog bij Iron Maiden stond, gaat echter vanaf het allereerste moment he-le-maal uit zijn dak. De cameravrouw tussen de barriers maakt er dankbaar gebruik van.

Het oordeel: The Common Linnets is een geoliede country-machine en heeft daar terecht internationaal succes mee op de radio, niet in het minst in bakermat Nashville. Eigenlijk voldoen bijna alle liedjes aan hetzelfde principe: mid-tempo, een grootse snik in het refrein en een lekker vol geluid door de in totaal vier gitaristen. Interessanter wordt het als de band meer roots toevoegt door gebruik van banjo, mandoline en/of steelgitaar, zoals in ‘Days Of Endless Time’. Maar zelfs dan is het bij The Common Linnets safety first, een chauffeur die precies in het midden van de wegmarkering blijft en continu één oog op de snelheidsmeter houdt. Een sterke Nashville-show is het resultaat, die alleen iets afwijkends, iets onverwachts mist. Een vrouw met een baard, zoiets.
Bron:
VPRO door Sjoerd Huismans / Video: Digster Live



The Struts
Bron:
... 10 juni 2016 door / Video:


Lukas Graham
Graham doet sinds dit jaar heel erg goed bij een groot publiek, want die hit '7 Years' was werkelijk op ieder radiostation te horen. Misschien zelfs wel iets vaker dan je lief is, maar dat is een kwestie van smaak. Want velen krijgen er maar geen genoeg van. Hoewel de band al sinds 2011 bestaat, in 2013 op Noorderslag stond en al drie albums uit heeft, gaat het na hun hit pas echt hard. Maar zorgt die radiohit ook voor een onvergetelijke show op Pinkpop?

Het nummer: Als we het over Lukas Graham hebben, dan hebben we het, tot nu toe, voornamelijk over '7 Years'. Toch gaat het bij het nummer 'Take The World By Storm' echt los. De Deen heeft een slimme manier van zijn nummer aankondigen. Met een flink nonchalante houding praat hij de liedjes aan elkaar. Zijn manier van interactie zoeken werkt perfect bij het publiek. Eerst vertelt hij een kort verhaaltje over zijn leven (het gaat veel over zijn overleden vader). Dan start het emotionele piano-intro en bij het refrein knallen de bassist en drummer er vol in. Tijdens 'Take The World By Storm' komt het allemaal samen: de groove, zijn geweldig heldere stemgeluid en de honger om het publiek finaal in te pakken.

Het moment: Het laatste nummer lijkt gespeeld, de band wandelt het podium af en de hele tent wordt gevuld met een ruis aan gillende vrouwenstemmen. Waar blijft '7 Years'? Het is toch niet waar? Want eerlijk is eerlijk: iedereen is toch eigenlijk gekomen voor die ene plaat uit het reportoire. Uiteraard komt Graham na een paar minuten terug, pakt een biertje en drinkt het in een teug leeg. Een voor een roept hij de bandleden het podium weer op en is het moment toch echt daar. Het hitje, het moment! Gretig zingt iedereen in de tent van voor tot achter mee. Plots krijgt dat nummer, waarmee je de afgelopen tijd werd doodgegooid, in een live-setting een indrukwekkend nieuw leven.

Wat verder opviel: De jonge dames die recht voor zijn neus staan, zwijmelen langzaam weg bij het zien van de Graham en de bandleden. Als hij na het zevende nummer zijn shirt van zijn lijf rukt, klinkt er uiteraard wat gejoel vanaf de voorste rij. Ondertussen ontdoet de drummer zich ook van zijn shirt, maar de bezwete bassist blijft achter. 'De drummer heeft een strak lijf, dan heb je hier de bierbuik,' vertelt de zanger lachend. 'Maar willen jullie echt een goed lijf zien', schreeuwt hij richting het publiek. Jazeker, dat willen de dames in de tent wel! Zo wordt ook de bassist gedwongen. Hysterie en gillende meisjes. Vanaf nu kan Graham eigenlijk niets meer verkeerd doen.

Het publiek: Drukker dan dit kan het toch echt niet worden in deze tent. De echte fans van de Red Hot Chili Peppers zijn buiten blijven staan, maar het is duidelijk dat iedereen Graham graag een keer live in actie wil zien. Hoe dichter je bij het podium komt, hoe jonger de leeftijd wordt. Want het zijn toch vooral de jonge dames die wel warm lopen voor de emotionele teksten en blote basten voor hen op het podium.

