Locatie: Megaland Landgraaf / Kaart van gebied rond Pinkpop met afgezette gebieden, parkeerplaatsen en campings
Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 160,00. losse dagkaart kost € 80,00 (v.v. prijzen excl. € 5,00 servicekosten).
De voorverkoop voor Pinkpop 2012 start zaterdag 3 maart
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, Koop je kaartje in ieder geval NIET hier.
Natuurlijk wel ff goed checken dat je originele kaarten koopt. Buro Pinkpop steunt de strijd tegen het doorverkopen van kaarten tegen woekerprijzen via de actie: weet waar je koopt.
Weer: heerlijk warm, droog en zonnig Toeschouwers: 61.000 totaal
Presentatie: Eric Corton, Giel Beelen, Michiel Veenstra, Roosmarijn Reijmer
BELANGRIJKE OPROEP:
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten, en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!
Twee particulier ogende dames die op het podium staan te fotograferen suggereren dat iemand er een persoonlijke missie van heeft gemaakt om deze Canadese te laten doorbreken. En waarom ook niet? Ook voor de overrijpe muziek van Beth Hart en Melissa Etheridge is markt in Nederland. Rauwe vrouwen met het hart op de tong, daar herkennen mensen zich kennelijk in. Pryne bracht dit voorjaar haar debuut uit, maar komt niet helemaal uit het niets. Ze timmerde al enige tijd aan de weg met de weinig succesvolle band Townline, toen nog met een i in haar achternaam. Dit solowerk is eigenlijk een soort voortzetting. Of een frisse herstart, wat je wilt.
PLUS: Die frisse start loopt als een rode draad door de songs. Neem single 'Heaven On The Highway', vroeg in de set, waarin Pryne verklaart de hemel op de snelweg te vinden. Haar liedjes gaan over de onrust in haar donder en mislukte liefdes, twee elementen die ongetwijfeld met elkaar in verband staan. Als een kind zo blij is de zangeres met het kleine beetje liefde dat ze uit Nederland krijgt. Dat heerlijk onbevangen optimisme misgun je niemand.
MIN: Zullen we haar dan maar niet zeggen dat het vermoedelijk niet heel veel meer wordt dan dit? Niet met dit matige songmateriaal, dat bol staat van de clichés, zowel muzikaal als tekstueel. En niet met die amateuristische podiumpresentatie. Vrijwel elk nummer legt Serena Pryna haar hoofd extatisch in haar nek, alsof ze de orgasmes nabootst die ze door die pijnlijke break-up misliep. Op de set staat ook een cover van Lana Del Reys 'Born To Die', die de band in maart ook al eens bij Giel Beelen deed. Haar countryversie is heel anders dan het origineel, maar één aspect van Lana's podiumkunst blijft fier overeind: ook Serena Pryne zingt wankel als een vlot op open zee.
CONCLUSIE: Dit is muziek voor teleurgestelde dertigers. Geschreven met een traan, live gebracht met een evangelische glimlach, uiteindelijk strandend op een zandbank van middelmaat. Ook hier, meneer Smeets, op deze spot had u De Heideroosjes hun waardige afscheid kunnen gunnen. CIJFER: 4 door Atze de Vrieze (VPRO)/ Video: Youtube 3voor12
Rival Sons
Frontman Jay Buchanan is het stralende middelpunt van bluesrockbelofte Rival Sons, die maandag het 3FM Stage opent. Qua heupbewegingen en kleding doet hij denken aan Jim Morrison, maar zodra hij zijn strot open gooit komt de band gevaarlijk dicht in de buurt van The Black Crowes, Wolfmother en The Black Keys. Wat dit optreden zo indrukwekkend maakt is het muzikale vakmanschap van ieder bandlid en de chemie tussen hen. Het tempo van deze rock-'n'-soul blijft gedurende de set hoog en die energie slaat goed over op de kleine menigte voor het podium. Een ijzersterk begin van de dag. Bron:nu.nl door Lisa de Jongh
MUZIEK: Van-dik-hout-zaagt-men-plankenhardrock uit het boekje: Rival Sons pakt Led Zeppelin, AC/DC en The Black Crowes, stopt het in een blender en zoekt er een bijpassende garderobe bij.
