46e EDITIE / 28e KEER IN LANDGRAAF
2015 Updated 1 juni 2017
Datum: 12 t/m 14 juni 2015
Acts: zie programma  Info voor Landgraaf bezoekers

Locatie: Megaland Landgraaf / Kaart van gebied rond Pinkpop met afgezette gebieden, parkeerplaatsen en campings

Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 180,00. losse dagkaart kost € 95,00 (v.v. prijzen incl. € 5,00 servicekosten).
De start van de voorverkoop staat gepland op zaterdag 28 februari 2015. o.v.
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, Koop je kaartje in ieder geval NIET hier.
Buro Pinkpop steunt de strijd tegen het doorverkopen van kaarten tegen woekerprijzen via de actie: weet waar je koopt. Toch opgelicht, meldt dit hier

Weer: 't liefst heet, droog en zonnig
Toeschouwers: 70.000 totaal

Presentatie: Giel Beelen, Eric Corton en Marco Roelofs

BELANGRIJKE OPROEP:
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten,
en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om contact op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!

Recencies vrijdag  Recencies zaterdag  Krantenartikelen  Opwarmen  Statistieken  Veel online videoclips  Veel foto's  Pinkpop foto's  NPO Cultura  Setlists  Pinkpop App 2015


Festival verslag
Ja, Robbie Williams is - ook al blijken zijn vocale prestaties matig - een meesterentertainer, maar Frank Turner weet ondanks zijn minder bekende naam ook prima hoe hij een publiek aan zijn voeten kan krijgen. De punkachtige songs van de Britse singer-songwriter zitten vol hooks en hij speelt ze met dezelfde aanstekelijke energie als die van Bruce Springsteen. Turner blijkt een perfecte keuze voor de opening van de Main Stage op deze laatste Pinkpopdag. Een poging om in het Nederlands te zingen zorgt voor wat hilariteit in zijn set en de refreinen van onder meer Recovery en Glory Hallelujah krijg je de rest van de dag niet meer uit je hoofd. “There is no God”, klinkt het in die laatste. Waarschijnlijk is dat precies wat veel Pinkpopgangers dachten toen ze hoorden dat het optreden van Foo Fighters geannuleerd moest worden. Om het een beetje goed te maken, zet Turner nog even de Foos-hit Everlong in. Opnieuw een meesterzet van deze innemende folkpunkzanger. (door Dominique van der Geld)

Als naam is Foo Fighters natuurlijk zo goed als onvervangbaar op je festival, maar door Triggerfinger in te vliegen heeft Pinkpop in ieder geval toch nog eenzelfde portie hardrock op het hoofdpodium staan. Vanavond moeten de Belgen nog naar Groningen voor een optreden, maar de Main Stage sla je natuurlijk niet af. Het wordt een show zoals we die kennen van frontman Ruben Block en de zijnen: stoer gitaargegesel, uitgesponnen solo's en een drumsolo hier en daar. Triggerfinger maakt het zichzelf echter niet gemakkelijk door veel relatief onbekend werk te spelen. Het publiek gaat echter goed mee, dankzij het charisma van Block. En godsamme, wat een briljante gitarist is het ook. Triggerfinger blaast de teleurstelling van het afzeggen van de hoofdact vandaag redelijk weg. (door Paul Gersene)

Ja, daar prijkt je naar ineens bovenaan het Pinkpop-affiche. Door het afzeggen van Foo Fighters is Pharrell gepromoveerd tot afsluiter van de zondag. Niet dat de zanger/rapper daar zenuwachtig van wordt. Hem lijkt het sowieso allemaal niet veel te kunnen schelen, aangezien hij het publiek begroet met 'hello Amsterdam'. Ach, kan ons het wat schelen: als je zo veel hits gescoord hebt als deze meneer, kun je er de donder op zeggen dat je op een gegeven moment wat wereldvreemd wordt. En al die hits komen voorbij: van zijn recente krakers Happy en Lucky tot oud N.E.R.D.-werk en productiewerk als Drop It Like It's Hot van Snoop Dogg. Goed, het is allemaal wel erg gladjes en je hebt eerder het idee dat je naar een musical zit te kijken dan naar een optreden, maar op de weg naar huis zitten we toch weer met dat ene deuntje in ons hoofd. (door Paul Gersene)

Bron: lfl door Dominique van der Geld, Paul Gersen en Esmee de Gooyer


Urbanus & De Fanfaar
Van Tollembeek tot Pinkpop: "Dit is Urbanus met ballen"
Geen Foo Fighters op Pinkpop, wel Urbanus. De 'jeugdheld uit België' trakteerde het festival in een barstensvolle tent op stevige lolrock en liet de punker in zich de vrije loop. "Dave Grohl heeft afgebeld omdat hij zijn been heeft gebroken. Wat een mietje. Ik heb ook een nagel gebroken, maar ik sta hier wél."

"Onze pa komt direct, hij is zijn kiekens eten gaan geven. In zijn schoon kleren." Dochter en kersvers tourmanager Liesa draait lachend met de ogen. Het is 6.30 uur 's ochtends en op het erf van Urbanus in Tollembeek wemelt het van de drukte. Leden van De Fanfaar, de band waarmee Urbain de festivalzomer tegemoettreedt, laden de bus in. De komiek oogt ontspannen. De eerste grap is meteen een goeie. Iedereen lacht. Dit is een grote dag.

"Stress heb ik niet, nee", klinkt het even later aan de keukentafel bij een kop koffie. "Omdat ik voel dat ik in vorm ben. Het enige wat me kan overkomen, is dat de tent niet volloopt." Zijn ogen glinsteren. "Al ben ik wel dankbaar voor de uitnodiging. Ik heb wel eens met de Heideroosjes op Pinkpop en met Zita Swoon op Dranouter gespeeld, maar dit is toch iets anders. Die mannen van de Fanfaar gaan stévig. Dit is geen kleinkunstrock. Wel Urbanus met ballen."
Bron:
Het Laatste Nieuws 15 juni 2015 door redactie


Kitty, Daisy & Lewis
Het nummer: Halverwege de set warmt de familie gelukkig nog een beetje op. Daisy, in een zilverkleurige, met slangen gedecoreerde catsuit, is duidelijk de brutaalste van de drie. 'Het volgende nummer is voor alle vrouwen die sterk in hun schoenen moeten staan als ze uitgaan en klootzakken in hun kont knijpen.' 'Whenever You See Me' is een onbevreesd sixties-anthem, voortgedreven door een kwade, dreunende piano. Daisy wordt zelf ook een beetje boos. Dat vuur is van grote toegevoegde waarde voor de performance. Ze waagt zich zelfs aan een dansje, en ook haar bandleden komen wat meer los.

Het moment: De grote katalysator van dit collectieve opwarmen, zowel op het podium als in het publiek, is de opkomt van gastmuzikant Eddie Thornton. Thornton, beter bekend als 'Tan Tan', is een trompettist uit Jamaica die gespeeld heeft voor iedereen van Lee 'Scratch' Perry tot The Small Faces en Lily Allen tot The Beatles. Het is een beetje een eigenzinnige figuur: hij schreeuwt vol enthousiasme in de microfoon, roept meerdere malen een welgemeend 'I love you!' en beloont de reactie van het publiek met kusgeluidjes. Toch is hij stiekem een betere entertainer dan de rest van de band bij elkaar. Gelukkig laten Kitty, Daisy & Lewis zich door Tan Tan een beetje ontdooien.

Ook opmerkelijk: 'Wie heeft er allemaal geen actie in bed gezien gisteravond?' vraagt Daisy. Het publiek reageert nauwelijks. 'Durven jullie het soms niet te zeggen? Mij overkomt het best vaak. Het overkwam me zelfs gisteravond! Daar gaat het volgende nummer over, het heet "No Action".' Best ongemakkelijk als je met je ouders in een band zit.