Het oordeel: Lukas Graham is een overtuigende muzikant en bovenal een rasentertainer. Samen met zijn band heeft de Deen de perfecte balans gevonden tussen een show bouwen, die soms ietwat cheesy overkomt, zonder daarbij de vaart te verliezen. Graham spreekt zijn publiek toe over zijn bandleden en, op een oprechte en eerlijke manier, over zijn overleden vader. Geen uit-de-hoogte-rockster, maar een sympathieke jongeman die overduidelijk gaat voor een perfect optreden. Daarnaast laat Lukas Graham aan zijn fans zien dat hij veel meer is dan die ene hit. Een dertienjarig meisje uit roept in het oor van haar vriendin: 'Dat je zo knap kunt zijn en dan zo goed dat instrument kunt bespelen.' Ze heeft het over de saxofonist. Er gaat een hele nieuwe wereld voor haar open vanavond.
Bron:
VPRO 10 juni 2016 door Flip Kloet / Video: Jean Wertz



Years & Years
Het is hard gegaan met Years & Years. Op Eurosonic 2015 speelden ze nog in Simplon, terwijl de spreekwoordelijke buzz toen al op zijn hoogtepunt was. De jonge band, die gelikte popsongs met invloeden uit R&B en UK Garage speelt, was toen immers net door de BBC uitverkozen tot Sound of 2015. Niet dat het daarna ophield. Van Paradiso naar de 3FM Stage op Pinkpop, Years & Years lijkt niet te stoppen.

Het nummer: Years & Years heeft wel een stuk of vijf songs die in aanmerking komen, maar de échte hits worden keurig tot op het laatst bewaard. Het catchy intro van 'Desire' wordt meteen meegezongen en de tropische beat in het refrein doet wat-ie moet doen: voor het podium wordt uitbundig gedanst. 'King' gaat daar als afsluiter nog eens overheen. Die track heeft alles wat een ware festivalhit moet hebben, met een refrein dat gemakkelijk een heel veld overrompelt.

Het moment: Years & Years heeft natuurlijk pas één album uit, en dus zijn er nog maar weinig songs om uit te kiezen. Een b-kantje ('I Want to Love'), een nieuw nummer ('See Me Now', fijne song met disco-vibe) brengen uitkomst. Maar ook is een leuke gimmick bedacht: een (soort) mash-up van Katy Perry's 'Dark Horse' en Drake's 'Hotline Bling'. Strategisch halverwege de set geplaatst.
Wat verder opviel: Olly Alexander (ooit begonnen als acteur) staat al anderhalf jaar bekend als niet de allerbeste zanger op aarde. De laatste tijd neemt Years & Years dan ook twee achtergrondzangeressen mee (héél hard in de mix) die vaak de hele basismelodie zingen, zodat die in elk geval goed staat en Alexander vrijuit zijn gang kan gaan. Maar ook is het een show-element: geregeld voegt de frontman zich bij de twee voor een dansje, tot gejuich van het publiek.

Het publiek: Achteraan staat de massa er wat loom bij, maar dichterbij het podium gaan de mensen bij dit podium (jong, relatief veel vrouwen) al snel om. Olly Alexander maakt handig gebruik van de frontstage en vergeet ook niet af en toe helemaal uiterst links en rechts van het podium zijn gezicht te laten zien. Wat publieksmennen betreft, heeft deze band het wel voor elkaar.

Het oordeel:...maar een vlekkeloos optreden is het zeker niet. De achtergrondzangeressen helpen Alexander weliswaar deels uit de brand, maar dat kan toch niet verbloemen wat een matige zanger hij is. Een wat slimmere geluidsmix had al kunnen helpen, want de zang staat ook nog eens heel hard. En dan begint toch op te vallen dat hij zich vaak zo bibberig door een ad-lib heen werkt dat-ie vanzelf wel een keer goed zit, maar meestal er finaal naast. Dat is zonde, want Alexander is zoals gezegd een charmante frontman en de band heeft nu al een boel goede, lichtvoetige popsongs: beetje 90’s, sentimenteel als het moet ('Eyes Shut') en bijna altijd dansbaar. Veel leuker dan bijvoorbeeld Bastille, dat even eerder speelde, maar dat maakt Years & Years live (nog) niet waar.
Bron:
VPRO door Sjoerd Huismans / Video: Jean Wertz



Bastille
Het Engelse Bastille maakt van die pop die het goed doet op de radio. Een heel, heel klein beetje dance, grootse drums (hey, hallo floor tom), en refreinen die jong en oud mee kunnen zingen. Ook bij de eerste keer luisteren. Twee jaar terug stonden ze al op het 3FM Stage, in de tussen tijd verkochten ze de HMH uit, stonden ze op Lowlands en komende zomer komen ze met een nieuw album. Logisch dat ze doorgegroeid zijn naar het hoofdpodium.