PLUS: Sommige nummers hebben best een aardige bluesrock groove. 'Pressure & Time', de titeltrack van het laatste album, is een song die met een catchy Jimmy Page riff en een psychedelische baslijn de interesse wekt. Ook 'Gypsy Heart' steekt erbovenuit met een fuzzy gitaartje en een goeie break in het refrein. Bands als deze werken eigenlijk helemaal niet zo verkeerd op Pinkpop. Elk jaar staat er wel een: wat te denken van Shine Down in 2009 bijvoorbeeld. Puberjongens die net de platenkast van hun vader ontdekt hebben, gaan hier best hard op. Ook de aanwezige vaders zelf staan goedkeurend mee te knikken op de maat.
MIN: Nergens komt Rival Sons ook maar in de buurt van zijn illustere voorbeelden uit de rockgeschiedenis. De band doet erg hun best Frontman Jay Buchanan heeft wel alle maniertjes van Robert Plant, maar niet de strot. Gitarist Scott Holiday neemt wel het gesoigneerde uiterlijk van Steve Vai over, maar zijn shred solo's zijn technisch stukken minder. Buchanan kondigt zijn songs aan met teksten als 'This is a song about falling in love with a stripper.' De teksten tijdens de nummers zijn van hetzelfde laken een pak: I've got a big appetite, and you know a man has got to eat / Well you love your candy, open up for something twice as sweet zingt Buchanan in het verschrikkelijke 'All Over The Road'. Laat in de set maakt de frontman het er nog erger op door het nummer 'Soul' aan te kondigen met een quasi-filosofische introductie: we eten en denken weliswaar hetzelfde, maar wat ons onderscheidt is dat onze ziel anders is dan die van onze buurman in het publiek. Nou thanks man, met deze levenswijsheid kunnen we weer verder. 'Soul' was eigenlijk aangekondigd als laatste nummer, maar helaas blijkt er nog tijd over te zijn. Tijd die door Rival Sons gebruikt wordt om een nieuw dieptepunt te bereiken: een lang uitgesponnen versie van albumtrack 'I Want More' van de eerste plaat Before The Fire. Wel tien keer lijkt de track het slot te bereiken, maar telkens blijkt het toch weer een break te zijn en gaat het nummer weer verder. Als het dan eindelijk tijd is om te stoppen, wordt het slot zó lang gerekt alsof de band net drie uur lang een geweldige show heeft staan spelen.
CONCLUSIE: Wat een nare band is dit. CIJFER: 3 door Sjoerd Huismans (VPRO)/ Foto: L1
Gars Pardoel
Nieuwkomer Gers Pardoel heeft het dit afgelopen jaar helemaal gemaakt. Pinkpop is dan een extra lekker toetje na de zoete smaak van zijn prille succes. De rapper geniet met volle teugen tijdens zijn optreden en hij weet het publiek goed te bespelen.
Hij benut het podium optimaal. De toeschouwers worden onder meer getrakteerd op Broodje Bakpao en Pardoel vertelt dat op Pinkpop zijn videoclip opgenomen wordt. Als kers op de taart krijgt Gers Pardoel een platina plaat uitgereikt voor zijn debuutalbum Deze Wereld Is Van Jou. Bron:nu.nl door Lisa de Jongh
De Rotterdamse Nijmegenaar is in een bizar tempo de Marco Borsato van het moment geworden; Lange Frans, maar dan zonder gezochte samenwerkingen en geforceerde liedjes. Gers Pardoel heeft met Deze Wereld Is Van Jou een heel persoonlijk en muzikaal debuutalbum afgeleverd. Soms wat opportuun richting Kinderen voor Kinderen-rap, maar dan weer zeer persoonlijk en tekstueel knap. Gelukkig hoeven we ons anno nu niet meer druk te maken over de non-discussie of Gers wel 'echte hiphop' maakt. Want van Boef en de Gelogeerde Aap tot Kleine Viezerik, Sticks tot Polska, het hiphoplandschap is in Nederland inmiddels zo breed als de Nijldelta. Natuurlijk zal Gers met zijn artistieke keuzes op het debuut een aantal liefhebbers van oudere tracks als 'Op Zoek naar de Symfonie' zijn kwijtgeraakt. Daarvoor in de plaats heeft hij een publiek gewonnen dat hem zelfs naar de Pinkpop Mainstage brengt.