Het publiek: Het trio komt op met jaren zeventig synthesizerhit 'Popcorn' als backing track, dus het oudere segment van het publiek krijgen ze direct mee. Ook de strakke glimmende pakjes van de zussen worden met gejoel ontvangen. Daarna blijkt echter dat het toch wel erg vroeg is. 'No sleeping! No sleeping!' roept Tan Tan, maar hoewel de toeschouwers het wel een paar keer proberen, dommelen ze telkens weer een beetje in. Dat draagt zeker bij aan de toch al enigszins aanwezige afstand tussen Kitty, Daisy & Lewis en het publiek.

Het oordeel: Kitty, Daisy & Lewis weten muzikaal best te vermaken op de vroege zondagmiddag. Alles steekt prima in elkaar en wordt strak maar enigszins futloos uitgevoerd. Sommige songs zijn wat gezapig, anderen onbekommerd catchy en dansbaar. Het komt vast beter tot z'n recht in een kleinere setting, waar ze misschien wat meer van die brutale kant durven laten zien. Vandaag was het met Kitty, Daisy & Lewis in elk geval prima wakker worden
Bron:
VPRO door Cécile van Wijnsberge


Frank Turner and the Sleeping Souls
Frank Turner was ooit zanger voor post-hardcoreband Million Dead, maar staat nu vooral bekend om zijn folkrockalbums als soloartiest. Zijn band kreeg een steeds grotere rol en is zich gaandeweg The Sleeping Souls gaan noemen. Vijf albums maakte hij er inmiddels mee. De laatste daarvan is breakup-plaat Tape Deck Heart, die twee jaar geleden uitkwam. De punk is nog altijd aanwezig in zijn muziek. Campfire Punkrock, zoals Turners eerste EP treffend heet. Met een scheut Springsteen.
Het nummer: Het venijn zit hem voor Frank Turner in de kop en in de staart: single 'Recovery' van zijn laatste plaat is een bekend nummer en zet als opener meteen de energieke toon voor de show. Turner schreeuwt zich onomwonden over zijn break-up heen, het komt allemaal goed! 'It's a long road up to recovery from here / A long way back to the light.' Op het laatst gaat het nog even los met het theatrale ‘Four Simple Words’, ook van Tape Deck Heart. Een soort punkversie van een Queen-song, met een kalme pianomelodie die ontaardt in een heftige punkrocksong. En weer terug. Turner zet zijn punk-ethos nog maar eens uiteen: ‘I want bands who had to work for their keep / Drove a thousand miles and played a show on no sleep / Sleeping on the floor at a stranger’s place / Hungry just to do it all again the next day!’
Het moment: 'Dankjewel! schreeuwt Turner na elk nummer. 'That’s the only Dutch I know,' excuseert hij zich halverwege de show. Het weerhoudt Turner er niet van om het eerste couplet van de song 'Eulogy' in het Nederlands te doen. Freddie Mercury wordt in de tekst vervangen door Herman Brood, het gaat ongeveer zo: ‘Niet iedereen wordt groot als Herman Brood. Ik ben een imperfect persoon geweest, ik heb mijn moeder niet trots gemaakt (…) Maar ik heb het in elk geval geprobeerd.' Leuker als je er bij was. Nog een momentje? De Foo Fighters-fans worden getroost met een klein stukje 'Everlong'. Het spijt Turner dat Grohl er vandaag niet bij is, maar de Engelsman wil wel even met overslaande stem zijn bewondering uitspreken: 'He finished the fucking show!'

Ook opmerkelijk: Frank Turner houdt precies bij hoeveel shows hij heeft gespeeld. Ter informatie: dit is de 1619e.
Het publiek: Frank Turner zet een energieke, opbeurende show neer en dat heeft direct zijn weerslag op het publiek. De bezoekers eten uit zijn hand, klappen mee, zwaaien mee, springen mee en zelfs een sit-down (de horror) is niet te veel gevraagd.
Het oordeel: Supersympathieke show met precies de goede dosis boerenrock om dit de perfecte Pinkpopzondagopener te maken. Zijn teksten zijn sociaal bewust, verhalend, maar nergens echt schokkend. 'There is no God, so clap your hands together', zingt hij sarcastisch in 'Glory Hallelujah'. Maar tegelijk heeft Turner zijn uiterste best gedaan om niemand écht te kwetsen. Het moet tenslotte wel een gezellige festivalshow blijven. In de twee laatste nummers werkt hij toe naar een conclusie: 'So tear down the stars now and take up your guitars,' schreeuwt Turner in 'Try This At Home'. Om daar even later in 'Four Simple Words' aan toe te voegen:
‘Somebody told me that music with guitars, Was going out of fashion and I had to laugh, This shit wasn't fashionable when I fell in love, If the hipsters move on, why should I give a fuck?’
Laat Frank Turner je er maar van overtuigen dat rock niet dood is. Althans niet in Landgraaf.
Bron:
VPRO door Sjoerd Huismans


The Deaf

Nick Mulvey
De dertigjarige Nick Mulvey heeft pas één album uit onder zijn eigen naam, maar tegelijkertijd heeft hij al een heel muzikaal leven achter zich. In jazzband Portico Quartet speelde hij de hang, een exotisch instrument dat eruit ziet als een enorme wok. Het viertal leerde elkaar kennen tijdens hun studie etnomusicologie. Mulvey kreeg na het tweede album echter solokriebels, en zo bracht hij vorig jaar zijn solodebuut First Mind. Zowel Portico Quartets eerste plaat als First Mind werden genomineerd voor de prestigieuze Britse Mercury Prize. Mulveys solowerk is echter een stuk toegankelijker dan de eclectische op wereldmuziek geïnspireerde jazz van zijn voormalige band. Begeleid door een vijfkoppige band inclusief twee strijkers weet hij de tent op de Pinkpopzondagmiddag ongeveer halfvol te trekken, wat een aardige prestatie is tegenover het grote feest dat zich ongetwijfeld afspeelt bij Typhoon op het andere podium.
Het nummer: Veel van Mulveys songs zijn gefocust op zijn akoestisch gitaarwerk. Hij tokkelt steeds herhalende, hypnotiserende motiefjes, en bouwt daar bedwelmende liedjes omheen. Heel soms schemert er wat van zijn kennis van niet-westerse muziek door de folky boventonen, zoals in het nummer 'Venus'. In zijn eindeloze gitaarloopje verwerkt Mulvey een beetje Latijns-Amerika. Vandaag krijgt het einde van het nummer een zwaarder, bijna psychedelisch rockend einde, heel anders dan op de plaat. Dat pakt bijzonder goed uit.