Het nummer: Nog steeds 'Pompeii' natuurlijk. Je kunt er alles van vinden, scheld gerust, maar dit is wel echt een gouden hit.
Wat verder opviel: Veel gepolijster dan Bastille krijg je het niet. Keurig één keer per week naar de kapper, lekker de kuif bijpunten, kekke zwarte pakjes precies zo weinig gewassen dat ze nog écht zwart zijn, puppy-ogen, elke dag de moeder en partner bellen. Gewoon hele lieve jongens waar weinig op valt aan te merken. Dat hebben ze zelf ook ingezien. Het moest een randje krijgen, iets rauws. Betonnen details dus. Een betonnen blokje waar de zanger op kan staan, een betonnen plateautje voor de drummer en ach kom, betonkleurige randen rond de led-schermen. Helemaal afgestyled en net zo rauw als een H&M-broek die je koopt met de gaten er al in.

Het publiek: Meisjes met tranen in de ogen en spandoekjes in de handen, jongens die alles kunnen meezingen en iets oudere mensen die zich verbazen over hoeveel ze ongemerkt van de band kennen. Bastille is ondertussen écht groot aan het worden in Nederland.

Het oordeel: Je zou haast denken dat er niks op Bastille is aan te merken. Aardige en knappe boys in semi-hippe pakjes, een catchy sound, ondertussen best wat hits op de setlist, wat woordjes Nederlands, een paar nieuwe nummers, ga zo maar door. Maar man, het is toch best dun allemaal he? Waar luisteren we nou eigenlijk naar? Wat is dit, en wat moeten we er mee? Je zou er echt bijna intrappen, maar het is toch echt te kleurloos om te beklijven. Zonder wrijving geen glans, het blijkt maar weer eens. Zat er maar een randje ergens, want Bastille glijdt zo soepel naar binnen, dat je het niet eens merkt. Schouders ophalen, en weer door. Helemaal niet erg, maar pop kan gelukkig ook veel meer zijn.
Bron:
VPRO 10 juni 2016 door Ralph-Hermen Huiskamp / Video: Pol Smeets



Sara Hartman
Bron:
... 10 juni 2016 door / Video:


Bear’s Den
De alternatieve rock van deze Londonse band past perfect op een festival als Pinkpop. Bear’s Den startte in 2012 met een Amerikaanse tour in hun Volkswagenbusje met Ben Howard, Nathaniel Rateliff en The Staves. Een avontuur waar overigens een super toffe docu over gemaakt is. Dat heeft ze goed gedaan, want sindsdien zijn ze op tour geweest met o.a. Mumford & Sons en Daughter. Op 22 juli komt het nieuwe album Red Earth & Pouring Rain uit, maar laten ze daar al een paar nummers van horen?

Het nummer: Natuurlijk! De band geeft halverwege de set een voorproefje van het nieuwe werk door het nummer 'Emerald' te spelen. Deze track, en de nieuwe single 'Auld Wives' die later nog werd gespeeld, doet vermoeden dat ze het iets ruiger aanpakken op de nieuwe plaat. Uiteraard blijft de folky signature behouden, maar de banjo blijft achterwegen en het klinkt het allemaal een stukje elektronischer. Voor de diehard fans een voorrecht om alvast wat meer te kunnen horen van het nieuwe album, maar het laat ook aan de andere bezoekers zien dat deze band in topvorm is.

Het moment: Hoewel ze bekend staat om hun overweldigende synthesizers en overstuurde gitaren lijkt het optreden niet op iedereen in de tent evenveel indruk te maken. Tot dat bekende nummer 'Above The Clouds Of Pompeii' wordt gespeeld. Het akoustische gitaarlijntje wordt binnen no time herkend en voor je het weet schreeuwt iedereen enthousiast richting het podium. Maar hé. Net als de bas zijn eerste noot inzet valt het geluid van de akoestische gitaar weg. 'Empty battery,' zegt frontman Andrew Davie bij het pakken van zijn elektrische gitaar. Niet dat het de band uit hun routine haalt, want iedereen blijft gewoon stug doorspelen. En voor je het weet, wordt de tent weer overvallen door een zee aan reverb en flanger.