PLUS: Gers heeft een knappe plaat gemaakt, maar maakte hier live nog wel eens een rommeltje van door er net iets te gemakzuchtig en vergeetachtig mee om te gaan. Niet gek, gezien zijn agenda, maar daar heeft publiek natuurlijk maling aan. Vandaag is Pardoel fris, energiek en scherp. Zijn band heeft-ie onder controle en wanneer hij een nadruk wil leggen in een tekst, schuift de dj de beat weg en reageert de ritmesectie direct. Hier zitten heel wat dagen repetitie in. Tijdens 'Money en de Faam' schieten de Gersbiljetten van vijftig geuro's door de lucht (Rap monnie is nep). Tijdens 'Zweef' voegen de drummer en gitarist daadwerkelijk wat toe. Bij het nummer 'Zijn' wordt op Pinkpop de clip opgenomen. Voor 'Broodje Bakpao' zijn The Opposites en Sef meegekomen die al hakkend het podium op stormen. Sef blijft hangen voor 'Bagagedrager' waar de twee nog even droogjes over keuvelen. Gers speelt zelf de eerste tonen van 'Ik Ga Hard' waar Adjedonnie ook het podium voor op rent. Springend brengen ze de weide naar een hoogtepunt. Slotstuk 'Ik Neem Je Mee' krijgt eerst een publieksbewerking waarna Gers de track voor de zoveelhonderste keer vol enthousiasme rapt. Tot ver achter de geluidstoren gaan de handen in de lucht.
MIN: Die opkomst met twee lilliputters in beveiligersplakpakken is hem vergeven, maar de band niet. Wat een druivenclubje is dit. Er wordt geen kans gemist om een lelijke gitaarlick of solo te plaatsen, de dikke producties worden veelal live gespeeld en dan zijn de toeters die producer Snelle Jelle zo slim onder 'Morgen Ben Ik Rijk' legde ineens nauwelijks hoorbaar. Een band die niet hoort waar de kracht van een nummer zit, is verloren. Zelfs clubbanger 'Ik Ga Hard' krijgt een dodelijke gitaarsolo te verduren. Werkelijk alle sessiemuzikantenclichés worden tentoongespreid. Alleen is de drummer niet kaal en heeft hij geen piratendoekje om zijn hoofd gebonden.
CONCLUSIE:
Gers Pardoel heeft zogezegd op zijn debuut een bepaalde artieke koers gevaren, overigens nog steeds behoorlijk divers. Live trekt hij die keuze nog wat verder door met een sessiemuzikantenband, een popsetlist en geen al te gekke uitspattingen. Het zorgt voor een aanstekelijk optreden dat drijft op een golf van positiviteit en meezingers. Muzikaal is de band een flinke domper. Muzikale vrienden The Opposites, Sef, Dio en De Jeugd van Tegenwoordig hebben al eerder laten zien dat een livevertaling voor een groot en breed publiek niet hoeft te betekenen dat elke brug ingevuld hoeft te worden met een lelijke gitaarsolo of nietszeggend pianogefriemel. Het is Gers zelf die de nummers hun glans geeft. Door zijn energie en enthousiasme, fijne dictie en oprechte dankbaarheid voor de massale opkomst. Haakt die zure VPRO weer af wanneer een artiest het grote publiek bereikt? Nee, absoluut niet. Maar deze band... dat heeft zo'n jongen toch niet nodig. CIJFER: 6,5 door Erik Zwennes (VPRO)/ Video: Youtube MuziekMarkieMarc
Jonathan Jeremiah
Toch kwam zijn debuutalbum er. Acht jaar nachtdiensten draaien waren er voor nodig, maar in 2010 kon Jeremiah fatsoenlijke opnames betalen in een mooie oude analoge studio met professionele muzikanten. A Solitary Man is een zorgvuldig georchestreerde retrosoulplaat met complete blaas- en strijksecties, die bomvol staat van de knipogen naar zijn songwriterhelden Burt Bacharach, Chris Rea en James Taylor. Leuk voor de meisjes én hun moeders in het publiek. Het is dat er niet 33 1/3 keer per minuut een droge tik of kraak klinkt, anders was je ervan overtuigd dat-ie in 1972 was opgenomen in plaats van 2010.