Het moment: Als laatste speelt Mulvey zijn nummer dat het dichtst bij een hit komt. Een klein golfje van herkenning gaat door de zaal, en 'Cucurucu' wordt door een aantal toeschouwers met gejuich ontvangen. Deze zomerse, lichthartige track wordt halverwege zelfs dansbaar en krijgt zonder afdwingen het hele publiek aan het meeklappen.
Het publiek: Mulvey heeft de tent best mee vandaag. De Brandtent loopt langzaam steeds ietsje voller, en het publiek is zeker geïnteresseerd in wat hij te bieden heeft. Toch merk je dat ze ook trek hebben in meer: telkens als er een dansbaar ritme te herkennen is, begint men te klappen en te bewegen, zoals bij het licht groovy 'Nitrous'. Mulveys grotendeels rustige muziek kan die energie niet optimaal benutten. Op de kalmste momenten hoor je de gesprekken door de tent zoemen. Toch is er voldoende aandacht voor nummers als het behoorlijk spannende 'April', dat klinkt als een tropische regenbui in het holst van de nacht. Dat blijkt andermaal aan het geanimeerde applaus dat Mulvey van zijn publiek krijgt.
Het oordeel: Het is bijna een verrassing dat Nick Mulvey het zo goed doet op deze editie van Pinkpop, die voornamelijk hinkt tussen toegankelijke mainstream pop en snoeiharde rock. Je zou denken dat de ingetogen Mulvey met zijn intrigerende folksongs daartussen totaal weg zou vallen, maar Pinkpop weet hem wel degelijk te vinden. En terecht, want hij zet echt wel iets goeds neer. Soms is het te kalm en te repetitief, maar vaak weet hij te boeien met onverwachte kronkels in bezwerende liedjes.
Bron:
VPRO door Cécile van Wijnsberge


Typhoon
Negen jaar geleden stond Typhoon ook op Pinkpop. Hij was nog een broekie, op sleeptouw genomen door zijn Zwolse vrienden Rico en Sticks. Die hadden met Opgezwolle's 'Eigen wereld' op dat moment net een hiphopklassieker uit, en Typhoon ging mee als protegé. 'Als ik hier ooit eens zelf zou kunnen optreden, dacht ik toen,' zegt hij nu op het podium. 'En nu zijn we hier.' Voor Typhoon is het de kroon op een goed jaar, waar we nauwelijks nog iets over hoeven te vertellen. Sinds Lobi da basi is het eeuwige talent Typhoon uitgegroeid tot een festivalhit, een awardwinnaar, een veteraan en de bovenste op het lijstje van iedere culturele projectleider die op zoek is naar een sociaal bewogen muzikant.
Het nummer: 'Zandloper' is het festival-anthem van het jaar. Ja Kensington, ook jullie steekt Typhoon met gemak voorbij. Die ijzersterke hook van de blazers, '7 Nation Army' waardig, wordt zoals altijd volledig uitgespeeld. Zo staat halverwege het nummer iedereen op het veld met zijn arm om die van zijn buurman, het leven te vieren. Oh, ook nog een buurman links die je niet kent? Komt er maar bij dan. En dan valt de hele band nog een keer in, met de laatste ontploffing tot gevolg. Op Lowlands pakte Typhoon nog uit door de oorspronkelijke Magere Hein André Manuel op te voeren, dit keer vervult Dries Bijlsma die rol. Hij is de hoeksteen van Lobi da basi, het album en de liveband. 'Pure vreugd is wa’k verschaf, kom met me dansen op mijn graf.'
Het moment: Tussen het feesten door neemt Typhoon ook veel tijd voor intiemere nummers. Opener 'Niets verwacht' is een verrassing, het hartverscheurende 'Surfen' een vast nummer op de setlist. 'Sta me toe' is een ontroerend nummer waarin Typhoon zijn vriendin vraagt op zichzelf te passen. Zichzelf niet voorbij te rennen in blinde ambitie en sociale-mediagekte. Een heel actueel onderwerp, en ondanks dat het in de basis wat zalvend is, brengt hij het toch met pit. Het hoogtepunt in dit segment van de show is 'Liefste', zijn huidige single en pijnlijkste nummer van het album. 'Het is ons grootste kutnummer,' zegt Typhoon erover. 'Een kutnummer, omdat het zo eerlijk is.' In 'Liefste' is de ontmanteling van de liefde die als een rode draad door het album loopt compleet. De wil is er nog wel, de kracht niet meer. 'Te bizar hoe ik de liefde door een trechter giet.' Bijzonder hoe al in de originele arrangementen dingen verstopt zitten die de intieme nummers op het podium volledig op laten bloeien. Het calypso-slot aan 'Hemel valt' bijvoorbeeld, maar zeker ook de zwierige blazers die 'Liefste' in de laatste seconden een onverwachte vlucht geven.

Ook opmerkelijk: Het succes van Typhoon doet in veel opzichten denken aan het gouden jaar van Kyteman’s Hiphoporkest. Ook hij had een bijzonder ruimdenkende benadering van hiphop, een grote band met klassemuzikanten en het geduld en het lef om op festivals uit te pakken. Nog meer dan een jaar geleden geeft Typhoon de muziek alle ruimte, met vooral in het eerste half uur veel nadruk op de Surinaamse vibe in het album. Het wordt daardoor wel minder compact, en hier en daar verliezen de muzikanten zichzelf soms even in wolligheid, maar Typhoon zet ze gelukkig wel steeds met beide benen op de grond.
Het publiek: Je zou denken dat wie Typhoon het afgelopen nog niet live zag onder een steen geleefd heeft. En toch is Pinkpop bij uitstek de plek waar de rapper nog nieuwe zieltjes kan winnen. Er zijn hier immers genoeg mensen die het niet per se allemaal op de voet volgen, en die na al die lovende verhalen nu wel eens willen zien hoe goed het nou is. Een Typhoon-show is bepaald niet vrijblijvend. Al bij het eerste nummer word je vriendelijk gedwongen mee te zingen. Het is geen hit, en toch snap je precies wat er van je verwacht wordt. Het uur zit vervolgens vol met ongedwongen slimmigheidjes om het publiek er nonstop bij te betrekken.
Het oordeel: Typhoon’s band is een sterke eenheid, die dingen probeert en in beweging blijft. De flow van IJswater bijvoorbeeld is heel anders dan eerder. Iets minder fel, aangepast aan het warme weer misschien. Dat werkt iets minder. Nou ja, prima, het was de poging waard. Veel vaker leiden de probeersels wel tot meerwaarde, en dat is een genot om naar te kijken. Typhoon is een apostel van de liefde, zelfkritisch en niet bang om soft gevonden te worden. De zegetocht is nog niet voorbij. 11 december stond al een show in de HMH gepland, daar komt er nog een bij op 12 december, onthult Typhoon aan het slot van zijn show.
Bron:
VPRO door Atze de Vrieze / Video: Phanthem0517


Triggerfinger
Triggerfinger krijgt liefde van Pinkpop
Ze moesten halsbrekende toeren uithalen om zondagmiddag in Landgraaf te kunnen zijn en vliegen direct daarna door naar Groningen voor een show die al gepland stond, maar dankzij Triggerfinger kreeg Pinkpop op de laatste dag toch de verwachte beukende gitaren. Pinkpop gaf de rockende zuiderburen daar een heleboel liefde voor terug.

Het Belgische rocktrio werd zaterdag last minute benaderd om het gat dat het gecancelde Foo Fighters in de programmering sloeg op te vullen. En dat vonden ze helemaal niet erg, zo bleek zondagmiddag. De invalact deed voor een stampvol veld niet onder voor de rest. Frontman Ruben Block: “Dames en heren, wij zijn Foo Fighters niet. Wij zijn Triggerfinger.” Waarop een daverend applaus opsteeg vanuit het publiek. “Dank u wel! Wij zijn heel blij om hier te zijn.” Block wenste vanaf het hoofdpodium zijn geblesseerde collega Dave Grohl een spoedig herstel toe.
Bron:
Nieuws.nl 14 juni 2015 door Novum / Video: 3voor12