Het publiek: De Brand Bier Stage staat echt een stuk minder vol dan tijdens het concert van voorganger Lukas Graham. Het is duidelijk te merken dat de muziek van Bear's Den niet bij iedereen even goed valt. Zeker in het begin zie je enigszins vragende blikken: wat is dit nu eigenlijk voor muziek? Ken ik dit? Kan ik hier op dansen? Nee, daarvoor zijn deze jongens niet uitgenodigd. Wellicht is dat ook wel de reden dat maar met korte vlagen los gaat. Zo tegen het begin van de avond aan hebben bezoekers wel behoefte aan een dansje of een meezinger. Telkens start de tent met meeklappen op de maat, maar helaas zorgt de langzame opbouw van de nummers ervoor dat het enthousiasme niet echt wordt doorgezet.

Het oordeel: Uit volle borst meezingen zit er helaas niet in, hooguit een beetje neuriën. Ook voor een dansje leent deze show zich niet helemaal, maar daarvoor moet men maar even wachten op Major Lazor of Red Hot Chili Peppers. Een optreden van Bear's Den betekent simpelweg luisteren en genieten. De band is niet gemaakt om een interactieve show neer te zetten. Even lijkt het tij te keren. De gitarist gebaart richting het publiek dat ze best mee kunnen klappen. Om vervolgens de interactie te laten verslappen en het publiek het er ook maar bij laat zitten. Muzikaal gezien kan er echt helemaal niets op aangemerkt worden. Je moet dan maar op te koop toe nemen, dat er er weinig visueel vermaak is.

Bron:
VPRO 10 juni 2016 door onbekend / Video: 3FM Extra





Major Lazer
Het ging hem al een paar jaar voor de wind, maar sinds vorig jaar staat Diplo echt bovenaan de voedselketen van de popmuziek. Hij scoorde een hit met Justin Bieber en schreef met Beyoncé, maar had nog meer succes met zijn eigen project Major Lazer. Single 'Lean On' groeide uit tot een van de allergrootste hits op zowel de radio als de streamingdiensten. Diplo pioniert als het gaat om collaboratieve producties, waarbij zijn band met Nederlander Boaz van de Beatz illustratief is. En dan beheerst ie ook nog eens als geen ander de sociale media die de kids tof vinden. Dat is echt, echt heel indrukwekkend. Maar zijn de rockers van Pinkpop ook soepel genoeg in de heupen?

Het nummer: Dit is wat je krijgt bij Major Lazer: een supersnelle zap-show van dik een uur met alleen maar hits. De meeste van henzelf, een paar van anderen (Rihanna, Drake, Macklemore). Maar vooral: in moordend tempo. Je zou kunnen zeggen dat Major Lazer hier aan geen enkel nummer echt recht doet. Geen track mag voluit bloeien, steeds wordt doorgeschakeld naar iets nieuws. Van de hak op de tak is het, van confettikanon naar wulpse danseres. Maar daarmee ga je aan het wezen van het soundsystem voorbij. Want zo begon Major Lazer ooit, als een soort kruising tussen Jamaicaanse dancehall, hiphop, pop en westerse dance, met de vibe van een illegaal feest op de hoek van de straat. Een mengeling die vorm kreeg door Diplo's roots in Florida, waar alle straatculturen van Amerika samenvloeiden met die van het Caribisch gebied, Zuid-Amerika en de rest van de wereld. In hun live-set doet Diplo dat in extremo: alles door elkaar, zappen voor het saai wordt. Het grote hoogtepunt moet natuurlijk afsluiter 'Lean On' zijn, maar dat valt toch een beetje in het water omdat een derde van het publiek dan al zenuwachtig is gaan lopen om op tijd bij de Peppers te zijn. En zo was met terugwerkende kracht 'Watch Out For This (Bumaye)' het hoogtepunt van de set.

