43e EDITIE / 25e KEER IN LANDGRAAF
2012 Updated 4 juni 2017
Datum: 26 t/m 28 mei 2012
Acts: zie programma  Info voor Landgraaf bezoekers

Locatie: Megaland Landgraaf / Kaart van gebied rond Pinkpop met afgezette gebieden, parkeerplaatsen en campings

Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 160,00. losse dagkaart kost € 80,00 (v.v. prijzen excl. € 5,00 servicekosten).
De voorverkoop voor Pinkpop 2012 start zaterdag 3 maart
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, Koop je kaartje in ieder geval NIET hier.
Natuurlijk wel ff goed checken dat je originele kaarten koopt. Buro Pinkpop steunt de strijd tegen het doorverkopen van kaarten tegen woekerprijzen via de actie: weet waar je koopt.

Weer: heerlijk warm, droog en zonnig
Toeschouwers: 61.000 totaal

Presentatie: Eric Corton, Giel Beelen, Michiel Veenstra, Roosmarijn Reijmer

BELANGRIJKE OPROEP:
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten,
en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!

Recencies zaterdag  Recencies zondag  Krantenartikelen  Statistieken  Veel online videoclips  Meer online videoclips  Setlists  Pinkpop foto's  Cultura24


Serena Pryne & The Mandevilles
Zangeres Serena Pryne opent de laatste dag Pinkpop in de Converse-tent. De Canadese zangeres zal gewaardeerd worden door zowel fans van Anouk als van Ilse DeLange, al haalt ze het niveau van beide Nederlandse blondines zeker niet. Toch zijn haar liedjes ongecompliceerd prettig; countryrock van het zuiverste soort. De podiumpresentatie is behoorlijk uit balans. Pryne legt het er net iets te dik bovenop, terwijl haar gitarist en bassist staan te spelen als twee stroeve houthakkers. Vocaal vliegt Pryne een paar keer uit de bocht en ook de Lana Del Rey-cover is een misser. Serena Pryne blijft amper overeind op Pinkpop
Bron:
nu.nl door Pierre Oitmann

Twee particulier ogende dames die op het podium staan te fotograferen suggereren dat iemand er een persoonlijke missie van heeft gemaakt om deze Canadese te laten doorbreken. En waarom ook niet? Ook voor de overrijpe muziek van Beth Hart en Melissa Etheridge is markt in Nederland. Rauwe vrouwen met het hart op de tong, daar herkennen mensen zich kennelijk in. Pryne bracht dit voorjaar haar debuut uit, maar komt niet helemaal uit het niets. Ze timmerde al enige tijd aan de weg met de weinig succesvolle band Townline, toen nog met een i in haar achternaam. Dit solowerk is eigenlijk een soort voortzetting. Of een frisse herstart, wat je wilt.

PLUS: Die frisse start loopt als een rode draad door de songs. Neem single 'Heaven On The Highway', vroeg in de set, waarin Pryne verklaart de hemel op de snelweg te vinden. Haar liedjes gaan over de onrust in haar donder en mislukte liefdes, twee elementen die ongetwijfeld met elkaar in verband staan. Als een kind zo blij is de zangeres met het kleine beetje liefde dat ze uit Nederland krijgt. Dat heerlijk onbevangen optimisme misgun je niemand.

MIN: Zullen we haar dan maar niet zeggen dat het vermoedelijk niet heel veel meer wordt dan dit? Niet met dit matige songmateriaal, dat bol staat van de clichés, zowel muzikaal als tekstueel. En niet met die amateuristische podiumpresentatie. Vrijwel elk nummer legt Serena Pryna haar hoofd extatisch in haar nek, alsof ze de orgasmes nabootst die ze door die pijnlijke break-up misliep. Op de set staat ook een cover van Lana Del Reys 'Born To Die', die de band in maart ook al eens bij Giel Beelen deed. Haar countryversie is heel anders dan het origineel, maar één aspect van Lana's podiumkunst blijft fier overeind: ook Serena Pryne zingt wankel als een vlot op open zee.

CONCLUSIE: Dit is muziek voor teleurgestelde dertigers. Geschreven met een traan, live gebracht met een evangelische glimlach, uiteindelijk strandend op een zandbank van middelmaat. Ook hier, meneer Smeets, op deze spot had u De Heideroosjes hun waardige afscheid kunnen gunnen.
CIJFER: 4 door Atze de Vrieze (VPRO)/ Video: Youtube 3voor12


Rival Sons
Frontman Jay Buchanan is het stralende middelpunt van bluesrockbelofte Rival Sons, die maandag het 3FM Stage opent. Qua heupbewegingen en kleding doet hij denken aan Jim Morrison, maar zodra hij zijn strot open gooit komt de band gevaarlijk dicht in de buurt van The Black Crowes, Wolfmother en The Black Keys. Wat dit optreden zo indrukwekkend maakt is het muzikale vakmanschap van ieder bandlid en de chemie tussen hen. Het tempo van deze rock-'n'-soul blijft gedurende de set hoog en die energie slaat goed over op de kleine menigte voor het podium. Een ijzersterk begin van de dag.
Bron: nu.nl door Lisa de Jongh

MUZIEK: Van-dik-hout-zaagt-men-plankenhardrock uit het boekje: Rival Sons pakt Led Zeppelin, AC/DC en The Black Crowes, stopt het in een blender en zoekt er een bijpassende garderobe bij.

PLUS: Sommige nummers hebben best een aardige bluesrock groove. 'Pressure & Time', de titeltrack van het laatste album, is een song die met een catchy Jimmy Page riff en een psychedelische baslijn de interesse wekt. Ook 'Gypsy Heart' steekt erbovenuit met een fuzzy gitaartje en een goeie break in het refrein. Bands als deze werken eigenlijk helemaal niet zo verkeerd op Pinkpop. Elk jaar staat er wel een: wat te denken van Shine Down in 2009 bijvoorbeeld. Puberjongens die net de platenkast van hun vader ontdekt hebben, gaan hier best hard op. Ook de aanwezige vaders zelf staan goedkeurend mee te knikken op de maat.