De Antwerpse rockband Triggerfinger verkoopt in Nederland tegenwoordig de HMH uit. Twee jaar terug stonden ze al op Pinkpop op de 3FM Stage en vorig jaar knalden ze op Lowlands in de Alpha tent. Vorig jaar kwam hun vierde studioalbum By Absence Of The Sun uit, dat de eerste plaats in de Nederlandse albumlijst bereikte. Ironisch genoeg zijn ze nog het meest bekend van de grote hit 'I Follow Rivers', een akoestische cover bij Giel van een nummer van Lykke Li.
Het nummer: 'All This Dancin' Around', een prettig meezingcontrast in een verder met veel albumtracks doorspekte set. Vandaag compleet met gratis uitgebreide drumsolo.
Het moment: Zanger/gitarist Ruben Block blijft een showman waar je met genoegen naar kijkt. Steeds stijlvol en met de juiste mimiek, ook al gaat het jasje al na een kwartiertje uit - net even te warm vandaag. Klimt op de backline om drummer Mario Goossens met een brede grijns de nodige shine te geven tijdens diens drumsolo. Maar het mooiste moment is even daarvoor wanneer Block tijdens 'Camaro' zijn gitaar op de grond legt en deze Jimi Hendrix-style zittend temt. Supertof!
Het publiek: Nee, hoewel 3FM aanwezig is op het festival, zijn de koffiekopjes en theelepeltjes uit het keukentje van 3FM even niet meegekomen. Dus geen cover van 'I Will Follow' vanmiddag. Ook geen versie van Rod Stewart's 'Do Ya Think I’m Sexy' of een van hun toegankelijke rockers als 'Let It Ride'. Niets van dat alles, geen knieval voor het festivalpubliek. Gewoon onversneden rock. Dat is even slikken voor de hitjesliefhebbers, maar uiteindelijk is pure rock waar de mannen in excelleren.
Het oordeel: Je hebt eigenlijk geen moment het idee dat Triggerfinger niet vooraf op het affiche stond. Ze spelen vanmiddag een foutloos parcours. Verplicht voer voor iedereen op de rockacademie: kijk eens hoe je cum laude af kunt studeren. Het is heet vanmiddag op de vlakte die Pinkpop heet, en Triggerfinger levert daar de lome rock soundtrack voor. Toegegeven, minder hits per strekkende meter dan de Foo Fighters, maar minstens even cool.
Bron: VPRO door Menno Visser


Peace

Oscar and the Wolf
Hij is sexy, hij danst alsof er geen morgen is en hij is zo mysterieus als maar kan. Met alle respect voor de andere bandleden: frontman Max Colombie IS Oscar and the Wolf. Vorig jaar werd in thuisland Belgie de heldenstatus bereikt door met maar een album op zak de Lotto Arena uit te verkopen. Het Sportpaleis in Antwerpen (capaciteit: 20.000) volgt komende herfst. Nederland begint pas met de kennismaking met dit bezwerende synthpop-fenomeen, maar Oscar and the Wolf weet ook hier optreden na optreden meer zieltjes voor zich te winnen. Het is een wonderlijk melancholieke mix van indie R&B, pop en hier en daar een snufje electro, live gebracht met hier en daar een ander, steviger arrangement dan op de plaat.
Het nummer: Van Lowlands 2015, via Eurosonic naar Pinkpop en ongetwijfeld ook in de HMH aanstaande 13 november: het Oscar and the Wolf is anthem zonder meer 'Strange Entity'. Hoe kan het ook anders met de droeve lyrics 'I lost you, I miss you, I wanna hold you, so come back'. Colombie kijkt vanonder zijn wimpers alsof hij zijn hart vers gebroken heeft gekregen en danst zoals ieder meisje thuis weleens danst na een breakup. In zijn geval dan niet met een chocoladereep maar met een microfoon als danspartner.
Het moment: Halverwege de set wordt 'You’re Mine' gespeeld, origineel een single van de Belgische DJ Raving George. Zij en Colombie hebben dezelfde manager en raakten op die manier bevriend, waarna hij zijn stem leende. In de live versie zit een bijkans EDM style drop ingebouwd die je niet hoort in de radio-edit. Zelfs de meest houten hark komt daarvan in beweging.
Het publiek: Bij de start van het optreden staat het bomvol in de tent. Na drie nummers wordt een duidelijke scheiding gemaakt. Zij die de excentrieke verschijning en ingetogen bezwerende performance van Colombie niet begrijpen of kunnen waarderen, stappen maar weer eens op. Maar niet de meisjes. De meisjes blijven en zijn massaal in zijn ban.
Het oordeel: Max Colombie is een popster-in-wording. Een gigantische menigte managen zou voor hem geen enkel probleem moeten zijn, als hij maar vaker echt interactie met het publiek zou hebben. De zeldzame keren dat hij iets vraagt in de categorie 'dansen' of 'handen omhoog' krijgt hij direct massaal gehoor. Het publiek is duidelijk hongerig naar meer, zeker ook omdat Oscar and the Wolf met eigenlijk maar een halve hit een belangrijke middagspot op Pinkpop moet zien te vullen. De Gala-cover Freed From Desire doet de truc niet en dan is het uur dat ze de tijd hebben gekregen voor dit optreden eigenlijk te lang.
Bron:
VPRO door Roosmarijn Reijmer


Counting Crows
Amerikaanse melancholieke rock/songwriter-muziek rond dready misantroop Adam Duritz. Ooit nog aangezien voor redelijk alternatieve band met joekels van hits als 'Mr. Jones' en 'Round Here'. Duritz en co. bleven vervolgens verrassend goed aanslaan in Nederland, zeker na Holiday in Spain met BLØF (2004). Zo kwamen ze nog nadrukkelijker in het Concert At Sea-circuit terecht. Ondertussen staat Counting Crows nu voor de vijfde keer op Pinkpop. Dat was een (met Krezip, Faithless en Muse gedeeld) record geweest, ware het niet dat Anouk gisteren de zesde keer Landgraaf afturfde. Vorig jaar kwam het zevende studio-album Somewhere Under Wonderland van de Crows uit. Vandaag mag Frank Turner eerst z'n jongensdroom vervullen door de band waarop hij leerde gitaarspelen aan te kondigen. Duritz is wat dikkig geworden en inmiddels ook vijftigplusser, maar dat belet hem niet om 'Roooooooouund here' over het veld te laten schallen. Een van de betere nummers van de band, ook in rootsrock-versie met pedalsteel, een song die bovendien iedere dertigplusser op Pinkpop kan meezingen.
Het nummer: De grootste hit en het nummer dat de grootste rimpeling in de mensenzee voor de 3FM stage veroorzaakt is onmiskenbaar 'Mr. Jones', eveneens afkomstig van debuut- en doorbraakplaat August And Everything After (1993). Het publiek zit er vanaf de eerste noot goed in, het loopje van de intro wordt al enthousiast onthaald en alles woord voor woord meegezongen. 'Everybody loves you... shalalalalalaaaa.' Adam is erbij gaan zitten en het hoogtepunt dreigt een beetje op een tamme bedoening uit te lopen. Dat valt mee, maar vanaf volgende nummer, het rootspoppende 'Elvis In Hollywood', is het wel tamheid troef.
Het moment: 'Dit is onze vijfde keer op Pinkpop,' memoreert Duritz. 'Pinkpop was ooit ons eerste festival in Europa. En ze blijven ons maar terugvragen, dank jullie wel!' Het is de opmaat voor 'het eerste nummer van ons nieuwe album'. 'Pallisades Park' opent album Somewhere Under Wonderland met meer van hetzelfde: melancholieke pop. Gelukkig voor deze set is het wel een wat meer uptempo track.
Ook opmerkelijk: Dat kunnen we wel gebruiken, want het optreden dreigt al snel te verzanden in ernstige gezapig- en slaapverwekkendheid. Duritz heeft daar zelf wellicht ook last van, want hij begint al aan 'Miami', terwijl 'Earthquake Driver' net hoger op de setlist staat. God mag weten waarom. Er moeten toch betere songs op het repertoire staan dan deze nieuwe, zelfs betere vullers.