Het moment: Major Lazer bestaat naast Diplo uit dj Jillionaire en hypeman Walshy Fire en een aantal schaars geklede danseressen, die alles bij elkaar een geoliede machine vormen. Ze geven elkaar op een heel natuurlijke manier rugdekking. Zo kleden ze zich telkens weer om zonder dat je er erg in hebt, van wit naar zwart naar wit, vliegt er de hele tijd van alles in het rond en schuift het podium en het led-scherm de hele tijd in en uit. Wat dat betreft is Major Lazer geknipt voor een generatie muziekliefhebbers zonder geduld. Op elk willekeurig moment kun je met een Snapchatje voor serieuze FOMO zorgen bij de thuisblijvers. Werkelijk geen minuut is hetzelfde, en door al die extra’s voelt het toch als een live-optreden, wat natuurlijk goed is voor de waardering. Al geldt net als bij het vorige kopje dat er door die overdaad aan zinnenprikkelende tierelantijntjes niet echt iets bovenuit springt. Het is voortdurend vermakelijk, maar waar ga je straks thuis over vertellen? Dat je met tienduizend mensen een vredesteken in de lucht maakte?

Wat verder opviel: Het gerucht ging dat Mr Polska weer een gastoptreden zou doen, net als afgelopen zomer op Lowlands, maar dat was niet zo.

Het publiek: Vorig jaar stond hier op dit podium Avicii, een van de grootste EDM-dj’s van de wereld. Zijn set viel ongelofelijk tegen, vooral door de apathische aanwezigheid van de Zweed zelf, maar ook door zijn matige setopbouw. Waar vorig jaar de meeste Pinkpopbezoekers dan ook de aap uit de boom keken, staat nu het veld tot ver van het podium te dansen. Mensen gaan op de schouders en shirts gaan uit. Maar ze rücksichtslos in de lucht gooien, zoals Diplo graag wil, dat gaat de nuchtere Limburger net te ver.

Het oordeel: De trouwe Major Lazer-volger weet inmiddels wel wat hij kan verwachten. De truc met de bal, de pistolen met T-shirts, het zijn vaste ingrediënten. Het enige dat echt veranderd is in de loop der jaren, is de muziek zelf: er zijn alleen maar hits bij gekomen, Major Lazer is nu groot genoeg geworden om ook het conservatieve Pinkpoppubliek in te pakken. En dat lukt ook. Het is niet zo’n overweldigende overwinning als die twee keer op Lowlands, waar werkelijk de hele tent met zijn shirt boven zijn hoofd stond te dansen. Dat neemt niet weg dat het indrukwekkend is om Diplo hier zijn leger aan te zien voeren. Wild en perfectionistisch, geroutineerd en toch vol rauwe energie. Laten we het als een verdienste zien, want dat is het: Major Lazer is vernieuwend, eigenwijs en super cliché tegelijk. Als je die balans weet vast te houden, ben je het type popster dat de boeken in gaat.
Bron:
VPRO 10 juni 2016 door Atze de Vrieze Video: Marco Plum


James Bay
Razend knap hoe James Bay binnen een jaar van een nobody naar popster die met groot gemak een heel festivalveld bespeelt is gegroeid. Hij won belangrijke muziekprijzen, heeft in moordend tempo de hele wereld rond kunnen touren. En dat allemaal met nog maar één album op zak, waarvoor hij vandaag een platina award kreeg uitgereikt vanwege de verkoop van 40.000 exemplaren. Chaos And The Calm staat vol ambachtelijke singer-songwritersongs die live met band een steviger arrangement meekrijgen. De show wordt voorzien van werkelijk alle classic trucs, van de gitaarsolo tot het meeklapmoment.
Het nummer: Met nog niet heel veel eigen materiaal tot zijn beschikking is het lastig om de spanningsboog goed vast te houden. Lekker gepland dus om 'Best Fake Smile' halverwege het concert te plaatsen. Het levert een boel vrolijke rondedansjes in het publiek op van blije vrouwen die hun wederhelft welhaast het bier uit de hand stoten.
Het moment: 'Jullie hoeven echt niet stil te worden als ik even mijn rug naar jullie toedraai hoor!' roept Bay cocky in de microfoon als we met z'n allen hem iets te weinig love naar zijn zin showen tussen de nummers door. Als een standbeeld staart hij semi-arrogant het publiek in. Hij kan het maken. Hij weet dat hij daarna de grote hit 'Hold Back The River' gaat inzetten, waarmee hij verzekerd is van weer een paar duizend meezingfilmpjes op social media.