PLUS: Het is helemaal niet zo gek dat Jonathan Jeremiah naar Pinkpop mag komen. Het mag dan zijn grootste optreden tot nu toe zijn, maar eerder stond hij ook al op de BBC Hyde Park concerten. Bovendien heeft-ie met 'Lost' en 'Happiness' twee fijne singles op zak die het op 3FM leuk hebben gedaan. Ook op Pinkpop zijn het de hoogtepunten in de set, samen met een spannend freakende Massive Attack cover ('Protection') en 'Young Blood' van The Naked & Famous. Zijn gebrek aan podiumervaring compenseert Jeremiah met een prima gevoel voor timing en ontwapenende babbeltjes met het publiek.
MIN: Vier uitschieters in een set van een uur is gewoon te weinig, zeker als de opvulling zo saai is. Na de opnames van het album was het geld op, en dus tourt Jeremiah met een uitgeklede versie van zijn studioband. De blaassectie bestaat uit één trombone, hele strijkerspartijen moeten worden verzorgd door één cellist. En dan hoor je pas goed dat het merendeel van de songs eigenlijk matig in elkaar steekt, en teksten clichébeelden schetsen van dansen in de zon en de meisjes die voorbij lopen in het park. Voorspelbare verhaaltjes, voorspelbare liedjes. Dat het geluid maar tot halverwege de tent draagt helpt evenmin.
CONCLUSIE: Jonathan Jeremiah is zo'n jongen die je het allerbeste gunt en die je het liefst naar huis zou sturen met een acht. En er zitten hele leuke momenten in de set, helaas veel te weinig. Lieve jongen, ongevaarlijke liedjes, maar het is niet genoeg: al binnen een kwartier is een groot deel van het publiek in de Converse Stage zijn heil gaan zoeken bij de Blood Red Shoes op de 3FM Stage. Wellicht dat het met een grotere band minder was opgevallen, maar waarschijnlijk zou ook die niet kunnen verhullen dat veel van de liedjes simpelweg veel te makkelijk in elkaar steken. Jonathan Jeremiah is deze middag als een pannenkoek bij de lunch: best lekker en naar grootmoeders recept, maar een culinair hoogstandje is het niet.
Blood Res Shoes is een powerduo uit de Engelse badplaats Brighton, met Laura-Marty Carter op gitaar en Steve Ansell op drums. Samen nemen ze de vocalen op zich. De eerste twee albums van het duo staan vol met agressieve, punky rocksongs. Voor het laatste album vond de band dat die formule uitgewerkt was, en koos voor meer diepte en rustmomenten. Met tegenvallend resultaat, helaas: melancholieke ballads als 'Night Light' zijn niet het ding van Blood Red Shoes.
PLUS: Het duo valt met de deur in huis: knaller 'It's Getting Boring By The Sea' is het openingsnummer. De voet blijft daarna stevig op het gaspedaal met het eveneens hard rockende 'Don't Ask', het openingsnummer van tweede album Fire Like This. De nieuwe single 'Cold' valt ook in die categorie. Andere songs van In Time To Voices, zoals het titelnummer, krijgen live een opzwepende uitvoering. Hard rocken kunnen de twee nog als vanouds. Aan het begin wordt er alleen een voorzichtig 'dank je wel' gemompeld na de nummers, maar gaandeweg de show komt in ieder geval Steven Ansell wat los. 'Are you looking forward to seeing The Boss tonight?' vraagt hij het publiek, en wijst op zijn T-shirt van Bruce Springsteen & The E-Street Band. Zelf heeft hij zijn helden nog nooit in actie gezien. De trippy, shoegaze-achtige drugstrack 'Colours Fade' draagt Ansell op aan 'all the morning stoners', wat met gejuich begroet wordt.
MIN: Mag dit de volgende keer alsjeblieft weer gewoon in de tent? Het is op deze gemoedelijke middag voor de grote 3FM Stage veel te zonnig voor de portie zwartgallige, rauwe punkrock die Blood Red Shoes te bieden heeft. En leeg bovendien: het publiek is slechts in kleinen getale toegestroomd voor de band uit Brighton. Pas bij 'Light It Up' - een van de beste nummers van de tweede plaat - komt de sfeer er wat in. Die blijft daarna wel goed hangen; er verschijnt zelfs een vlaag van een lachje op de nogal chagrijnige smoel van Carter. Maar pas tegen het einde van de set komt het publiek echt in beweging bij 'I Wish I Was Someone Better'. Deze muziek vraagt normaal gesproken toch om een bescheiden moshpit en een stuk of wat crowdsurfers, maar het zit er vanmiddag niet in. Daarnaast is de zang van Carter wat aan de vlakke kant, en staan de vocalen te laag in de mix. Nergens komt de rauwe agressie van de albums vocaal echt tot uitdrukking.
CONCLUSIE: Zou de band doorhebben dat het laatste album wat tegenvalt? Slechts vier nummers van In Time To Voices brengt de band vanmiddag, en dan ook nog eens de vier meest 'ouderwets' harde tracks (met name het beukende 'Je Me Perds', vanmiddag de afsluiter). Blood Red Shoes kiest voor de veilige weg door de set te bouwen rondom de hard rockende songs in hun oeuvre. Een verstandige keuze. CIJFER: 7 door Sjoerd Huismans (VPRO)/ Video: Youtube Eric Floaters
Sea Sick Steve
In plaats van met pensioen te gaan, koos Seasick Steve enkele jaren geleden doodleuk voor een carrière in muziek. Met zelfgemaakte instrumenten en een volle glimlach speelt hij zijn rauwe bluesrocknummers voor een zonnebadend publiek. Seasick Steve ontpopt zich als echte entertainer. De anekdotes van Seasick Steve, bijvoorbeeld over zijn goede vriend Jack White, zijn minstens zo interessant als de muziek die hij maakt. Wel moet de bebaarde muzikant oppassen dat zijn show niet
saai wordt, door het steeds weer herhalen van zijn trucs. Bron:nu.nl door Lisa de Jongh
Vuige, rauwe bluesrock vol punky uitschieters: puur en onversneden. Seasick Steve is de opa die Jack en Meg nooit gehad hebben. Hoewel Steve 71 jaar geleden in Californië werd geboren, klinkt hij 100% Mississippi. De fles whisky naast zijn voet blijft het hele optreden binnen handbereik. Hij bouwt zijn eigen gitaren van afval. Aan de een zit een nutteloze deurknop van een Cadillac vast. Aan de ander een oude wieldop. Ook heeft hij er een die een oud bonenblik als klankkast heeft en nog een gitaar is niet meer dan een oude drempel. 'They all sound like shit' verzekert hij. Hij bespeelt zijn creaties met schroevendraaiers en lege flessen.
PLUS: De muziek van Seasick Steve gaat er ook vandaag in als koek. De lekker platte bluesriffs zijn stuk voor stuk aanstekelijk. De stampende beat van zijn eigen voet en de drums doen de rest. De twee verzuipen natuurlijk op zo'n enorm podium, maar op de schermen naast de bühne is het juist extra genieten van de twee baardmannen. Ze zouden zo de hoofdrol in de nieuwe Tarantino kunnen spelen. Steve is goedlachs en vertelt grappige anekdotes tussendoor. Af en toe onstaat tussen de nummers vanuit het publiek een spontaan: 'Steve, Steve, Steve'. Hoogtepunt van de show is het liefdesliedje dat hij speelt voor een meisje dat hij even ervoor zelf ('I'm gonne git me a little guhurrl') uit het publiek heeft opgehaald. Zo zou The Boss dat ook doen.
MIN: Eigenlijk is het nog iets te vroeg voor deze dronkemanstandem uit de USoA. En vooral te licht. Deze muziek leent zich het best voor een kleine, donkere kroeg waar de drank goedkoop is en de vrouwen ook. Uiteindelijk is het geluid behoorlijk te dun om het tegen deze mensenmassa op te nemen: het komt nauwelijks voorbij de eerste geluidstoren.
CONCLUSIE: Steve speelt hun oud, antieke muziek op geheel eigen authentieke wijze. De twee winnen het vandaag dik van dat andere gitaar/drums-duo Blood Red Shoes. Vandaag is het Pinkpopveld natuurlijk veel te groot voor de twee. Maar voor veel bezoekers van het festival is het een aangename entree. En als ooit blijkt dat Steve helemaal niet in de bak heeft gezeten en zich dat lekker luie accent heeft laten aanmeten door een manager, dan zijn we er toch maar mooi met z'n allen ingetrapt. Maar om Steve even te quoten: 'It's all good, it's all good.'
CIJFER: 4 door Robert Lagendijk (VPRO)/ Foto: L1
Donderende pauken, operastemmen en een orkestraal geluid met Grote Kanonnen zoals Wagner het alleen maar bedoeld kan hebben, zo begint van de show van Herbert Grönemeyer. Het nieuwe album trouwens ook. En dat is compleet iets anders dan de rock die hij op zijn doorbraak 4630 Bochum uit 1984 speelde. In dertig jaar tijd is de sympathieke Duitser uitgegroeid tot een mega-act met verdomd veel vrienden in Limburg. Vroeger was Grönemeyer de Duitse Herman Brood met een licht activistische inslag. Tegenwoordig neigt muziek meer naar die van BLØF, Borsato en Meeuwis. Zijn stem is rauwer geworden. Leuk weet-je-datje van zijn Wiki: 'Sinds 23/11/2007 is hij verkozen tot "Unsere Besten - Musikstars" in Duitsland. Tweede werd Udo Jürgens en derde Wolfgang Amadeus Mozart.'
PLUS: Grönemeyer wordt vandaag door het publiek - voor de 3FM Stage is het stampvol - met open armen ontvangen. Hij toert geregeld beneden de rivieren en dat heeft inmiddels een behoorlijke fanschare opgeleverd. Hij heeft er zelfs Nederlands door geleerd, wat hem extra sympathiek maakt. Hij rent tijdens de rocknummers met zijn oude lijf van de ene kant van het podium naar de andere. Bij de ingetogen stukken staat hij met zijn piano centraal in de spits. Het is een man die zijn gezicht durft te laten zien. Ooit verloor hij binnen drie dagen zijn vrouw en zijn broer aan kanker. Het nummer 'Der Weg' dat hij daarover schreef (en later werd vertaald door Guus Meeuwis) is een hoogtepunt. Het publiek huilt ongegeneerd met de Duitser mee. Maar er valt ook heel wat te lachen. Tussen de nummers vertelt hij in zijn lollige mix van Duits en Nederlands grappige anekdotes. 'Haaaartstiieke bedaaaankt, daaaat ies heeeeel lief.' Grönemeyer is een aardige man en een redelijke zanger die op zijn albums beter uit de verf komt. Verder is de show lekker afwisselend.
MIN: Herbert Grönemeyer maakt eigenlijk dertien-in-een-dozijnrock. De setting van vandaag blijft vreemd: een theateropstelling, met meerdere drummers, meerdere zangers en zangeressen en een saxofonist die op en af loopt. Er wordt geen foutje gemaakt. Sehr punktlich, zo gezegd. Het is überkitsch uit het straatje van De Toppers, De Symphonica in Rosso's en De Groots met een Zachte G's. Rammstein zonder gevaar. Wagner met een klein budget.
CONCLUSIE: Only at Pinkpop! Andere festivals (lees Lowlands) zouden vriendelijk bedanken voor de pathos van Herbert Grönemeyer en hem gewoon links laten liggen. Een lokale delicatesse, laten we het daarop houden. En mijnheer Grönemeyer, mocht uw Nederlands ooit nog beter worden en u leest dit, ik vind u ook haaaartstieke aaaaardig hoor! CIJFER: 7 door Robert Lagendijk (VPRO)/ Video: Youtube MrKeithMoon
Ska uit je vaders platenkast. Lees voor een uitgebreide beschrijving de recensie die ik in 2010 na de show op Lowlands schreef. Toen waren ze 'in de kracht van hun leven' en verdienden ze een 9. Vandaag schijnt de zon en lijkt een 10 onvermijdelijk.
PLUS: Do the dog, Dawning of a new era, Gangsters, It's up to you, Monkey man, Rat race, Doesn't make it alright, Hey little rich girl, Concrete jungle, Stereotype, Man at C&A, Do nothing, A message to you, Nite klub, Too much too young, Enjoy yourself, Little bitch, You're wondering now
MIN: Wat de show van Lowlands, twee jaar terug, zo tof maakte was de jonge-hondenspirit op het podium. Bandleden renden door elkaar, sprongen op en neer en tuimelden bijkans over elkaar heen. Die hectiek, de tijdloze nummers en een flinke portie sentiment maakten de ervaring onvergetelijk. Vandaag is om onduidelijke reden charmeur, oppergrapjas en spring-in-het-veld Neville Staple (zanger/toaster) er niet bij. Misschien heeft hij zich verslapen, misschien een griepje onder de leden of misschien heeft hij inmiddels weer de band verlaten. Zijn afwezigheid gooit roet in het eten van de andere bandleden. Cruciale kreten en stukjes tekst ontbreken en het lijkt iedere keer alsof dit voor de rest van de band als een verrassing komt. Bandleden kijken elkaar soms vragend aan en vullen de kleine hiaten zelf in. Het lijkt wel of ze op donderdagavond in de oefenruimte staan. De magie van The Specials verdwijnt met de minuut. Dieptepunt is 'Stereotype. Het nummer zakt in als een pudding en de band lijkt op een gegeven moment de draad kwijt. Het grote feest blijft uit.
CONCLUSIE: Met zanger Terry Hall gaat het na een lange periode van manisch depressiviteit weer goed. Het opnieuw gaan optreden met The Specials heeft volgens de literatuur zijn leven gered. Vandaag is hij in betere conditie dan op Lowlands, en zijn stem is prachtig. Maar zelfs dat kan de verder kwakkelende show niet redden.
CIJFER: 6,5 door Robert Lagendijk (VPRO)/ Video: Youtube Bert van der Waal van Dijk
Zweedse garage rock-'n-roll. In het begin nog heel absurdistisch en grillig, na een Amerikaanse doorbraak steeds meer richting popmuziek met een rock-'n-rollswing.
PLUS: Het eerste nummer op de nieuwe Hivesplaat is echt het domste dat ze ooit hebben gemaakt. De tekst gaat als volgt: 'Come on x34' punt. Nee, echt. Maar nu zijn The Hives ook een van de weinige bands die daar prima mee weg kunnen komen. Sterker, het is een te gekke opener van deze sterke setlist vol oud en nieuw. Alleen van debuutplaat Barely Legal uit 1997 wordt niets gespeeld. Voorman Howlin' Pelle Almqvist lijkt in de tussenliggende vijftien jaar nauwelijks ouder te zijn geworden. Hij springt, trapt, gooit en smijt en is nog steeds zo sjiek-arrogant als altijd. Zijn broertje Niklas Almqvist is die andere ster van de band. Hij maakt de meeste meters van alle bandleden en zorgt voor de dynamiek en timing. Het spel tussen hem en lijvige gitarist Mikael Karlsson is in de afgelopen jaren zo enorm knap geworden. Ze kunnen dezelfde partij spelen en akkoorden afwisselen, zonder een blik te kruisen. Ondertussen lult Pelle nog wat met het publiek. De helft van zijn woorden komt aan, dat is honderd procent meer dan voorheen. Met 'Hate To Say I Told You So', de nieuwe single' Go Right Ahead' en slottrack 'Tick Tick Boom' zorgen The Hives voor een sterk einde.
MIN: De nieuwe nummers 'Wait a Minute' en 'Patrolling Days' zijn niet zo sterk, de drie anderen wel overigens. Van de rammelige garagesound is anno nu niet veel meer over, The Hives zijn een wat nettere rockband geworden. De energie moet komen van de helft van de band, de rest staat er maar sullig bij. Een in ninjaoutfit gestoken roadie moet de oplossing zijn voor het gebrek aan een percussionist en is tegelijkertijd verantwoordelijk voor de microfoonsnoeren die constant in monitors en standaards blijven hangen. Het is een leuk bedoelde oplossing, maar zorgt voor veel onrust op het podium.
CONCLUSIE": Is het flauw om te zeggen dat Pelle vroegâh die opgegooide hoed gewoon had gevangen? Nee, sterker, dat hij hem op zijn hoofd had gevangen? Is het flauw om het exemplarisch voor The Hives anno 2012 te noemen? Een beetje wel hè. Maar feit is dat de hoogtijdagen definitief achter ze liggen. Wat we ervoor terug krijgen zijn nog steeds gretige en energieke gedistingeerde heren, ditmaal in smokings met hoeden in plaats van strakgesneden showpakken. Die nieuwe plaat is best aardig en de oude nummers worden echt niet heel anders gespeeld als tien jaar geleden, maar The Hives beginnen wel wat degelijk te worden. Is het dan een revelatie voor nieuwe generaties? Lastig, wie branie wil zien zal toch eerder meeschreeuwen met leeftijdsgenoten in plaats van een band met mannen die na afloop luiers moeten verschonen. Maar de jonge rock-'n-rollband die zoveel zulke goede liedjes schrijft, moet nog opstaan. Dus tot die tijd brullen we gewoon HATE TO SAY I TOLD YOU SO!!! CIJFER: 7 door Erik Zwennes (VPRO)/ Video: Youtube LiveFromHolland
Het veld loopt helemaal vol voor de jonge folkies uit Engeland. Ook in ons land is de band razend populair, vooral dankzij twee liedjes: 'Little Lion Man' en vooral 'The Cave'. Beide singles werden veel gedraaid op 3FM en de laatste won in 2010 zelfs de VPRO Song van het Jaar verkiezing. Mumford handelt in open, pakkende folkliedjes met Shakespeare-knipogen en een sterke drive, die ook live werkt. PLUS: Die drive zit hem vooral in de standvastige, eenvoudige basdrum, die Marcus Mumford zelf met zijn voet bedient. Bij twee nummers neemt hij plaats achter een uitgebreider drumstel, voor de rest is dit het. Daar omheen zoemen de meerstemmige harmonieën, de akoestische gitaren, staande bas en banjo. 'Little Lion Man' is het Mumfordrecept tot in perfectie: de opbouw, het staccato meezingrefrein: It was not you fould but mine, it was your heart on the line, I really fucked it up this time, didn't I my dear? Dan het lalala-bruggetje, en de ontploffing van nog een keer het refrein. Nieuwe nummers (die overigens stuk voor stuk al eerder gespeeld werden) als 'Below My Feet' en vooral 'Lover Of The Light' wijken niet af van het vaste stramien, en geven vertrouwen voor de nieuwe plaat. Wel opvallend dat veel nieuwe nummers ingetogener en trager zijn, maar wel met veel dynamiek.
MIN: Er mag wel wat vaart in deze show, zeg. Tussen de nummers door wordt zo lang gepriegeld met instrumenten dat niet de hele setlist afgemaakt kan worden. Veel nummers beginnen traag, met Mumford solo, even later bijgestaan door de andere stemmen. Kom maar door met die drum, denk je dan. En jawel. Opvallend hoe de aanwezigheid van strijkers en blazers niet echt leidt tot een groots geluid. Het zou mooi zijn als Mumford tekstueel de tegeltjeswijsheden buiten de deur zou kunnen houden. In these bodies we will live, in these bodies we will die. Where you invest your love, you invest your life. Mumford zit in het blokkenschema geklemd tussen twee karakters van formaat. Ze zitten allebei aandachtig en goedkeurend te kijken: op de eerste rij zit Seasick Steve, die voor velen hier de held van de dag was. In de coulissen niemand minder dan The Boss, die voor velen hier de held van hun leven is. Mumford is een begenadigd liedjesschrijver met een overtuigende stem, maar hij mist het karakter en de zeggingskracht van een echt grote muzikant.
CONCLUSIE: Dat neemt niet weg dat Pinkpop massaal uit de hand van deze band eet. Ook de nieuwe nummers kunnen al op aardig wat respons rekenen. En misschien moet de band wel weer gewoon een beetje opwarmen, zo koud uit de studio. De wereld houdt al intens van deze band, terwijl er nog verschrikkelijk veel te winnen valt. CIJFER: 7 door Atze de Vries (VPRO)/ Video: Youtube Alexander Senden
Pinkpop op Fonos
Op Fonos vindt u een schat aan albums van memorabele bands en artiesten uit Nederland die ooit furore maakten op Pinkpop. We hebben alvast tien tips voor u geselecteerd maar uiteraard is het aanbod niet beperkt tot deze juweeltjes...lees verder