Het publiek: Het is druk voor het podium, heel druk, zo druk als wij deze editie voor het tweede podium nog niet eerder zagen. Counting Crows heeft natuurlijk een hele goede naam in Nederland, maar die vele belangstellenden worden toch niet bepaald verwend. Vooraan leven mensen mee met ieder woord en iedere beweging, maar de gebrekkige beleving op het podium vindt zijn weerslag in de aandacht op een paar meter verder van de stage. Adam is voor 'A Long December' achter de piano gekropen, en we maken ons op voor een stemmig hoogtepunt, met in ieder geval weer een makkelijk mee te zingen refrein ('Nananana nananana, yeah yeah yeah'). De frontman voelt wellicht dat de gezapigheidsmeter wat te ver doorslaat en legt voor het refrein even wat meer passie en rauwheid in z'n stem en jawel: iedereen wakker, inhaken en meezwaaien. Verder is het vooral heel gezellig in het publiek. Beetje niveau braderiesfeer: 'Oh wacht, er staat iemand met een trekzak on stage. Wat zeg je? Ja inderdaad, nee doe maar bier joh. Wie speelt er eigenlijk zometeen?'
Het oordeel: Beleefde applausjes kunnen niet verhullen dat het concert niet echt binnenkomt, dat de ooit zo donker-gepassioneerde stem niet raakt. Dat zelfs geheide tranentrekker 'A Long December' niet beroert. Dat komt mede omdat Duritz gewoon niet zo best bij stem is. Hij lijkt sowieso niet zo scherp en gedreven, maar vocaal is het af en toe niet om aan te horen. Natuurlijk staat deze band ook niet te vlammen op het podium, maar nu de zang zo tegenvalt, wordt pijnlijk duidelijk hoe weinig sommige liedjes om het lijf hebben.
Ondertussen is het wel gigadruk hier. 'It's a miracle, they don't make them anymore,' zingt Duritz. Oh, jazeker wel. Het is te hopen dat hij zich niet realiseert hoe matig dit was en dat het allemaal op de livestream te zien was. Ach, wellicht zijn er nog wat mensen van insomnia genezen. Vijf keer is geen scheepsrecht; dit moet toch de minste van die handvol Pinkpop-shows zijn. Aan dat record van Anouk zien we de Crows niet meer komen.
Bron:
VPRO door Ingmar Griffioen


De Jeugd van Tegenwoordig
Toen de Jeugd zichzelf in 2011 'zo volwassen, zo beleefd' noemde, was dat natuurlijk een leugen. Nu begint het er zowaar echt op te lijken. Op internet duiken zelfs paparazzi-foto’s van Papayayo op, vandaag heeft hij naast het kettinkje van zijn geliefde Coco ook nog eens een spreuk voor zijn pasgeborene op zijn blote buik gestift: HOI BLAKE. Naast een knipoog naar zichzelf lijkt het ook een parodie op de uitbundige tattoocultuur in de Amerikaanse getto’s. Maar goed, De Jeugd is dus een soort van volwassen, en toch nog geïnspireerd tot allerlei gekkigheid. Maar los van het jubileum is dit eigenlijk een gek moment voor deze grote show. Het vierde album "Ja, natúúrlijk!" is al dik anderhalf jaar uit. Op Lowlands twee jaar geleden gingen de eerste tracks al in première, waaronder de razende festivalhit 'De formule'. Maar hé, dat wil niet zeggen dat die sleets geworden is.
Het nummer: Het zegt veel over De Jeugd dat de laatste drie nummers van hun set van hun laatste twee albums komen. Eerste dat kneiterirritante 'Gekke boys', over een paar buurtgekkies die ongevraagd hun hoofd om de deur van de studio steken. Dan de ultrameezinger met het lange refrein, 'Sterrenstof', en ten slotte die ultieme festivalknaller: 'De formule'. Halverwege Freddy’s verse schakelt Bas Bron de sirene in tot ver voorbij de irritatiegrens. 'Jullie weten wat we nu gaan doen,' zegt Freddy, terwijl hij de catwalk opstapt. De volgende paar minuten is het mayhem in de voorste vakken, en ver daar achter. Het is dat ze hem na 45 jaar weg gehaald hebben, maar anders zou de klassieke uitspraak hier opgaan: tot voorbij de geluidstoren.
Het moment: Eerste hit 'Watskeburt?!' is net afgesloten met een stevig acid house-slot als Willie Wartaal een gigantische roze roos uit het publiek gaat opvissen. 'Watskeburt?!' zit al vroeg in de set. Het nummer is nog altijd heel populair, maar het hoeft niet meer dienst te doen als uitsmijter. Wiwa is wel de ster van de dag. Hij maakt gretig gebruik van de ego-ramp voor het podium, spreidt zijn armen als R Kelly. Hij ziet er heerlijk uit in die witte jas, en zijn stem klinkt lekker, gewikkeld in autotune. De rapper stapt terug het podium op met zijn verse roos, en Faberyayo herinnert hem aan de cadeaus die zij zelf meegenomen hebben: Foo Fighters-shirts.
Ook opmerkelijk: Afgelopen maand speelde De Jeugd alle vier zijn albums integraal in Tivoli Vredenburg, en dat dwong de vier diep in hun eigen geschiedenis te duiken. Voor het eerst kon je albumtracks als 'Voor jou', 'Het mysterie van de koude schouder' of 'Dromen van karton' horen. Eigenlijk, heel stiekem, hadden we gehoopt op een kleine verrassing in de setlist vandaag. Tegen beter weten in misschien, maar De Jeugd speelt op safe.
Het publiek: De Jeugd Van Tegenwoordig is samen met The Opposites waarschijnlijk de enige Nederlandse hiphopact die het grote veld van Pinkpop kan bespelen. Hier staan vooral mensen die op het oog niet zoveel met hiphop hebben, en de Jeugd is dan met de elektronische producties van Bas Bron een heel goed alternatief. Uit volle borst: internagellaktisch!
Het oordeel: Pinkpop kreeg vandaag een prima Jeugd-show. Niet al gevaarlijk, met een paar leuke grappen en de bekende tunes. Dit was vast niet zo bijzonder als die twee lange shows in de HMH de afgelopen dagen, waar de ware Jeugd-fan ongetwijfeld een stuk meer verrast werd. Maar hé, de Jeugd heeft nog altijd de toekomst. Op naar dat nieuwe album dan maar.
Bron:
VPRO door Atze de Vrieze / Video: Phanthem0517


Pierce Brothers

Kovacs
Een zeskoppige band (inclusief viool en cello) ondersteunt Kovacs in een burlesque setting op het podium. Er staan twee ouderwetse lantaarnpalen, bijzettafeltjes en de band is netjes uitgedost in speelse, zwarte kleding. Kovacs zelf is gekleed in een glitterjurk met stoere boots. Achteraf blijkt dat ze nog graag met extra glitters had willen gooien. Al na het afscheid gooit ze de envelop nog gauw even leeg. Een flink deel van het debuutalbum komt voorbij tijdens de set, maar ook een prachtige uitvoering van het goed bij het Kovacs repertoire passende I’ve Seen That Face Before’Dat liedje is bekend geworden door Grace Jones maar ontstaan als Libertango door Astor Piazolla.
Het nummer: De rookmachine en een diffuus blauw licht maken de gezellige Moulin Rouge opstelling op het podium ineens creepy en dreigend. De band zet Wolf In Cheap Clothes in. Die wolf, dat is natuurlijk Kovacs zelf. De bontmuts op haar hoofd draagt ze al jaren, ze slaapt er soms zelfs mee. Als ze hem even niet op heeft op het podium, breekt er direct gejuich uit als ze hem weer opzet. In Wolf In Cheap Clothes komt alles even samen: een mooi decor, een prima band en een uitstekende zangeres.
Het moment: Telefoon! Op het podium! Kovacs neemt plaats in de grote, witte, rieten armstoel die in het midden achter op het podium staat en neemt na lang wachten de telefoon op. Het blijkt een microfoon en vanuit de stoel zingt ze met telefoonstem When The Lady’s Hurt.
Het publiek: De wolflady, dat willen veel mensen graag even checken. Maar midden op deze warme Pinkpopdag is het niet makkelijk om erin te komen bij de subtiele, lome nachtclub set van Kovacs. De tent blijft lang niet zo vol als aan het begin, veel mensen gaan langs de tent tegen de hekken zitten uitrusten. De gunfactor heeft Kovacs absoluut, de x factor ook, maar de factor 30 wint vandaag het gevecht om aandacht van het wat versufte Pinkpop Dag 3-publiek.
Het oordeel: 'Ah jongens, ik krijg kippenvel! Nu ophouden hoor!' roept Kovacs aan het einde van haar optreden als reactie op het applaus. Uiteraard wordt het applaus daar alleen maar harder van, want deze zangeres is een van de meest innemende podiumpersoonlijkheden van Pinkpop 2015. Maar hoeveel praatjes ze doorgaans in interviews ook heeft, vandaag heeft ze die praatjes niet op het podium. Is ze zenuwachtig? Staat ze onder druk? Zelfs My Love klinkt een beetje vlak. Verrekte goed gespeeld, maar een beetje vlak. Als het er aan het einde opzit, na de kippenvel speech, spat het laatste nummer The Devil You Know van het podium. Beter laat dan nooit dan maar.
Bron:
VPRO door Roosmarijn Reijmer / Video: Concertlive


Rise Against
Rise Against is een melodische hardcorepunkband uit Chicago volgens het boekje: activistische teksten, razende powerchordriffs en aanstekelijke meezingrefreinen. In 1999 begonnen, braken ze in 2008 definitief door naar het grote publiek met de poppy plaat Appeal To Reason. Leadsingle 'Savior' is nog altijd de grootste hit van de band. Het laatste Rise Against-album heet The Black Market en kwam vorig jaar uit. Thema’s zijn dit keer vooral milieuvervuiling en de olie-industrie.
Het nummer: 'Prayer Of The Refugee' van de plaat The Sufferer & The Witness uit 2006. Een dynamisch nummer waarin alles wat Rise Against doet erg goed samenkomt. Van de rustige coupletten naar het harde, felle en snelle refrein dat bovendien goed blijft hangen. Dat kun je niet van alle liedjes van Rise Against zeggen. Het thema, uitbuiting van immigranten, zal nog jaren urgent blijven.
Het moment: Na 'Prayer Of The Refugee' blijft frontman Tim McIlrath achter met een akoestische gitaar, de andere (overigens vrij fletse) leden verlaten het podium. De andere kant van het oeuvre van Rise Against: akoestische ballades als 'Hero of War'. Dit keer speelt hij alleen 'Swing Life Away'. En warempel, de moshpittende menigte laat zich net zo makkelijk verleiden tot meezwaaien van links naar rechts, alsof OneRepublic al begonnen is. Eén zo'n liedje is wel genoeg, maar eigenlijk is het best fijn dat de vaart er heel even uit wordt gehaald...

Het publiek: ...maar daarna wordt er weer opgewekt verder gemoshpit. Al aan het begin van de show zijn er twee grote cirkelpits naast elkaar aan de gang, als McIlrath zich er wat actiever tegenaan bemoeit zijn het er binnen no time drie. Wat verder naar achteren staan bezoekers de songs keihard mee te brullen. Feestje hoor. De frontman is er zichtbaar content mee en bedankt het publiek: 'Geweldig zijn jullie. Veel beter dan dat Britse publiek bij Download gisteren.'
Het oordeel: Mensen die van De Jeugd van Tegenwoordig op het hoofdpodium hiernaartoe zijn gewandeld, moeten zich rot zijn geschrokken. Dit is andere koek, niks tongue-in-cheekness of ironie maar Oprechte Boodschappen en een en al ernst. Straight edge Tim McIlrath neemt halverwege even de tijd om ons te vertellen hoe belangrijk de muziek voor hem is, om te zeggen wat hij te zeggen heeft. Dat doet hij in songs als nieuwe single 'I Don't Wanna Be Here Anymore', over al het geweld in de wereld. AL het geweld ja, het liefst houdt Rise Against de teksten zo breed mogelijk. Maar toch is het fijn dat op het Pinkpop-van-de-softpop een in het zwart geklede band ons komt toeschreeuwen wat er misgaat. Hoeveel van die missie je uiteindelijk overbrengt aan zo'n festivalpubliek blijft altijd de vraag. In elk geval hebben we een uur lang fijn rondjes gerend.
Bron:
VPRO door Sjoerd Huismans


One Republic
OneRepublic heeft de hits voor de YOLO generatie
Je kunt je best voorstellen dat die jongens van OneRepublic zichzelf bazen vinden. Ryan Tedder bijvoorbeeld draait stilletjes aan heel wat jaren mee aan de top. Hij schreef namelijk songs voor de groten der aarde, van Beyoncé tot Maroon 5 tot B.o.B. En ja, hij is ook de frontman van OneRepublic, de band die hij in 2002 oprichtte met gitarist Zach Filkins. Ze vormen nog altijd de kern van de band, die inmiddels drie albums uit heeft en steeds populairder wordt. Opmerkelijke aanwezige op het podium: een cellist met stylish broekscheur bij zijn knie, die midden op het podium mag zitten.

Het nummer: Filkins mag zijn kunsten tonen bij het lange intro van 'Counting Stars', een van de grootste hits van de band. Het wordt een soort Spaanse medley, die hij volgens Tedder op internet geleerd heeft. Grappig is dat, die gesuggereerde toegankelijkheid - anyone can do it - terwijl de band tegelijk zo ongelofelijk koketteert met zijn muzikaliteit. Het ziet er allemaal zo demonstratief soepel uit. Zo loopt Tedder op een gegeven moment over de rand van het drumpodium, om vervolgens zijn vingers precies op de piano ernaast te laten vallen. Zo soepel loopt ook het Spaanse gepriegel over in 'Counting Stars', een upbeat popsong met een optimistisch refrein. Technisch kan Tedder zichzelf af en toe niet helemaal bijhouden, maar hij legt de lat dan ook erg hoog. Het moet allemaal helder en correct klinken, ook na het vijftiende sprintje over de catwalk. Hij zou trouwens zo een broer kunnen zijn van Ben en Dan Saunders, maar dan wel het witte schaap van de familie.

Het moment: Eigenlijk staat de setlist vol pakkende popsongs voor de YOLO-generatie. In 'All The Right Moves' verschijnt een kinderkoor op het grote scherm. Het grote gebaar uit kleine mondjes. Even later horen we ze weer, en zetten ze de ware romantiek luister bij: 'If we only die once. I wanna die with you.' Aaaah. Maar het hardst gaan de mensen hier op 'Apologize', een ballad van het debuutalbum die pas een hit werd toen Timbaland ermee aan de haal ging. Het was het eerste grote succes van OneRepublic, en hier zo te zien het meest bekend. Tedder speelt het zelf op de piano, bijgestaan door niet meer dan cello. Het is een breekpunt in de set.

Ook opmerkelijk: Zo'n nummer als 'Counting Stars' schreeuwt om een remix van Kygo of Avicii. In het slotnummer van de set krijgen we daadwerkelijk de EDM die de rest van de set steeds op de loer ligt. 'I Lose Myself' is het bekendst in de remix van de Zweedse producer Alesso, en zijn versie dient hier als uitbundige uitsmijter. Inclusief het bijbehorende confettikanon en lanceringsgeluiden.
Het publiek: Rock is dood, zeggen ze. Nou ja, niet op Pinkpop natuurlijk, hier heerst rouw vanwege het afzeggen van Foo Fighters. Maar toch: ook hier is het niet makkelijk om een nieuwe generatie grote rockbands te vinden. De zanger van Rise Against verwonderde zich er vanmiddag nog over. 'We hebben hier even rondgelopen. Blijkbaar zijn er geen in het zwart geklede bands meer die een uur tegen het publiek staan te schreeuwen', zei hij. Dat klopt inderdaad. Wat vinden de mensen dan wel massaal leuk? Nou ja, dit dus. Transparante popmuziek, geschoeid op Amerikaanse hitleest en ontdaan van elk gevoel voor tegencultuur. Gisteren trokken Magic!, Sheppard en vooral The Script heel veel publiek, nu worden de hits van Ryan Tedder tot ver op het veld meegezongen. Opvallend genoeg ook door mannen met baarden en tattoos.

Het oordeel: Of we het nu leuk vinden of niet, dit soort mainstream pop heeft een plek veroverd op Pinkpop. Nu is er op zich niet veel mis met mainstream, ook niet met pop. Kijk maar hoe wij bij 3voor12 zaterdagavond massaal in katzwijm lagen bij Robbie Williams. De oude charmeur kwam zelfs weg met uber Top 2000 classic 'Bohemian Rhapsody'. Maar Williams deed dat met humor, zelfrelativering en ondeugende fratsen. Bij OneRepublic niets van dat alles. Ryan Tedder is een prototype knappe jongen, maar het charisma van een echte ster heeft hij niet. Als we dan toch mainstream gaan met zijn allen, laten we dan de spannende, vooruitstrevende namen uit de popmuziek naar Landgraaf lokken. Vlak buiten het voorvak bij OneRepublic staat iemand met op haar shirt de tekst: 'Normal people scare me'. Ons ook. Let the freaks back in!
B>Bron:
VPRO door Atze de Vrieze / Video: Phanthem0517


Ewert and the Two Dragons

Fiddler's Green
Ierse (of Iers-geïnspireerde) folkrock doet het al eeuwen goed op Pinkpop. Vorig jaar zagen we Flogging Molly, in
2002 al kwam Dropkick Murphys naar Landgraaf en in 1988 had Pinkpop de eer om genrekoningen The Pogues te mogen ontvangen. Vandaag wordt het folkrockstokje doorgegeven aan Fiddler's Green, met hun 25 jaar ervaring inmiddels ook oude rotten in het vak. Zelf noemen de uit Duitsland afkomstige mannen het 'Irish speedrock', en inderdaad, het scheurt in een razend tempo. Alle zes de bandleden zijn in stijlvol zwart gekleed, ze spelen loeistrak en alsof hun leven ervan afhangt. Het voelt bijna als een stadionshow, zowel muzikaal als qua attitude. Veel gebroederlijke rockposes met instrumenten, veel publieksparticipatie en veel nummers met een hoog meeschreeuwgehalte. Wie na het mislopen van Foo Fighters op zoek is naar een epische rockshow, vindt hem bij Fiddler's Green.
Het nummer: Zoals vrijwel altijd wordt de grootste hit voor het laatst bewaard. 'Folk's Not Dead' is niet alleen Fiddler's Greens bekendste nummer, het is ook hun lijflied. Wederom razendsnelle keltrock, maar met aan de basis een felle punkrocksong. Ook als je 'm nog niet kende is het natuurlijk doodeenvoudig meezingen: 'Folk's! Not! Dead!'. Door de overweldigende energie die van het podium en uit de zaal komt kost het bijna meer moeite om je mond dicht te houden dan om mee te doen.
Het moment: Fiddler's Green is ook niet vies van een beetje boodschap. Zo wordt 'We Don't Care' aangekondigd als 'a big fuck you to anyone who doesn't let you be yourself!' Ook 'Never Hide' is zo'n song met een missie, een hart onder de riem voor wie zich anders dan anders voelt. Om dat nog maar eens extra kracht bij te zetten wordt de roadie, gekleed in kilt, uitgenodigd om tijdens het nummer een gracieuze dans op het podium te doen, al zwaaiend met een enorme Ierse vlag.
Ook opmerkelijk: Hoewel Fiddler's Green ontzettend veel contact zoekt (en krijgt) met het publiek, is er af en toe sprake van een kleine miscommunicatie. Dat komt hoogstwaarschijnlijk door een combinatie van de dubbele taalbarrière, enigszins lastig te ontwarren accenten en de enorme hoeveelheid geluid die het publiek produceert.
Het publiek: Al ver voor aanvang staat de Brandtent vol. De anticipatie is enorm. Men is klaar met de softepiemelrock en toegankelijke pop, en klaar voor een uurtje keihard hossen. Pinkpop is ook een festival dat keihard gaat op boerenrock en al zijn aanverwante genres, en van alles wat de line-up dit jaar te bieden heeft, lijkt Fiddler's Green daar nog het meest op. Het publiek is werkelijk uitzinnig als de heren eindelijk het podium betreden, en laat die energie de rest van de show niet meer los. Ze zijn misschien niet zo goed te verstaan, maar een van de bandleden hoeft maar een halve hand op te steken of iedereen gaat los. Op commando gaan handen in de lucht, worden refreinen gescandeerd en en masse T-shirts uitgetrokken en boven het hoofd gezwaaid.
Het oordeel: Als je op zoek was naar subtiliteit of ingetogenheid, dan stond je niet bij Fiddler's Green. Iedereen in de bomvolle Brandtent wist vanavond wat 'ie kon verwachten, ze kregen het in overvloed. De band had echt niet zoveel moeite hoeven doen om het publiek mee te krijgen want dat hadden ze bij voorbaat al, maar alsnog stortte de band zich volledig op de missie: er een zo groot mogelijk rockfeest van te maken. 'I wanna see circle pits, I wanna see crowdsurfing, do whatever you want as long as it's powerful and exciting!', roept zanger Pat Prziwara. Powerful and exciting was Fiddler's Green vanavond zonder twijfel.
Bron: VPRO door Cécile van Wijnsberge / Video: Speedfolk


Placebo
Pinkpop: Placebo weigert te vergrijzen
We zitten al diep in de set, maar dan doen Molko en co. er een schepje bovenop: 'Special K' is vooral scherper en feller dan het voorgaande en refrein 'Gravity, no escaping gravity' is uitstekend meezingbaar. Maar Molko is niet tevreden over het effect: 'Come on!' Met die aanmoediging gaat het publiek klappend en zingend mee. Het sterkste deel van de set is aangebroken, zoveel is duidelijk als de band vervolgt met '(See You At) The Bitter End'.
Het moment: 'Meds' begint ingetogen en spannend en knalt dan van het podium. Heerlijk. Het titelnummer van het vorige album is een mooie track, die veel verschuldigd is aan de vocalen van Alison Mosshart (The Kills), die hier door de violiste/toetseniste passend ingevuld worden. Molko laat het stilvallen en wacht, uitdagend rondkijkend, tot applaus en gejoel komt. En ja, dan komt het ook.

Ook opmerkelijk: Kate Bush-nummer 'Running Up That Hill (Deal With God)' krijgt ook een fijne uitvoering tegen het einde van de set. Veel tempowisselingen, qua spanningsopbouw ondersteund door de lichtshow, en wederom de stem van de violiste.

Het publiek: In bijna net zo grote getale opgekomen als bij Counting Crows, maar gelukkig iets uitbundiger. Maar niet voor niets heeft Molko het gevoel dat hij extra moet werken om ze erbij te betrekken, het is misschien wel het verhaal van Pinkpop 2015; maar wat een ingedutte bedoening weer mensen. Uitgezonderd het centrale stenen deel voor het podium lijkt iedereen het toch vooral weer gezellig met elkaar te hebben. Natuurlijk, het is ook belangrijk om te overleggen hoe je je bonnen op krijgt en of je nu naar huis gaat of...

Het oordeel: Placebo doet al ruim vijftien jaar hetzelfde: androgyne rock vol van pathos serveren. Het jongste album is niet het meest relevante, maar de band heeft live wel een bepaald niveau bereikt en weet dat goed vast te houden. Een song als 'Every You Every Me' of de uitstekende, stevige afsluiter 'Infra-Red' klinken nog altijd getormenteerd en gedesillusioneerd en Molko's stem blijft karakteristiek en boeiend. Het is dat de camera af en toe inzoomt op diens kop, anders zou je misschien niet beseffen dat 'Black-Eyed' en 'Special K' alweer vijftien jaar oud zijn en dat die fascinerende gedachtewereld normaal gesproken niet matcht met het leven van een veertigjarige. Al met al een prima show met weinig uitschieters of verrassingen. Terwijl Brian een noisy outro bouwt met de effectenbak loopt het veld leeg. Naar Pharrell, of was Placebo voor hen toch de headliner?
Bron:
VPRO door Ingmar Griffioen / Video: Yuno


Willie Wartaal & Doppelgang

Pharrell Williams
Foo Fighters-frontman Dave Grohl brak dit weekend in Zweden zijn been en dus moest de band hun optreden op het festival in Landgraaf afzeggen. Voor de afsluitende act van de Foo Fighters was twee uur tijd ingepland, die nu opgevuld moest worden door Pharrell. De Happy-zanger had echter slechts 60 minuten ingeruimd voor zijn oorspronkelijke optreden en moest zijn show dus flink oprekken, die uiteindelijk anderhalf uur heeft geduurd.

Pinkpop in Amsterdam?
Voor het eerst mocht Pinkpop dit jaar alle drie de avonden om middernacht eindigen, maar Pharrell was om half twaalf al van het podium verdwenen. Hij kreeg kritiek over zich heen omdat hij bij aanvang van zijn optreden riep: "Pinkpop, Amsterdam!", iets wat uiteraard niet zo lekker viel bij de Landgraaf-gangers. Toch waren de reacties op zijn concert goed: hij maakte er een echte show van met bekende liedjes, hits uit zijn N.E.R.D.-tijd en dansbare nummers, terwijl hij geflankeerd werd door een leger aan danseressen en zangeressen!
Je kunt hem kennen van N.E.R.D., je kunt hem kennen van zijn enorme hit ‘Happy’, van die andere hits als ‘Marilyn Monroe’ op zijn plaat G I R L, van ‘Beautiful’ met Snoop Dogg of van de tonnen hits die hij voor anderen produceerde. Je kunt hem kennen van RTL Late Night, van zijn hoed of van zijn spijkerbroekencollectie voor G-Star (die vanavond irritant veel shout-outs krijgt). Waarschijnlijk ken je hem van allemaal.
Het nummer: Tja, welk nummer niet? Vanavond gooit Pharrell zijn nieuwe track 'Freedom' live in première, nadat hij dat vorige week deed als reclame voor Apple Music. Slim als hij is speelt hij 'm zelfs twee keer: als eerste én als laatste. Echt een grote hit a la 'Happy' wordt het waarschijnlijk niet, maar de pianoriedel blijft alvast goed hangen. Verder speelt hij vanavond bijna alléén maar hits, maar zeker het einde van de set zit er vol mee. Welke andere artiest kan afsluiten met een blokje 'Blurred Lines', 'Get Lucky' en 'Happy'? Van die tracks is 'Happy' natuurlijk de allergrootste hit, maar we gaan hier toch voor 'Get Lucky'. Al was het maar vanwege Nile Rodgers' gitaarlicks, en hij is nog nét even dansbaarder. De track wordt hier prima gespeeld door Pharrell en zijn band, hoewel het ook weer niet sprankelt op het podium.
Het moment: Ook hier is het dringen. Die toffe rapmedley waarin onder meer 'Move That Dope' (met Pusha T), 'Alright' (Kendrick Lamar) 'Hot 'n Here' (Nelly), 'Just Wanna Love You' (Jay Z) en 'Pass The Courvoisier' (Busta Rhymz) langskomen? Nee, daarvoor is het toch niet live genoeg (alles komt van de tape). Het moment dat er een paar dozijn kinderen het podium op mogen voor 'Happy'. Nee, toch maar dat blokje met vier toffe N.E.R.D. tracks: achter elkaar 'Spaz', 'Rockstar', 'Lapdance' en 'She Wants To Move'. Mét Shae Haley op het podium. Maar ook heel slim gedaan is het blokje waarbij Pharrells geweldige danseressen, the BAES, het overnemen en er alleen maar hits langskomen die óók van Pharrell zijn, zonder dat hij er zelf iets voor hoeft te doen op het podium. En natúúrlijk komt de naam van danseres Christina groot in beeld als ze haar momentje krijgt nét tijdens Britney Spears' 'I'm A Slave 4 U.'
Ook opmerkelijk: 'AAAAAAAAMSTERDAAAAAAAM' schreeuwt Pharrell tot twee keer toe aan het begin. Au, daar gaan we weer. Maar mag je van een Amerikaanse wereldster verwachten dat hij het verschil tussen Amsterdam, Holland en Nederland precies weet? Even later maakt hij het bovendien goed door Nederland uitvoerig te bedanken voor de liefde door de jaren heen. 'Almost all Neptunes songs broke first in Holland. So thanks to the dj's and to the Dutch people!' Natuurlijk krijgen de Dutch women nog een extra shout-out voordat Pharrell zijn ode aan het andere geslacht 'Marilyn Monroe' speelt.
Het publiek: Tja, het is wel eens drukker geweest bij het hoofdpodium, en zeker voor de hoofdact. Het is overduidelijk dat de doorsnee Foo Fighters-fan hier weinig mee kan. Gaandeweg het optreden loopt het voorste vak steeds leger - al is dit ook wel zo'n show waarbij je even rustig een biertje kan halen en teruglopen. De mensen die er zijn, kunnen natuurlijk wel wat met al die hits. De bordjes met 'You make me happy!' en 'She wants to move' (met pijl naar beneden...) worden al snel gespot door de regisseur.
Het oordeel: Pharrell staat bekend om zijn hits, niet om zijn liveshows. Na al die jaren blijft het een wat flegmatieke performer, maar hij heeft zijn show volgestouwd met dans- of participatie-intermezzo's om dat te compenseren. Hij wil pas doorgaan als hij twintig crowdsurfers ziet. En net als Robbie haalt Pharrell een meisje uit het publiek op het podium, twee zelfs. Hij kondigt aan haar gedachten te lezen en precies dan start het intro van 'She Wants To Move' in. Aardig gedaan, al zal hij als entertainer zijn achternaamgenoot nooit evenaren. Verder is een kritiekpunt dat er per saldo maar weinig live gebeurt op het podium, van de zangeressen die 'Hollaback Girl' playbacken tot Snoop Dogg uit een doosje. En toch is het een vermakelijke hitsshow, voor wie daar zin in heeft. Want het is overduidelijk dat urban-ster Pharrell voor een festival als Pinkpop geen headliner is. Maar goed, dat was dan ook nooit de bedoeling.
Bron:
VPRO door Sjoerd Huismans / Video: HDH Entertainment