Wat verder opviel: Even een trip down memory lane als James Bay vertelt dat hij al jaren bekend was met Pinkpop en de tradionele roze Amnesty-hoedjes. Hij heeft urenlang op YouTube optredens zitten bekijken van festivals als Coachella, Glastonbury en ook Pinkpop om de kunst af te kijken. En dat is gelukt. Op zijn uitstekend getimede commando laten we onze handjes zien, klappen mee en roepen van hey ho dat het een aard heeft.

Het publiek: In het voorste vak stikt het van de zenuwachtige Red Hot Chili Peppers-fans die alvast een goed plekje komen zoeken voor straks. De jongere Pinkpopbezoeker die niet speciaal voor de Peppers een kaartje heeft gekocht, staat op hetzelfde moment liever te hossen bij Major Lazer. Maar dat geeft wel goed veel wiegruimte voor de 35-plus-stelletjes die romantisch een vers Pinkpopfrietje kunnen wegwerken.
Het oordeel: James Bay is een extreem getalenteerde artiest die steeds gemakkelijker wordt op het podium en waarvan je nu al weet dat hij met zijn volgende album ook weer twee wereldhits gaat scoren. Maar misschien had hij ietsje minder moeten kijken op YouTube om de trucs te leren. Hij is zo onkreukbaar en gepolijst dat morgen niemand het nog over dit concert zal hebben.
Bron:
VPRO door Atze de Vrieze / Video: James Bay Russia


One Ok Rock
De frontman draagt een zwart gescheurd designerhemdje, de bassist een gewaad waar een groot skelet op is gedrukt: in alles ziet One Ok Rock eruit als een moderne Amerikaanse emo-rockband in navolging van Linkin Park, Fallout Boy en Panic At The Disco. Maar dan Japans. Ze begonnen als als punkrockbandje dat in moerstaal zong, maar bewoog met elke plaat naar een commerciëler en internationaler geluid. Ze hebben al zeven platen uit, waarvan er in totaal een paar miljoen zijn verkocht, en vullen in het thuisland inmiddels stadions. Hier op Pinkpop worden ze weggemoffeld op het kliekjespodium: Stage 4. Maar ze spelen met het vuur in de ogen, springen begeesterd heen en weer en geven af en toe een flinke trap in de lucht.

Het nummer: 'When we met, the pain stood still.' Ja echt, dat is de openingsregel van slotnummer van de set: 'Wake Up Call'. De teksten van One Ok Rock zijn bijna erbarmelijk slecht, maar wat een goeie tune is dit. De combinatie van zware metalesque gitaren, synths en een catchy poprefrein is het een nummer dat ook van Fall Out Boy had kunnen zijn. Of nou ja, wel een b-kantje, waarschijnlijk.

Het moment: Al eerder, slim halverwege de set, nemen ze gas terug voor een emotionele stadionrockballad. De aderen in de hals van de zanger zwellen op van inspanning: 'Ooooooh ooooh woooow!' Nu doet al een goed deel van de tent mee, stel je eens voor hoe een stadion vol duizenden Japanners de longen uit het lijf krijst bij deze band?

Het publiek: Een eerste zaadje voor datzelfde succes is hier ook geplant: twee piepjonge alto's met hanenkammen staan behoorlijk te headbangen, een paar meisjes verderop dragen zowaar One Ok Rock-shirts en een flinke handvol kids zingt zelfs alles woord voor woord mee. Op een gegeven moment ontstaat er zelfs een bescheiden circle pit en dartelen crowdsurfers euforisch over het publiek. Wie had gedacht dat zo'n hier nog onbekende Japanse band de tent zo zou inpakken? Het oordeel: Gek is het niet: de sound van One Ok Rock is supergelikt en bijna te geschikt voor de Amerikaanse en Europese markt. Maar hebben we niet al honderden van dit soort bands? De groep klinkt als een kopie van een kopie van een kopie, waarbij alle originaliteit zoek is. En dan ook nog eens in een samengeraapt mengelmoesje van stijlen: hier een metalrammer, daar een stadionrockanthem, eerst een intieme pianoballad en dan zelfs een reggaeloopje. Soms zelfs in hetzelfde liedje. One Ok Rock rockt af en toe bijzonder hard, maar smaakt toch een beetje als een sushitent waar je naast sashimi ook hamburgers en pannenkoeken voorgeschoteld krijgt. Bah bah.
Bron:
VPRO 10 juni 2016 door Timo Pisart / Video:


De Staat
Wat een weg heeft De Staat afgelegd, hè? Zes jaar geleden brachten de mannen uit Nijmegen debuutalbum Wait for Evolution uit, een eigenzinnige rockplaat met gekke gitaarlijntjes en fantastische songs. Rond dat album stonden ze voor het eerst op Pinkpop, met een show waar je gezellig inhaakte met je buurman om uit volle borst The Fantastic Journey of the Underground Man mee te brullen. Hun tweede show in Landgraaf was een wat taaie, als opener van het hoofdpodium, maar wel met die indrukwekkende en memorabele machine op het podium. En nu zijn Torre Florim en de zijnen er weer met vierde album O onder de arm, en wat zijn ze gegroeid. Allereerst die stage-setup: grote op maat gemaakte lichtbakken aan de zijkanten, een giga-LED-scherm met visuals die op zichzelf staand wellicht niet overeind blijven maar de show perfect ondersteunen. Dan weer een O met wolkjes, dan weer een O in zwart-wit, dan weer een O die heen en weer schiet. Ja, die O komt nogal veel terug in de show. Dan het geluid: nog dikker en voller dan voorheen, met grommend lage riffs en die malle synthesizerpartijen van Rocco Hueting, die op dat laatste album nog meer nadruk hebben gekregen. Dan frontman Torre Florim, die meer dan ooit met een vanzelfsprekende bravoure en speelsheid op het podium staat. Wanneer het wat log dreigt te worden - en dat gebeurt nogal eens - houdt hij het behapbaar met gortdroge humor en die komische houterig-funky dansjes. Het is een aardige, grappige gast die je vriendelijk groet als je ‘m in de supermarkt zou tegenkomen. Op het podium heeft ie ook die kanten, maar op de juiste momenten vouwt zijn gezicht zich in een sardonische grijns. Fantastisch hoe hij een Bono-momentje neemt tijdens 'Help Yourself': hij pakt een handycam en mikt op zijn duivelse hoofd, dat steeds zweteriger en woester kijkt. Dat hoofd wordt vervolgens gigantisch groot op het scherm achter hem geprojecteerd. ‘You’ve gotta help yourself!

Het nummer: Als nummer is het grappig genoeg 'Make The Call, Leave It All' dat het meest opvalt: qua sound juist een van de luchtigere nummers, maar een prettige afwisseling in de set na al die zwaardere en wat lompe riffs. Het heeft een geinig refreintje dat er in kopstem uit wordt geperst en een funky solo.

Het moment: Dan begint de tijd te dringen: ze lijken nog maar tijd te hebben voor één liedje, en spelen dan Input Source Select, overigens niet als hommage naar de Beastie Boys die zo succesvol werd, maar het wat zwaardere origineel. Zouden ze Witch Doctor overslaan? De fantastische videoclip ging al gauw de wereld over (zelfs Tommy Lee is fan), en iedere show werd een re-enactment van die kolkende mensenmassa. Het zou De Staat vergeven zijn als ze hem hadden geschrapt, bang om in een gimmick te vervallen. Maar ze doen hem toch, na Input Source Select klautert Torre Florim de barrier over en gaat hij in het midden van de tent staan. Na ‘m al die keren op social media langs te zien komen is het onverwacht nóg indrukwekkender om middenin die draaikolk terecht te komen. Voor en achter me beginnen mensen te duwen, brede zweterige gasten van een goeie 2 meter, maar ook kleine meisjes die hier hun festivalontmaagding lijken te beleven. Al gauw kun je bijna niet anders dan je laten meevoeren in die kolkende vleesmassa, hopend dat je niet omvalt (want zou je dan worden vertrappeld?) en het allemaal niet te lang duurt. Doodeng en indrukwekkend tegelijk.

Het publiek: Dat is het dampende slotstuk van de show, waar iedereen definitief om gaat, maar al tien minuten voordat de show überhaupt begint is de tent tot de nok toe gevuld. De riff van opener Peptalk wordt al meegebruld alsof het Chelsea Dagger is, of die riff uit Seven Nation Army. En zo wordt nog een handvol nummers ontvangen met het enthousiasme van een stel euforische hooligans.