MIN: Nergens komt Rival Sons ook maar in de buurt van zijn illustere voorbeelden uit de rockgeschiedenis. De band doet erg hun best Frontman Jay Buchanan heeft wel alle maniertjes van Robert Plant, maar niet de strot. Gitarist Scott Holiday neemt wel het gesoigneerde uiterlijk van Steve Vai over, maar zijn shred solo's zijn technisch stukken minder. Buchanan kondigt zijn songs aan met teksten als 'This is a song about falling in love with a stripper.' De teksten tijdens de nummers zijn van hetzelfde laken een pak: I've got a big appetite, and you know a man has got to eat / Well you love your candy, open up for something twice as sweet zingt Buchanan in het verschrikkelijke 'All Over The Road'. Laat in de set maakt de frontman het er nog erger op door het nummer 'Soul' aan te kondigen met een quasi-filosofische introductie: we eten en denken weliswaar hetzelfde, maar wat ons onderscheidt is dat onze ziel anders is dan die van onze buurman in het publiek. Nou thanks man, met deze levenswijsheid kunnen we weer verder. 'Soul' was eigenlijk aangekondigd als laatste nummer, maar helaas blijkt er nog tijd over te zijn. Tijd die door Rival Sons gebruikt wordt om een nieuw dieptepunt te bereiken: een lang uitgesponnen versie van albumtrack 'I Want More' van de eerste plaat Before The Fire. Wel tien keer lijkt de track het slot te bereiken, maar telkens blijkt het toch weer een break te zijn en gaat het nummer weer verder. Als het dan eindelijk tijd is om te stoppen, wordt het slot zó lang gerekt alsof de band net drie uur lang een geweldige show heeft staan spelen.

CONCLUSIE: Wat een nare band is dit.
CIJFER: 3 door Sjoerd Huismans (VPRO)/ Foto: L1


Gars Pardoel
Nieuwkomer Gers Pardoel heeft het dit afgelopen jaar helemaal gemaakt. Pinkpop is dan een extra lekker toetje na de zoete smaak van zijn prille succes. De rapper geniet met volle teugen tijdens zijn optreden en hij weet het publiek goed te bespelen.
Hij benut het podium optimaal. De toeschouwers worden onder meer getrakteerd op Broodje Bakpao en Pardoel vertelt dat op Pinkpop zijn videoclip opgenomen wordt. Als kers op de taart krijgt Gers Pardoel een platina plaat uitgereikt voor zijn debuutalbum Deze Wereld Is Van Jou.
Bron: nu.nl door Lisa de Jongh

De Rotterdamse Nijmegenaar is in een bizar tempo de Marco Borsato van het moment geworden; Lange Frans, maar dan zonder gezochte samenwerkingen en geforceerde liedjes. Gers Pardoel heeft met Deze Wereld Is Van Jou een heel persoonlijk en muzikaal debuutalbum afgeleverd. Soms wat opportuun richting Kinderen voor Kinderen-rap, maar dan weer zeer persoonlijk en tekstueel knap. Gelukkig hoeven we ons anno nu niet meer druk te maken over de non-discussie of Gers wel 'echte hiphop' maakt. Want van Boef en de Gelogeerde Aap tot Kleine Viezerik, Sticks tot Polska, het hiphoplandschap is in Nederland inmiddels zo breed als de Nijldelta. Natuurlijk zal Gers met zijn artistieke keuzes op het debuut een aantal liefhebbers van oudere tracks als 'Op Zoek naar de Symfonie' zijn kwijtgeraakt. Daarvoor in de plaats heeft hij een publiek gewonnen dat hem zelfs naar de Pinkpop Mainstage brengt.

PLUS: Gers heeft een knappe plaat gemaakt, maar maakte hier live nog wel eens een rommeltje van door er net iets te gemakzuchtig en vergeetachtig mee om te gaan. Niet gek, gezien zijn agenda, maar daar heeft publiek natuurlijk maling aan. Vandaag is Pardoel fris, energiek en scherp. Zijn band heeft-ie onder controle en wanneer hij een nadruk wil leggen in een tekst, schuift de dj de beat weg en reageert de ritmesectie direct. Hier zitten heel wat dagen repetitie in. Tijdens 'Money en de Faam' schieten de Gersbiljetten van vijftig geuro's door de lucht (Rap monnie is nep). Tijdens 'Zweef' voegen de drummer en gitarist daadwerkelijk wat toe. Bij het nummer 'Zijn' wordt op Pinkpop de clip opgenomen. Voor 'Broodje Bakpao' zijn The Opposites en Sef meegekomen die al hakkend het podium op stormen. Sef blijft hangen voor 'Bagagedrager' waar de twee nog even droogjes over keuvelen. Gers speelt zelf de eerste tonen van 'Ik Ga Hard' waar Adjedonnie ook het podium voor op rent. Springend brengen ze de weide naar een hoogtepunt. Slotstuk 'Ik Neem Je Mee' krijgt eerst een publieksbewerking waarna Gers de track voor de zoveelhonderste keer vol enthousiasme rapt. Tot ver achter de geluidstoren gaan de handen in de lucht.

MIN: Die opkomst met twee lilliputters in beveiligersplakpakken is hem vergeven, maar de band niet. Wat een druivenclubje is dit. Er wordt geen kans gemist om een lelijke gitaarlick of solo te plaatsen, de dikke producties worden veelal live gespeeld en dan zijn de toeters die producer Snelle Jelle zo slim onder 'Morgen Ben Ik Rijk' legde ineens nauwelijks hoorbaar. Een band die niet hoort waar de kracht van een nummer zit, is verloren. Zelfs clubbanger 'Ik Ga Hard' krijgt een dodelijke gitaarsolo te verduren. Werkelijk alle sessiemuzikantenclichés worden tentoongespreid. Alleen is de drummer niet kaal en heeft hij geen piratendoekje om zijn hoofd gebonden.

CONCLUSIE: Gers Pardoel heeft zogezegd op zijn debuut een bepaalde artieke koers gevaren, overigens nog steeds behoorlijk divers. Live trekt hij die keuze nog wat verder door met een sessiemuzikantenband, een popsetlist en geen al te gekke uitspattingen. Het zorgt voor een aanstekelijk optreden dat drijft op een golf van positiviteit en meezingers. Muzikaal is de band een flinke domper. Muzikale vrienden The Opposites, Sef, Dio en De Jeugd van Tegenwoordig hebben al eerder laten zien dat een livevertaling voor een groot en breed publiek niet hoeft te betekenen dat elke brug ingevuld hoeft te worden met een lelijke gitaarsolo of nietszeggend pianogefriemel. Het is Gers zelf die de nummers hun glans geeft. Door zijn energie en enthousiasme, fijne dictie en oprechte dankbaarheid voor de massale opkomst. Haakt die zure VPRO weer af wanneer een artiest het grote publiek bereikt? Nee, absoluut niet. Maar deze band... dat heeft zo'n jongen toch niet nodig.
CIJFER: 6,5 door Erik Zwennes (VPRO)/ Video: Youtube MuziekMarkieMarc


Jonathan Jeremiah
Toch kwam zijn debuutalbum er. Acht jaar nachtdiensten draaien waren er voor nodig, maar in 2010 kon Jeremiah fatsoenlijke opnames betalen in een mooie oude analoge studio met professionele muzikanten. A Solitary Man is een zorgvuldig georchestreerde retrosoulplaat met complete blaas- en strijksecties, die bomvol staat van de knipogen naar zijn songwriterhelden Burt Bacharach, Chris Rea en James Taylor. Leuk voor de meisjes én hun moeders in het publiek. Het is dat er niet 33 1/3 keer per minuut een droge tik of kraak klinkt, anders was je ervan overtuigd dat-ie in 1972 was opgenomen in plaats van 2010.

PLUS: Het is helemaal niet zo gek dat Jonathan Jeremiah naar Pinkpop mag komen. Het mag dan zijn grootste optreden tot nu toe zijn, maar eerder stond hij ook al op de BBC Hyde Park concerten. Bovendien heeft-ie met 'Lost' en 'Happiness' twee fijne singles op zak die het op 3FM leuk hebben gedaan. Ook op Pinkpop zijn het de hoogtepunten in de set, samen met een spannend freakende Massive Attack cover ('Protection') en 'Young Blood' van The Naked & Famous. Zijn gebrek aan podiumervaring compenseert Jeremiah met een prima gevoel voor timing en ontwapenende babbeltjes met het publiek.

MIN: Vier uitschieters in een set van een uur is gewoon te weinig, zeker als de opvulling zo saai is. Na de opnames van het album was het geld op, en dus tourt Jeremiah met een uitgeklede versie van zijn studioband. De blaassectie bestaat uit één trombone, hele strijkerspartijen moeten worden verzorgd door één cellist. En dan hoor je pas goed dat het merendeel van de songs eigenlijk matig in elkaar steekt, en teksten clichébeelden schetsen van dansen in de zon en de meisjes die voorbij lopen in het park. Voorspelbare verhaaltjes, voorspelbare liedjes. Dat het geluid maar tot halverwege de tent draagt helpt evenmin.

CONCLUSIE: Jonathan Jeremiah is zo'n jongen die je het allerbeste gunt en die je het liefst naar huis zou sturen met een acht. En er zitten hele leuke momenten in de set, helaas veel te weinig. Lieve jongen, ongevaarlijke liedjes, maar het is niet genoeg: al binnen een kwartier is een groot deel van het publiek in de Converse Stage zijn heil gaan zoeken bij de Blood Red Shoes op de 3FM Stage. Wellicht dat het met een grotere band minder was opgevallen, maar waarschijnlijk zou ook die niet kunnen verhullen dat veel van de liedjes simpelweg veel te makkelijk in elkaar steken. Jonathan Jeremiah is deze middag als een pannenkoek bij de lunch: best lekker en naar grootmoeders recept, maar een culinair hoogstandje is het niet.

CIJFER: 6 door Tomas Delsing (VPRO)/ Foto: L1


Blood Red Shoes
Dat indierockband Blood Red Shoes slechts uit de twee muzikanten Laura-Mary Carter en Steven Ansell bestaat, is zowel een sterkte als een zwakte. Het blijft indrukwekkend om het duo aan het werk te zien en het geluid dat wordt geproduceerd is vol en levendig. Zodra één van hen echter de fout in gaat, is de balans in de muziek verdwenen. Dat gebeurt zo nu en dan, waardoor er een slordige set ontstaat. Een verveelde blik van Carter laat blijken dat de twee het eigenlijk niet zo veel uit maakt. Een slechte dag, laten we het daar op houden.
Bron:
nu.nl door Lisa de Jongh

Blood Res Shoes is een powerduo uit de Engelse badplaats Brighton, met Laura-Marty Carter op gitaar en Steve Ansell op drums. Samen nemen ze de vocalen op zich. De eerste twee albums van het duo staan vol met agressieve, punky rocksongs. Voor het laatste album vond de band dat die formule uitgewerkt was, en koos voor meer diepte en rustmomenten. Met tegenvallend resultaat, helaas: melancholieke ballads als 'Night Light' zijn niet het ding van Blood Red Shoes.

PLUS: Het duo valt met de deur in huis: knaller 'It's Getting Boring By The Sea' is het openingsnummer. De voet blijft daarna stevig op het gaspedaal met het eveneens hard rockende 'Don't Ask', het openingsnummer van tweede album Fire Like This. De nieuwe single 'Cold' valt ook in die categorie. Andere songs van In Time To Voices, zoals het titelnummer, krijgen live een opzwepende uitvoering. Hard rocken kunnen de twee nog als vanouds. Aan het begin wordt er alleen een voorzichtig 'dank je wel' gemompeld na de nummers, maar gaandeweg de show komt in ieder geval Steven Ansell wat los. 'Are you looking forward to seeing The Boss tonight?' vraagt hij het publiek, en wijst op zijn T-shirt van Bruce Springsteen & The E-Street Band. Zelf heeft hij zijn helden nog nooit in actie gezien. De trippy, shoegaze-achtige drugstrack 'Colours Fade' draagt Ansell op aan 'all the morning stoners', wat met gejuich begroet wordt.

MIN: Mag dit de volgende keer alsjeblieft weer gewoon in de tent? Het is op deze gemoedelijke middag voor de grote 3FM Stage veel te zonnig voor de portie zwartgallige, rauwe punkrock die Blood Red Shoes te bieden heeft. En leeg bovendien: het publiek is slechts in kleinen getale toegestroomd voor de band uit Brighton. Pas bij 'Light It Up' - een van de beste nummers van de tweede plaat - komt de sfeer er wat in. Die blijft daarna wel goed hangen; er verschijnt zelfs een vlaag van een lachje op de nogal chagrijnige smoel van Carter. Maar pas tegen het einde van de set komt het publiek echt in beweging bij 'I Wish I Was Someone Better'. Deze muziek vraagt normaal gesproken toch om een bescheiden moshpit en een stuk of wat crowdsurfers, maar het zit er vanmiddag niet in. Daarnaast is de zang van Carter wat aan de vlakke kant, en staan de vocalen te laag in de mix. Nergens komt de rauwe agressie van de albums vocaal echt tot uitdrukking.

CONCLUSIE: Zou de band doorhebben dat het laatste album wat tegenvalt? Slechts vier nummers van In Time To Voices brengt de band vanmiddag, en dan ook nog eens de vier meest 'ouderwets' harde tracks (met name het beukende 'Je Me Perds', vanmiddag de afsluiter). Blood Red Shoes kiest voor de veilige weg door de set te bouwen rondom de hard rockende songs in hun oeuvre. Een verstandige keuze.
CIJFER: 7 door Sjoerd Huismans (VPRO)/ Video: Youtube Eric Floaters


Sea Sick Steve
In plaats van met pensioen te gaan, koos Seasick Steve enkele jaren geleden doodleuk voor een carrière in muziek. Met zelfgemaakte instrumenten en een volle glimlach speelt hij zijn rauwe bluesrocknummers voor een zonnebadend publiek. Seasick Steve ontpopt zich als echte entertainer. De anekdotes van Seasick Steve, bijvoorbeeld over zijn goede vriend Jack White, zijn minstens zo interessant als de muziek die hij maakt. Wel moet de bebaarde muzikant oppassen dat zijn show niet saai wordt, door het steeds weer herhalen van zijn trucs.
Bron: nu.nl door Lisa de Jongh

Vuige, rauwe bluesrock vol punky uitschieters: puur en onversneden. Seasick Steve is de opa die Jack en Meg nooit gehad hebben. Hoewel Steve 71 jaar geleden in Californië werd geboren, klinkt hij 100% Mississippi. De fles whisky naast zijn voet blijft het hele optreden binnen handbereik. Hij bouwt zijn eigen gitaren van afval. Aan de een zit een nutteloze deurknop van een Cadillac vast. Aan de ander een oude wieldop. Ook heeft hij er een die een oud bonenblik als klankkast heeft en nog een gitaar is niet meer dan een oude drempel. 'They all sound like shit' verzekert hij. Hij bespeelt zijn creaties met schroevendraaiers en lege flessen.

PLUS: De muziek van Seasick Steve gaat er ook vandaag in als koek. De lekker platte bluesriffs zijn stuk voor stuk aanstekelijk. De stampende beat van zijn eigen voet en de drums doen de rest. De twee verzuipen natuurlijk op zo'n enorm podium, maar op de schermen naast de bühne is het juist extra genieten van de twee baardmannen. Ze zouden zo de hoofdrol in de nieuwe Tarantino kunnen spelen. Steve is goedlachs en vertelt grappige anekdotes tussendoor. Af en toe onstaat tussen de nummers vanuit het publiek een spontaan: 'Steve, Steve, Steve'. Hoogtepunt van de show is het liefdesliedje dat hij speelt voor een meisje dat hij even ervoor zelf ('I'm gonne git me a little guhurrl') uit het publiek heeft opgehaald. Zo zou The Boss dat ook doen.

MIN: Eigenlijk is het nog iets te vroeg voor deze dronkemanstandem uit de USoA. En vooral te licht. Deze muziek leent zich het best voor een kleine, donkere kroeg waar de drank goedkoop is en de vrouwen ook. Uiteindelijk is het geluid behoorlijk te dun om het tegen deze mensenmassa op te nemen: het komt nauwelijks voorbij de eerste geluidstoren.

CONCLUSIE: Steve speelt hun oud, antieke muziek op geheel eigen authentieke wijze. De twee winnen het vandaag dik van dat andere gitaar/drums-duo Blood Red Shoes. Vandaag is het Pinkpopveld natuurlijk veel te groot voor de twee. Maar voor veel bezoekers van het festival is het een aangename entree. En als ooit blijkt dat Steve helemaal niet in de bak heeft gezeten en zich dat lekker luie accent heeft laten aanmeten door een manager, dan zijn we er toch maar mooi met z'n allen ingetrapt. Maar om Steve even te quoten: 'It's all good, it's all good.' CIJFER: 4 door Robert Lagendijk (VPRO)/ Foto: L1


Miike Snow

De Zweedse band Miike Snow staat live met vijf man sterk om zijn dampende electropop ten gehore te brengen. Dat pakt goed uit: de degelijk opgebouwde popliedjes worden gedoopt in een sfeervolle, grootse productie. Vooral de hit Paddling Out komt goed uit de verf.

De groep is gedurende het optreden omgeven door een dik rookgordijn, dat zelfs zo dik is dat de lampen er niet doorheen komen. Tegen het einde van de show wordt het beperkte zicht behoorlijk irritant. Muzikaal gezien is het optreden gelukkig dik in orde en wordt er nog hevig gedanst op single Animal.
Bron:
nu.nl door Lisa de Jongh


Herbert Grönemeyer
In recente jaren heeft er een herwaardering plaatsgevonden voor het werk van de Duitse zanger en liedjesschrijver Herbert Grönemeyer. Niet alleen vanwege een paar sterke albums, maar ook omdat Guus Meeuwis met vertalingen van zijn liedjes aan de haal ging.

Grönemeyer speelt zowel oud als recent werk en voorziet haast ieder liedje van een uitgebreide introductie in gebroken Engels of een mix van Duits en Nederlands. Hij toont zich een bevlogen muzikant, die een oerdegelijke show neerzet. Geen typische Pinkpop-artiest, al wordt er luidkeels meegezongen met nummers als Der Weg en Mensch.
Bron:
nu.nl door Pierre Oitmann

Donderende pauken, operastemmen en een orkestraal geluid met Grote Kanonnen zoals Wagner het alleen maar bedoeld kan hebben, zo begint van de show van Herbert Grönemeyer. Het nieuwe album trouwens ook. En dat is compleet iets anders dan de rock die hij op zijn doorbraak 4630 Bochum uit 1984 speelde. In dertig jaar tijd is de sympathieke Duitser uitgegroeid tot een mega-act met verdomd veel vrienden in Limburg. Vroeger was Grönemeyer de Duitse Herman Brood met een licht activistische inslag. Tegenwoordig neigt muziek meer naar die van BLØF, Borsato en Meeuwis. Zijn stem is rauwer geworden. Leuk weet-je-datje van zijn Wiki: 'Sinds 23/11/2007 is hij verkozen tot "Unsere Besten - Musikstars" in Duitsland. Tweede werd Udo Jürgens en derde Wolfgang Amadeus Mozart.'

PLUS: Grönemeyer wordt vandaag door het publiek - voor de 3FM Stage is het stampvol - met open armen ontvangen. Hij toert geregeld beneden de rivieren en dat heeft inmiddels een behoorlijke fanschare opgeleverd. Hij heeft er zelfs Nederlands door geleerd, wat hem extra sympathiek maakt. Hij rent tijdens de rocknummers met zijn oude lijf van de ene kant van het podium naar de andere. Bij de ingetogen stukken staat hij met zijn piano centraal in de spits. Het is een man die zijn gezicht durft te laten zien. Ooit verloor hij binnen drie dagen zijn vrouw en zijn broer aan kanker. Het nummer 'Der Weg' dat hij daarover schreef (en later werd vertaald door Guus Meeuwis) is een hoogtepunt. Het publiek huilt ongegeneerd met de Duitser mee. Maar er valt ook heel wat te lachen. Tussen de nummers vertelt hij in zijn lollige mix van Duits en Nederlands grappige anekdotes. 'Haaaartstiieke bedaaaankt, daaaat ies heeeeel lief.' Grönemeyer is een aardige man en een redelijke zanger die op zijn albums beter uit de verf komt. Verder is de show lekker afwisselend.

MIN: Herbert Grönemeyer maakt eigenlijk dertien-in-een-dozijnrock. De setting van vandaag blijft vreemd: een theateropstelling, met meerdere drummers, meerdere zangers en zangeressen en een saxofonist die op en af loopt. Er wordt geen foutje gemaakt. Sehr punktlich, zo gezegd. Het is überkitsch uit het straatje van De Toppers, De Symphonica in Rosso's en De Groots met een Zachte G's. Rammstein zonder gevaar. Wagner met een klein budget.

CONCLUSIE: Only at Pinkpop! Andere festivals (lees Lowlands) zouden vriendelijk bedanken voor de pathos van Herbert Grönemeyer en hem gewoon links laten liggen. Een lokale delicatesse, laten we het daarop houden. En mijnheer Grönemeyer, mocht uw Nederlands ooit nog beter worden en u leest dit, ik vind u ook haaaartstieke aaaaardig hoor!
CIJFER: 7 door Robert Lagendijk (VPRO)/ Video: Youtube MrKeithMoon


The Specials
Na een uiterst succesvol optreden op Lowlands verleden jaar, is de Britse skaband The Specials nu op Pinkpop te bewonderen - na een afwezigheid van ruim dertig jaar. Een groot deel van de toeschouwers was toen nog niet eens geboren, maar hits als Gangsters, Too Much Too Young en Rat Race zijn tijdloos.

Hoewel de band een vocalist mist, draait de machine op volle toeren. De groep zelf raakt niet oververhit, al heeft het Rode Kruis zijn handen vol op het warmste moment van de dag. Het is aannemelijk dat The Specials daar tenminste voor een deel debet aan is. Een van de onbetwiste hoogtepunten van Pinkpop 2012
Bron:
nu.nl door Pierre Oitmann

Ska uit je vaders platenkast. Lees voor een uitgebreide beschrijving de recensie die ik in 2010 na de show op Lowlands schreef. Toen waren ze 'in de kracht van hun leven' en verdienden ze een 9. Vandaag schijnt de zon en lijkt een 10 onvermijdelijk.

PLUS: Do the dog, Dawning of a new era, Gangsters, It's up to you, Monkey man, Rat race, Doesn't make it alright, Hey little rich girl, Concrete jungle, Stereotype, Man at C&A, Do nothing, A message to you, Nite klub, Too much too young, Enjoy yourself, Little bitch, You're wondering now

MIN: Wat de show van Lowlands, twee jaar terug, zo tof maakte was de jonge-hondenspirit op het podium. Bandleden renden door elkaar, sprongen op en neer en tuimelden bijkans over elkaar heen. Die hectiek, de tijdloze nummers en een flinke portie sentiment maakten de ervaring onvergetelijk. Vandaag is om onduidelijke reden charmeur, oppergrapjas en spring-in-het-veld Neville Staple (zanger/toaster) er niet bij. Misschien heeft hij zich verslapen, misschien een griepje onder de leden of misschien heeft hij inmiddels weer de band verlaten. Zijn afwezigheid gooit roet in het eten van de andere bandleden. Cruciale kreten en stukjes tekst ontbreken en het lijkt iedere keer alsof dit voor de rest van de band als een verrassing komt. Bandleden kijken elkaar soms vragend aan en vullen de kleine hiaten zelf in. Het lijkt wel of ze op donderdagavond in de oefenruimte staan. De magie van The Specials verdwijnt met de minuut. Dieptepunt is 'Stereotype. Het nummer zakt in als een pudding en de band lijkt op een gegeven moment de draad kwijt. Het grote feest blijft uit.

CONCLUSIE: Met zanger Terry Hall gaat het na een lange periode van manisch depressiviteit weer goed. Het opnieuw gaan optreden met The Specials heeft volgens de literatuur zijn leven gered. Vandaag is hij in betere conditie dan op Lowlands, en zijn stem is prachtig. Maar zelfs dat kan de verder kwakkelende show niet redden. CIJFER: 6,5 door Robert Lagendijk (VPRO)/ Video: Youtube Bert van der Waal van Dijk


Chef' Special
Het succes van de Haarlemse groep Chef' Special is sterk toegenomen. Een plekje op Pinkpop is een welverdiend cadeautje, maar de heren nemen het niet voor lief. Alles wordt uit de kast gehaald om deze show onvergetelijk te maken voor het publiek en de band zelf.
De trukendoos die wordt opengetrokken bevat meezingers, zonnige reggaepop, stomende funk en zelfs dreunende beats. Dat heeft een bescheiden feestje tot gevolg. Het is misschien wat te veel van het goede, al weten we nu in ieder geval waar Chef' Special allemaal toe in staat is.
Bron:
nu.nl door Lisa de Jongh


The Hives
"Vanavond geven we jullie alles wat jullie willen, jullie wisten alleen niet dat jullie het wilden", schreeuwt zanger Pelle Almqvist van de Zweedse rockband The Hives. De band is overtuigd van zijn eigen gelijk en die attitude past goed bij de snelle, strakke en snedige garagerockliedjes die over het publiek worden uitgespuwd.

De Zweden knallen vanaf de eerste noot, al is het einde nogal abrupt. Het lijkt alsof de bandleden nog een toegift willen geven wanneer ze hun instrumenten neerleggen, maar na wat handjes geschud te hebben is de band pleite. Een teleurstellend einde van een anderzijds vlammende en overtuigende rockshow.
Bron:
nu.nl door Pierre Oitmann

Zweedse garage rock-'n-roll. In het begin nog heel absurdistisch en grillig, na een Amerikaanse doorbraak steeds meer richting popmuziek met een rock-'n-rollswing.

PLUS: Het eerste nummer op de nieuwe Hivesplaat is echt het domste dat ze ooit hebben gemaakt. De tekst gaat als volgt: 'Come on x34' punt. Nee, echt. Maar nu zijn The Hives ook een van de weinige bands die daar prima mee weg kunnen komen. Sterker, het is een te gekke opener van deze sterke setlist vol oud en nieuw. Alleen van debuutplaat Barely Legal uit 1997 wordt niets gespeeld. Voorman Howlin' Pelle Almqvist lijkt in de tussenliggende vijftien jaar nauwelijks ouder te zijn geworden. Hij springt, trapt, gooit en smijt en is nog steeds zo sjiek-arrogant als altijd. Zijn broertje Niklas Almqvist is die andere ster van de band. Hij maakt de meeste meters van alle bandleden en zorgt voor de dynamiek en timing. Het spel tussen hem en lijvige gitarist Mikael Karlsson is in de afgelopen jaren zo enorm knap geworden. Ze kunnen dezelfde partij spelen en akkoorden afwisselen, zonder een blik te kruisen. Ondertussen lult Pelle nog wat met het publiek. De helft van zijn woorden komt aan, dat is honderd procent meer dan voorheen. Met 'Hate To Say I Told You So', de nieuwe single' Go Right Ahead' en slottrack 'Tick Tick Boom' zorgen The Hives voor een sterk einde.

MIN: De nieuwe nummers 'Wait a Minute' en 'Patrolling Days' zijn niet zo sterk, de drie anderen wel overigens. Van de rammelige garagesound is anno nu niet veel meer over, The Hives zijn een wat nettere rockband geworden. De energie moet komen van de helft van de band, de rest staat er maar sullig bij. Een in ninjaoutfit gestoken roadie moet de oplossing zijn voor het gebrek aan een percussionist en is tegelijkertijd verantwoordelijk voor de microfoonsnoeren die constant in monitors en standaards blijven hangen. Het is een leuk bedoelde oplossing, maar zorgt voor veel onrust op het podium.

CONCLUSIE": Is het flauw om te zeggen dat Pelle vroegâh die opgegooide hoed gewoon had gevangen? Nee, sterker, dat hij hem op zijn hoofd had gevangen? Is het flauw om het exemplarisch voor The Hives anno 2012 te noemen? Een beetje wel hè. Maar feit is dat de hoogtijdagen definitief achter ze liggen. Wat we ervoor terug krijgen zijn nog steeds gretige en energieke gedistingeerde heren, ditmaal in smokings met hoeden in plaats van strakgesneden showpakken. Die nieuwe plaat is best aardig en de oude nummers worden echt niet heel anders gespeeld als tien jaar geleden, maar The Hives beginnen wel wat degelijk te worden. Is het dan een revelatie voor nieuwe generaties? Lastig, wie branie wil zien zal toch eerder meeschreeuwen met leeftijdsgenoten in plaats van een band met mannen die na afloop luiers moeten verschonen. Maar de jonge rock-'n-rollband die zoveel zulke goede liedjes schrijft, moet nog opstaan. Dus tot die tijd brullen we gewoon HATE TO SAY I TOLD YOU SO!!!
CIJFER: 7 door Erik Zwennes (VPRO)/ Video: Youtube LiveFromHolland


Mumford & Sons
Naast Bruce Springsteen is uiteraard ook Mumford & Sons één van de grote publiekstrekkers van de dag. De band start traag op, doordat het podiumgeluid nog niet optimaal is. Als alles eenmaal in balans is, concentreert de groep zich volledig op zijn performance.

De band waagt zich aan veelbelovend nieuw materiaal, maar het zijn toch hits als Little Lion Man en The Cave die een uitzinnig publiek tot gevolg hebben. Tussen de klassiekers door is de menigte jammer genoeg snel afgeleid. Desalniettemin, een show die voor veel kippenvelmomenten zorgt.
Bron:
nu.nl door Lisa de Jongh

Het veld loopt helemaal vol voor de jonge folkies uit Engeland. Ook in ons land is de band razend populair, vooral dankzij twee liedjes: 'Little Lion Man' en vooral 'The Cave'. Beide singles werden veel gedraaid op 3FM en de laatste won in 2010 zelfs de VPRO Song van het Jaar verkiezing. Mumford handelt in open, pakkende folkliedjes met Shakespeare-knipogen en een sterke drive, die ook live werkt.
PLUS: Die drive zit hem vooral in de standvastige, eenvoudige basdrum, die Marcus Mumford zelf met zijn voet bedient. Bij twee nummers neemt hij plaats achter een uitgebreider drumstel, voor de rest is dit het. Daar omheen zoemen de meerstemmige harmonieën, de akoestische gitaren, staande bas en banjo. 'Little Lion Man' is het Mumfordrecept tot in perfectie: de opbouw, het staccato meezingrefrein: It was not you fould but mine, it was your heart on the line, I really fucked it up this time, didn't I my dear? Dan het lalala-bruggetje, en de ontploffing van nog een keer het refrein. Nieuwe nummers (die overigens stuk voor stuk al eerder gespeeld werden) als 'Below My Feet' en vooral 'Lover Of The Light' wijken niet af van het vaste stramien, en geven vertrouwen voor de nieuwe plaat. Wel opvallend dat veel nieuwe nummers ingetogener en trager zijn, maar wel met veel dynamiek.

MIN: Er mag wel wat vaart in deze show, zeg. Tussen de nummers door wordt zo lang gepriegeld met instrumenten dat niet de hele setlist afgemaakt kan worden. Veel nummers beginnen traag, met Mumford solo, even later bijgestaan door de andere stemmen. Kom maar door met die drum, denk je dan. En jawel. Opvallend hoe de aanwezigheid van strijkers en blazers niet echt leidt tot een groots geluid. Het zou mooi zijn als Mumford tekstueel de tegeltjeswijsheden buiten de deur zou kunnen houden. In these bodies we will live, in these bodies we will die. Where you invest your love, you invest your life. Mumford zit in het blokkenschema geklemd tussen twee karakters van formaat. Ze zitten allebei aandachtig en goedkeurend te kijken: op de eerste rij zit Seasick Steve, die voor velen hier de held van de dag was. In de coulissen niemand minder dan The Boss, die voor velen hier de held van hun leven is. Mumford is een begenadigd liedjesschrijver met een overtuigende stem, maar hij mist het karakter en de zeggingskracht van een echt grote muzikant.

CONCLUSIE: Dat neemt niet weg dat Pinkpop massaal uit de hand van deze band eet. Ook de nieuwe nummers kunnen al op aardig wat respons rekenen. En misschien moet de band wel weer gewoon een beetje opwarmen, zo koud uit de studio. De wereld houdt al intens van deze band, terwijl er nog verschrikkelijk veel te winnen valt.
CIJFER: 7 door Atze de Vries (VPRO)/ Video: Youtube Alexander Senden


Paul Kalkbrenner
Berliner technoheld van het eerste uur. Kalkbrenner is al meer dan vijftien jaar bezig in de Duitse hoofdstad, maar beleefde zijn doorbraak naar het grote publiek met 'Sky And Sand', de grote hit van de soundtrack bij techno-film Berlin Calling (2009), waarin hij ook de hoofdrol speelt. In die vijftien jaar heeft Kalkbrenner zijn sound uitgediept tot op de nanometer, zonder daarin radicale koerswijzigingen te hoeven maken: binnen het minimalistische en zo melodieuze geluid is immers genoeg te variëren. 'Selber' (2001) heeft een geheel eigen sound, maar zou toch prima op het laatste album Icke Wieder (2011) hebben gepast. Knap.

PLUS: Wat een timing! En wat een opbouw! Die dubstepjongens hebben het eigenlijk maar makkelijk zeg: als de drop komt gaat iedereen los. Als dat niet gebeurt was 'ie te zacht en maak je 'm de volgende keer gewoon harder. Punt. Een wereld van verschil met de set van vanavond: tracks worden vanaf de grond opgebouwd. Laagje voor laagje voor laagje wordt langzaamaan naar een climax gebouwd. Kalkbrenner staat als architect en bouwer van zijn steeds hoger wordende Jengatoren achter de decks: af en toe een blokje eraf, om er dan weer heel voorzichtig twee andere voor in de plaats te leggen. Met het groeien van de toren neemt ook de spanning toe: als die niet meer te houden is, volgt er altijd nog net één blokje, net één maat in de muziek meer dan je voor mogelijk had gehouden voordat het hele ding met een gigantische klap in elkaar dondert. Vanaf de eerste seconde (eigenlijk begint de ovatie zelfs al iets daarvoor) gaat Pinkpop hard op de Berliner Beatmeister.

MIN: Niet alles wat Kalkbrenner aanraakt, verandert spontaan in edelmetaal hoor. De set van vandaag kent drie duidelijk verschillende hoofdstukken: het eerste half uur is relatief kalm en open, maar vanaf het moment dat hit 'Sky And Sand' gedraaid wordt, gaat het roer om. Plattere tracks met een non-stop pompende beat halen iedere spanning uit de set, met als dieptepuntje de flinterdunne remix van Gary Jules' 'Mad World'. Duurt gelukkig allemaal niet lang, de toegift ('Aaron') is weer van grote klasse.

CONCLUSIE: Voor een gitarenfestival als Pinkpop staat de tent lekker vol, en niet alleen met verstokte gitaarfans die zich komen verwonderen over 'wat mensen daar nou aan vinden'. Geen zand- of luchtkastelen, hier staat een stevig bouwsel op de Limburgse lössgrond. Paul Kalkbrenner verdient en oogst vanavond in de Converse het hardste applaus van de dag.
CIJFER: 8 door Tomas Delsing (
VPRO)


James Morrison
Britse singer/songwriter die in 2006 doorbrak met zijn debuutalbum Undiscovered, met daarop grote hits 'You Give Me Something' en 'Wonderful World'. In 2011 bracht Morrison zijn laatste album The Awakening uit. Op dit album is er meer ruimte voor soul in zijn radiovriendelijke poprock, zoals bijvoorbeeld in de derde single 'Slave To The Music'.

PLUS: Het begin van de set bevat veel van de frisse soulkant die de zanger met zijn laatste album ingeslagen is, bijvoorbeeld met opener 'Beautiful Live' en 'In My Dreams'. Het zijn stuk voor stuk strakke popcomposities, ook 'I Won't Let You Go' en 'Up' die daarna de revue passeren. 'Nothing Ever Hurt Like You' doet het ook goed, met een snippet van klassieker 'Heard It Through The Grapevine'. Morrison is zeer goed geluimd vanavond: de 'Pinkpop put your hands in the air!'s zijn niet van de lucht. Regelmatig kondigt hij een nummer aan met een tekst als 'this song is about believing in good things.' Het publiek klapt uitbundig mee. 'If you're sober enough, sing along with this one!' zegt Morrison enthousiast om de hit 'Broken String' van zijn tweede album Songs For You, Truths For Me aan te kondigen. Dit nummer zorgt voor een eerste meezingmomentje, en later in de set worden ook 'You Give Me Something' en 'Wonderful World' uitbundig meegeblèrd.

MIN: Die liedjes zijn dan ook de enige echte hits die Morrison ooit gescoord heeft. En erg interessante liedjes zijn het niet eens.Het grootste deel van Morrisons set bestaat uit gladde easy-listening pop. Songs als 'Person I Should Have Been' en 'Precious Love' ontstijgen het niveau van de gemiddelde koffiehuisjazzband nauwelijks. Het enige nummer dat zich door wat meer experiment onderscheidt is de mystieke titeltrack van The Awakening, wat een oosters aandoend percussie-intro meekrijgt.

CONCLUSIE: James Morrison is vanavond de goede man op de goede plek. Met zijn ontspannen, enthousiaste houding krijgt hij het publiek voor de 3FM Stage gemakkelijk mee. Maar om het muzikaal wat interessanter te maken zou hij toch echt wat meer lef en ideeën in zijn gelikte pop moeten leggen. De titeltrack van The Awakening is alvast een mooi begin.
CIJFER: 6,5 door Sjoerd Huismans (
VPRO)


Bruce Springsteen & The E-Street Band
Om te beginnen het eerste verhaal: het kan geen toeval zijn dat Springsteen in zijn huidige set de zwarte kant van zijn geluid extra benadrukt. De pure gospel van 'Spirit In The Night', de intense kruising van gospel en Ierse folk in 'Shackled and Drawn'. Eerste echte hoogtepunt in de set is 'My City Of Ruins', dat zeer openlijk knipoogt naar Curtis Mayfields protestsong 'People Get Ready'. De soul van het liedje maakt de weg vrij voor een soort religieuze uitgeleide van Clemons. 'Are we missing anybody?' vraagt Springsteen, nadat hij de hele band voorgesteld heeft. 'Are we missing anybody?' En even later: 'I can hear him in your voices.' Clemons wordt vervangen door een voltallige blazerssectie, waarin ook zijn neef. Een uitstekende keuze om niet naar een enkele vervanger te zoeken, een keus die ook nog eens zorgt voor een rijker palet aan mogelijkheden. 'My City Of Ruins' is een wervelwind, die alles bevat wat Springsteen zo'n bijzondere muzikant maakt: het volle, gelaagde geluid (hoor hoe schatplichtig Arcade Fire is), de vele knipogen naar muzikale tradities. Springsteen is uitgegroeid tot een hoeder van de Amerikaanse muziek, liefdevol duidend en tonend. En zeker nu met een enorme emotionele zeggingskracht.

PLUS: Dan dat tweede verhaal: waar andere muzikanten kijken en er misschien het hunne van denken, durft Springsteen het aan het complexe probleem te lijf te gaan dat onze wereld in zijn greep houdt: de crisis in al zijn verschijningsvormen. Het nieuwe album Wrecking Ball - waarvan veel nummers gespeeld worden - is muzikaal niet zijn sterkste, maar inhoudelijk extreem relevant. Toch bijzonder hoe Springsteen er met zijn mega gage toch in slaagt zijn publiek te overtuigen dat ook hij bij de 99% hoort. Er zit oprechte woede en verwondering in deze songs, die voornamelijk in de eerste helft van de set gespeeld worden. Natuurlijk zijn er ook en vooral muzikale hoogtepunten. De zinderende gitaarsolo van Nils Lofgren in 'Because The Night' bijvoorbeeld. Fantastisch moment is ook feelgoodsong 'Waiting For A Sunny Day', op plaat een redelijk niemendalletje, hier een avontuur. Springsteen trekt een jongetje uit het publiek. Natuurlijk, een ingestudeerd stukje publieksparticipatie, maar het pakt beter uit dan je durft te dromen. Het knaapje is te jong om Engels te kunnen, maar kent het liedje overduidelijk fonetisch uit de platenkast van zijn vader. Springsteen neemt hem op zijn schouders en fluistert hem precies op het juiste moment de woorden in: 'Let's hear it E-Street Band!' Een euforisch moment.

MIN: Er zitten wat piepkleine wegtrekkertjes in de set. Het wat eendimensionale 'Radio Nowhere', het gastoptreden van Garland Jeffreys, dat nu de finale wat onderbreekt en beter op een andere plek in de set gepast had. Minpunten zijn er ook voor Mumford & Sons, die bij 'Hungry Heart' het podium op getrokken worden, maar de tekst niet blijken te kennen. Dat deed Brandon Flowers van The Killers in 2009 toch een stuk overtuigender.

CONCLUSIE: Wat een onwaarschijnlijk gevoel voor timing in dynamiek heeft deze man. Het is niet alleen de keuze van de liedjes, niet alleen het verhaal dat hij te vertellen heeft. Het is ook het feilloos aanvoelen wanneer je het tempo omhoog of omlaag moet brengen. Aan het slot laat de band klassieker op klassieker klappen, als een onstuitbare nucleaire kettingreactie. 'Born In The USA' (niet vaak op de setlist), 'Born To Run', 'Hungry Heart', 'Dancing In The Dark'. En dan is er het onbetwiste eind: 'Tenth Avenue Freeze-Out', het perfecte slot en het ultieme eerbetoon aan Clarence Clemons. Net na de woorden 'the big man joined the band' laat Springsteen het stil vallen, en dan weerklinkt de grote man inderdaad in de 65.000 kelen. Een beestachtig goede afsluiter.
CIJFER: 10 door Atze de Vries (
VPRO)/ Video: Youtube Alexander Senden

Pinkpop op Fonos
Op Fonos vindt u een schat aan albums van memorabele bands en artiesten uit Nederland die ooit furore maakten op Pinkpop. We hebben alvast tien tips voor u geselecteerd maar uiteraard is het aanbod niet beperkt tot deze juweeltjes...lees verder


Programma 2012
Zaterdag 26 mei: 15.00 - 23.00 uur
Conversestage 3FM Stage Mainstage
16.00 - 16.45 Will And The People 16.00 - 17.00 Major Tom 15.00 - 16.00 Moss
17.45 - 18.45 The Afghan Whigs 17.45 - 18.45 The Asteroids Galaxy Tour 16.45 - 17.45 Kyuss Lives
19.45 - 20.45 Ben Howard 19.45 - 20.45 The Ting Tings 18.45 - 19.45 Anouk
20.45 - 22.30 The Cure

Zondag 27 mei: 11.00 - 23.00 uur
Conversestage 3FM Stage Mainstage
14.00 - 15.00 Hungry Kids of Hungary 14.00 - 15.00 The Bosshoss 13.00 - 14.00 Babylon Circus
16.00 - 17.00 Bombay Bicycle Club 16.00 - 17.00 Mastodon 15.00 - 16.00 Racoon
18.00 - 19.00 Sharon Jones & The Dap Kings 18.00 - 19.00 The Wombats 17.00 - 18.00 The Kyteman Orchestra
20.15 - 21.15 Chase & Status 20.15 - 21.15 Keane 19.00 - 20.15 Soundgarden
21.15 - 22.30 Linkin Park

Maandag 28 mei: 10.00 - 23.00 uur
Conversestage 3FM Stage Mainstage
12.00 - 12.45 Serena Pryne & The Mandevilles 12.00 - 12.45 Rival Sons 12.45 - 13.30 Gers Pardoel
13.30 - 14.30 Jonathan Jeremiah 13.30 - 14.30 Blood Red Shoes 14.30 - 15.30 Sea Sick Steve
15.30 - 16.30 Miike Snow 15.30 - 16.30 Herbert Grönemeyer 16.30 - 17.30 The Specials
17.30 - 18.30 Chef' Special 17.30 - 18.30 The Hives 18.30 - 19.30 Mumford & Sons
19.30 - 20.30 Paul Kalkbrenner 19.30 - 20.30 James Morrison 20.30 - 22.30 Bruce Springsteen & The E-Street Band
Wijzigingen programma tot op de concertdag(en) voorbehouden