Het oordeel: Opmerkelijk dat er geen werk van het debuutalbum wordt gespeeld (dat juist vol staat van de meebrullers, waar deze set er goed twee van had kunnen gebruiken) en óók geen 'Devil’s Blood', die ingetogen hit die een toenadering bleek naar het bredere publiek. Zelfs zonder is dit een van de beste festivalshows die De Staat vooralsnog deed. Tijd voor die show in de HMH, dus, ze zijn er helemaal klaar voor. En mogen we daarna dromen van een 'Witch Doctor' in het NEC-stadion?
Bron:
VPRO door Timo Pisart / Video: TLImusic


Red Hot Chili Peppers
Red Hot Chili Peppers (RHCP) loopt iets te lang mee om kort samen te vatten, maar toch een poging. Na in de jaren ’80 begonnen te zijn met een rauwe mix van punk, hiphop, funk en meer genres, brak de band in de jaren negentig definitief door met een toegankelijker rocksound. Die kwam voor een groot deel op het conto van gitarist en briljant songwriter John Frusciante. Hij heeft de band inmiddels voor de tweede keer verlaten. Een tijdje waren de Peppers duidelijk zoekende, maar nieuwe single 'Dark Necessities' klonk door toedoen van de producer Danger Mouse helemaal niet verkeerd. Kom maar op!

Het nummer: Geen 'Under The Bridge' vanavond in de toegift, wél het hartverscheurend mooie 'Soul To Squeeze'. Om onbegrijpelijke redenen is dat nummer een outtake van doorbraakplaat Blood Sugar Sex Magik - dat desondanks net als elk RHCP-album veel te lang is. Een popliedje zoals er zovelen zijn geschreven, over afkicken, je weg terug vinden, met jezelf in het reine komen. Maar als iemand dat geloofwaardig kan zingen, dan is het Anthony Kiedis wel.

Het moment: Hét moment hoort eigenlijk een nieuw liedje te zijn. De band speelt er vanavond drie. Naast het verrassend funkende 'We Turn Red' en het saaie titelnummer 'The Getaway' valt Dark Necessities' veruit het beste; een verademing vergeleken met de vorige plaat. Maar als er één moment bovenuit springt, dan is het een spaarzaam verrassend moment: het heerlijk chaotische oudje 'Nobody Weird Like Me'.

Wat verder opviel: Nieuwe gitarist Josh Klinghoffer is wat speelstijl betreft bijna een kopie van John Frusciante; sommige solo’s speelt hij noot-voor-noot hetzelfde. Een vrij onopvallende verschijning is het, achter zijn sluike lok. In de nieuwe nummers valt hij ook niet echt op. Je zou ook kunnen zeggen dat hij dienend speelt, in een band die dat wel een beetje nodig heeft.

Het publiek: RHCP is nu echt zo’n band die al zo lang succes heeft dat verschillende generaties er een heel andere betekenis aan hechten. Velen die hier vanavond staan zullen 'Soul to Squeeze' voor het eerst in hun leven horen. Dat Stadium Arcadium-werk kan wat schrijver dezes betreft achterwege gelaten worden, maar het moet gezegd: aan het begin van de set zijn er bijna geen songs die zó veel reactie krijgen als 'Snow (Hey Oh)'. Begrijpelijk dat die er nog tussenstaat dus. Ook speelt RHCP de enige goede song van dat (dubbel!)album: ballad 'Wet Sand', met Kiedis die misschien wel beter zingt dan ooit. Maar waarom de band zich dan nog aan dat vreselijke 'The Adventures of Rain Dance Maggie' waagt? Niemand bij zowel band als publiek lijkt er zin in te hebben. Maar verder valt bijna elk nummer bij in elk geval een deel van het publiek goed.

Het oordeel: Van de handstand van Flea tot de semi-spontane jams tot de flauwe grappen tussendoor (na een zo’n jam: "Dit is onze nieuwe hit, top 10 in Albanië!"): RHCP staat nog altijd met net zo veel plezier op het podium als 25 jaar geleden. Een beetje slordigheid hoort erbij. Zo doet Chad Smith rustig even zijn oortje goed waardoor hij een drumintro verprutst. Anthony Kiedis rent ineens om onduidelijke redenen naar de barrier, en heeft als hij terug is niet de adem meer om 'Californication' te doen - sowieso lijkt hij op driekwart van de show aan het eind van z'n latijn te zitten. Maar de lol op het podium is veel belangrijker bij deze vier. RHCP klinkt over het geheel een stuk gretiger dan 10 jaar geleden op Pinkpop. En dat stemt hoopvol.
Bron:
... 10 juni 2016 door Sjoerd Huismans / Video:


Skip & Die (dj-set) & Friends
Bron:
... 10 juni 2016 door / Video: