42e EDITIE
2011 Updated 16 november 2013
Datum: 11 t/m 13 juni 2011
Acts: zie programma Info voor Landgraaf bezoekers
Locatie: Megaland Landgraaf
Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 150,00. losse dagkaart kost € 75,00 (v.v. prijzen excl. € 5,00 servicekosten).
De voorverkoop voor Pinkpop 2011 start zaterdag 19 maart
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, Koop je kaartje in ieder geval NIET hier.
Natuurlijk wel ff goed checken dat je originele kaarten koopt. Buro Pinkpop steunt de strijd tegen het doorverkopen van kaarten tegen woekerprijzen via de actie: weet waar je koopt.
Weer: zonnig begin
Toeschouwers: 66.000 totaal
Presentatie: Giel Beelen en Eric Corton
BELANGRIJKE OPROEP:
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten,
en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om contact op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!
Recencies zondag Recencies maandag Statistieken Krantenartikelen Veel online videoclips Meer online videoclips Setlists Kim Fotografeert Cultura24
De Staat
MUZIEK: Hoekige, catchy en soms machinale rock uit Nijmegen, met internationale mogelijkheden.
PLUS: De Staat krijgt als opener al meer respons dan provincial heroes Epica vorig jaar. De voor het nieuwe album Machinery en de live-shows opgetuigde machine is indrukwekkend en voor 'Ah I See' (de album- en setopener is door Corton tot toetersong omgedoopt) heeft Rocco Huetink een autostuur met claxon op een standaard gezet. Met het groovy rockende 'Sleep Tight' krijgen de Nijmegenaren Pinkpop ten onrechte niet mee. Na een wat minder (is het nonchalance, routine of gelatenheid?) deel herpakken ze zich met 'Rooster-Man'. De nieuwe track heeft wel dat meeslepende, de samenzang en de felle riffs om dit festivalpubliek te rocken, ook in die xl spacey jam-uitvoering. Met 'The Fantastic Journey of the Underground Man', 'Sweatshop' (met Kelly van The Routines) en 'Wait for Evolution' is het laatste deel het sterkste stuk van de set.
MIN: Nummers als 'Serial Killer' en 'Habibi' spatten niet bepaald van het podium. Openen is natuurlijk ondankbaar, maar De Staat begint niet idioot gepassioneerd aan de set en Pinkpop ondergaat het lange tijd vooral gelaten. De band heeft wel een koebel-man, een maf drumbeest en een beweeglijke bassist, maar mist misschien een wilde frontman of een fel solerende gitarist met rock-attitude, die gemeen over het podium jakkeren en het publiek bij de ballen pakken. Als Rocco wat meer zijn best zou doen, zou hij met zijn donkere stem voor een beste tweede stem kunnen zorgen.
CONCLUSIE: 'Twee jaar geleden stonden we daar,' wijst Torre Florim naar de tent, 'en waren we een beetje zenuwachtig.' Die schroom is weg en De Staat is uitgegroeid van een veelbelovende beginnende band met een huiskameralbum naar een echte rockband die een goed tweede album en een beste show kan neerzetten. Kán, want het voelt alsof het kwintet het een beetje laat liggen, niet vol gas geeft. Als er in Nederland één rockband is die de potentie en het materiaal (van die twee albums kun je een wereldse set bouwen) hebben om internationaal te scoren, is het De Staat wel. Dan moeten ze er live wel een tandje bij zetten. Torre en zijn bandleden hebben er de capaciteiten en de branie voor: 'Ik wil graag Coldplay bedanken dat ze straks een geweldige afterparty voor ons gaan geven.'
CIJFER: 7 door Ingmar Griffioen (VPRO)
Madi
Madi is de band van Madi Hermens. Solo won ze in 2009 de Kunstbende en besloot daarna een band om zich heen te vormen. Madi maakt easygoing poppy liedjes, veelal uptempo, zo nu en dan afgewisseld door een ballad.
PLUS: Madi Hermens is een allerschattigst blond meisje. De set wordt begonnen met een drietal uptempo nummers. De overtuiging komt pas bij het vierde nummer. Een ballad: 'Shakespeare Was A Liar'. Het is duidelijk dat dit soort nummers Hermens beter liggen. Madi's stem is een stuk vaster en bevat zelfs enige vorm van ontroering. Toch komt ook 'Man Meat', een wat harder nummer begeleid door een country/folky sound, goed uit de verf. De Limburgse laat hier een wat rauwer stemgeluid horen, wat ze zeker kan hebben.
MIN: De band heeft Madi Hermens toch als frontlady? De rol van de Limburgse wordt ernstig in twijfel getrokken door gitarist Sander. Niets mis met een energieke en enthousiaste gitarist, maar Madi wordt keihard weggecijferd. Of je dit hem kan toerekenen? Het is maar de vraag. Madi mag ook best wat meer initiatief nemen om het publiek te entertainen. Daarbij staan de heren en dames op het podium niet als band te spelen. Er is geen spatje chemie te vinden en weinig inleving in de muziek die ze produceren. Midden in de set speelt de band 'Pyro', een recente single van Kings Of Leon. Een cover is prima, mits die wat toevoegt aan het origineel. Madi maakt er echter een extreem vlakke en saaie versie van. De doodssteek van het optreden.
CONCLUSIE: Als je frontlady van een band bent, moet je er ook naar gedragen. Jezelf laten wegcijferen door de gitarist is doodzonde. Het meisje mag er zijn, maar moet nog leren met overgave het publiek te bespelen.
Tel daar nog een handjevol matige nummers en een slechte cover bij op en het resultaat is maar matig. Wil Madi na Pinkpop niet in de vergetelheid raken, moet het nog heel erg hard werken aan een betere performance.
CIJFER: 5 door Tamara Jansen (VPRO) / Video: TVL.nl / foto: Kim Roufs
Ash
Alternatieve rock, grunge en punky Britpop (Noord-Ierpop). Sinds het vertrek van gitariste Charlotte Hatherley in 2006 is Ash een trio. Uit die core line-up ontbreekt drummer Rick Murray vandaag. Hij is drie dagen terug vader geworden en wordt vervangen door Alan Lynn.
PLUS: Ash heeft besloten er vandaag keihard in te vliegen met 'Lose Control' en waarom ook niet. Dat deden ze tenslotte op het doorbraakalbum 1977 (uit 1996) ook. Beproefd recept zeg maar. Smaakt nog best, de heren hebben er nog de pit voor en het publiek ook. In gejaagde post-grunge songs als 'The Dead Disciples', sterk hintend naar Smashing Pumpkins, is Ash nu misschien wel op z'n best. Halverwege komt Ash met de zomerhit van 1996 ('Oh Yeah') en die is op zich nog catchy genoeg om nog even mee te kunnen; en als die ook meegezongen wordt, blijkt het segment dertigplussers op Pinkpop toch niet te verwaarlozen. Eerste hitje 'Kung-Fu' heeft zijn punky kracht ook nog niet verloren. Met slotnummer 'Burn Baby Burn', ook alweer uit 2001, bereidt het trio een pittig afscheid.
MIN: De kracht van Ash rustte altijd in de koppeling tussen goede melodieuze popsongs als 'Oh Yeah' en 'Goldfinger' en de gejaagde punky grunge en Weezer-esque collegerock als 'Kung-Fu', 'I Give You Everything' en 'Orpheus'. Wat dat betreft is de groep nu eendimensionaler: in het begin lijkt Ash het repertoire er hard doorheen te raggen. En in die rustige stukken waar meer melodieuze vocalen vereist zijn, heeft Tim Wheeler soms wat moeite. Alsof hij zijn Rivers Cuomo-act net niet haalt. Het was tijdens een tour met hetzelfder Weezer dat Ash besloot voortaan als kwartet te opereren. Gitariste Charlotte Hatherley trad toe, maar is al weer zes jaar weg en wordt nu in het bandgeluid en visueel wel gemist. Bassist/tweede gitarist Mark Hamilton beperkt zich vooral tot wijdbeens vanachter z'n sluike haar beuken.
CONCLUSIE: Relevantie is een veelgebruikt woord in recensies. Uithoudingsvermogen is ook een verdienste en op dat punt blinkt Ash nog best uit. Wij zeggen niet: schaf blind de dubbelaar A-Z aan, maar de Noord-Ieren boeken doet je festival geenszins kwaad. En met nieuwe songs als het uitgerekte 'Return Of White Rabbit' en het poppy Britrockende 'Arcadia', dat de balans tussen melodie en luid gitaarwerk weer helemaal te pakken heeft, kunnen Wheeler en kompanen vast nog wel even mee.
CIJFER: 7,5 door Ingmar Griffioen (VPRO) / foto: John Klijnen
Selah Sue
Selah Sue is de 22-jarige Sanne Putseys, een veelzijdige Vlaamse singer-songwriter die op haar naamloze debuutalbum met reggae, triphop, raggamuffin, soul en funk flirt. Putseys beweegt zich eigengereid door het muzieklandschap. Ze wilde eerst helemaal geen muzikant worden, maar de talentvolle zeventienjarige oogappel van Milow en Studio Brussel werd niet alleen songwriter, maar zelfs frontvrouw van haar eigen band. Ze neemt tegenwoordig afstand van haar songwriter-periode en ook van haar tweede EP, die vorig jaar niet bepaald voor een doorbraak zorgde. Het materiaal speelt ze nog wel, al heeft ze op Pinkpop de Adele- en Amy Winehouse-covers niet meer nodig. Het prachtige soul-duet 'Please' met Cee Lo Green staat gelukkig nog wel op de setlist.
PLUS: Selah Sue begint als de mystieke zangeres van Tricky met donkere triphop, maar schakelt al snel door naar vlotte reggaepop. Zo zet ze meteen haar veelzijdige standaard. Vanaf derde nummer, de uitstekende single 'Black Part Love', wordt het publiek bediend met zwaar groovende soulpop. Putseys bekoort, ze rapt en vloeit alsof ze op straat opgegroeid is, ze kirt, verleidt en daagt het publiek uit. Ze wisselt moeiteloos tussen vlotgebekte ragga-raps, soul-schreeuwen en meer gevoelige passages. In 'Fyah Fyah' doet ze dat net zo makkelijk solo met akoestische gitaar. Of het publiek Fyah wil, of Fyah Fyah? Jazeker wel. En ook solo bouwt ze er een bijzonder dynamische song van met een wild slot.
MIN: Dat wisselen met tempo beheerst ze zo goed en consequent, dat het wel eens gaat vervelen. Ook beginnen meerdere nummers wel erg suf. Dan wacht het publiek wel even loom deinend tot er weer wat bekends voorbijkomt. Ze heeft een beste band meegenomen, deels nieuw, die vooral dienend opereert. Jammer is verder dat die blazers uit de toetsen moeten komen, maar dat kan het budget zijn.
CONCLUSIE: Als mensen tot ver buiten de tent voor je staan te klappen, als de tent een uur lang ramvol blijft, terwijl headliner Coldplay toch echt op het punt staat te beginnen, dan doe je iets erg goed. Toch is het wachten tot Selah Sue hier tot volle wasdom komt. Ze is groeiende, zie je aan haar podiumact vol zelfvertrouwen. Putseys heeft verder ook alles om het te maken: de stem, de attitude, de looks, de uitstraling, alleen qua materiaal zit ze nog niet aan dat niveau. Daar ligt de sleutel. Nu staan de mensen tot ver op het veld te klappen, maar binnen afzienbare tijd kan ze hier de rijen vanaf het hoofdpodium charmeren. Selah Sue is hard op weg om de diva, de Adele van de Lage Landen te worden.
CIJFER: 7,5 door Ingmar Griffioen (VPRO) / Video: TVL.nl / foto: Erik Luyten
Manic Street Preachers
Manic Street Preachers uit Wales maakt al sinds 1986 typisch Britse alternatieve rock. In 1992 kwam het eerste full length album uit. De doorbraak in Europa volgde in de periode 1996-1998 met de albums Everything Must Go en This Is My Truth Tell Me Yours. Wereldhit 'If You Tolerate This Your Children Will Be Next' werd geadopteerd door diverse zinloos-geweldcampagnes. Met 'modern' zinloos geweld had het nummers overigens niets te maken. De tekst is een verwijzing naar de Spaanse Burgeroorlog waar Welshe vrijwilligers meestreden met generaal Franco. In 2001 was Manic Street Preachers de eerste westerse band die in Cuba optrad. Je zou het op het eerste gehoor niet zeggen, maar deze heren zijn behoorlijk geëngageerd, kleurrijk en kiezen na al die jaren nog steeds niet voor de makkelijke weg. Zo bestaat het negende album Journal for Plague Lovers (2009) uit enkel teksten van het in 1995 verdwenen bandlid Richey Edwards. Een jaar daarvoor was hij bij ontbreken van een stoffelijk overschot dood verklaard.
Vorig jaar verscheen het tiende studioalbum Postcards From A Young Man waarover de band zegt dat het hun laatste gooi naar radiofaam is. 'Dit is onze laatste poging tot massacommunicatie. We wilden altijd de mainstream infiltreren, maar ditmaal gaan we direct voor de radio.' Zoals het gaat met bands die iets willen forceren, werd het hun minst succesvolle plaat. Slecht is PFAYM zeker niet. Het is een grootse rockplaat met ambitieuze productie en snerpende gitaren.
PLUS: Ook in de aankleding en uitstraling van dit Pinkpop-optreden kiest de band voor groots en meeslepend. De genderbending glamlook zit er nog steeds diep in met de boa's, met spiegeltjes beplakte paspoppen en dierenbeelden. Anno nu lijkt het als grote knipoog opgevat te moeten worden. De extravagante bassist Nicky Wire heeft na al die jaren nog steeds die coupe soleil en lange jas met panterprint. En eerlijk is eerlijk: zijn sprongetjes met split zijn nog steeds overtuigend. Voorman James Dean Bradfield hinkstapspringt over het podium, lijkt soms even buiten adem, maar is in al die jaren alleen maar beter gaan zingen. Zijn stem is iets dieper en rauwer geworden en elke noot wordt gehaald. Na ouwetje 'Motorcycle Emptiness' volgen twee recente nummers die flink meegezongen worden. 'Everything Must Go' (die andere hit) is een eerste kippenvelmoment. Het tweede volgt uiteraard tijdens 'If You Tolerate This Your Children Will Be Next'. Het slot wordt door de gehele weide meegehumd. Na het twintig jaar oude 'Motown Junk' volgt een voorstelronde. Sjiek, na zo'n imposante carrière. Zeker wanneer ook Richey Edwards gewoon wordt genoemd. “Hij reist altijd met ons mee.' De set wordt afgesloten met een prachtige en intense uitvoering van 'A Design For Life'.
MIN: Veel bands moeten eerst uit elkaar gegaan zijn, liefst met ruzie, voordat ze hun doorbraakmateriaal weer kunnen spelen. Manic Street Preachers is gewoon doorgegaan en dat met allemaal sterke albums. Ze lopen de afgelopen jaren zelfs één op één en dit jaar zal alweer een nieuw album verschijnen (met de prachtige titel 70 Songs Of Hatred And Failure). Waarom dan maar vier nummer van ná de eeuwwisseling spelen? Geen enkel nummer van Journal for Plague Lovers (2009) en leunen op de verjaarde sound van hun begin jaren negentig albums? Nog één keer willen rocken is een interessant concept waar deze band ook echt voor gaat. Maar Manic Street Preachers is juist zo goed in midtempo meezingers. Bradfields stem leent zich juist zo goed voor die slepende balades. Elke vorm van interactie met het publiek lijkt te stokken bij het taalprobleem, de altijd wat onsympathieke Bradfield en het tijdstip. Al snel geeft de band dat maar op en roept de zanger enkel nog de titel van het volgende nummer. Die plichtmatige cover, de single Song from M*A*S*H" (Suicide is Painless), vergeven we ze.
CONCLUSIE: Manic Street Preachers hebben met hun laatste plaat en huidige tour een heldere keuze gemaakt, maar of je op deze manier weer terug moet keren op Pinkpop is de vraag. Nieuwe fans ga je hier niet mee winnen, oude fans missen veel werk uit de later jaren negentig en de subtiliteit en muzikaliteit van de band komt zo minder sterk naar voren. Rocken kan deze band, heeft het altijd gekund, maar de balans is juist altijd zo knap. Daarnaast hebben de Welshmen sinds 2000 vijf mooie albums gemaakt, waar je toch wel wat van terug mag verwachten in een festivalshow.
Wanneer ook nog eens de subtiele grapjes, venijnige teksten en kleurrijke achtergrond van de bandleden met de donkere wolken wegwaaien, wordt het te eendimensionaal om een uur lang te boeien. Er zit meer in deze band en hun discografie dan er vandaag uit kwam. Het is trouwens wel tijd voor de tweede Greatest Hits verzamelaar.
CIJFER: 7+ door Erik Zwennes (VPRO)
Simple Plan
Simple Plan is een Canadese poppunkband met een handvol hitjes op zak, waarvan 'Welcome To My Life' waarschijnlijk het bekendst is. Het nieuwe album Get Your Heart On! komt binnen twee weken uit. Op Pinkpop geven ze met een paar nieuwe songs alvast een voorproefje van de nieuwe plaat, waaronder single 'Jetlag'.
PLUS: Simple Plan is er om het publiek te entertainen en dat lukt. De massa zingt, springt, maakt een circle pit als daar om gevraagd wordt. Kortom: de band houdt van Pinkpop en het publiek houdt van Simple Plan. Ook op het podium wordt er gesprongen en frontman Pierre Bouvier rent overal heen om het publiek zo goed mogelijk te kunnen vermaken. Met hits als 'When I'm Gone', 'Your Love Is A Lie', 'Welcome To My Life' laten ze het publiek elke nooit meezingen. Ook nieuwe single 'Jetlag' doet het goed.
MIN: Dat Simple Plan alles uit de kast haalt om het publiek de band te laten liefhebben kan mooi zijn. In dit geval is het eigenlijk ontzettend corny. Alle clichés worden uit de kast getrokken. Nederlandse praatjes houden, meisjes proberen op een verschrikkelijke manier te verleiden, en zo gaat het de hele show door. Met fragmenten van Black Eyes Peas' 'I Gotta Feeling' en Taio Cruz' 'Dynamite' gaan ze een stapje te ver. Het entertainmentgehalte neem zulke vormen aan dat de muziek soms maar een bijzaak lijkt. De nummers hebben dan ook maar weinig om het lijf. De sound is veelal hetzelfde en de teksten zijn ook maar simpel.
CONCLUSIE: Entertainen kunnen de heren van Simple Plan wel. Het publiek wordt meegenomen in de lopende hypermachine die de band pretendeert te zijn. Met een flink aantal hits die het publiek erg kan waarderen lijkt er maar weinig mis te zijn. Echter, de manier waarom Simple Plan het publiek probeert te entertainen is verschrikkelijk fout. Ondanks dat de nummers weinig om het lijf hebben, weet de band de songs redelijk te brengen. Maar misschien is dat ook wel het concept achter het geheel. De band noemt zichzelf niet voor niets Simple Plan.
CIJFER: 5,5 door Tamara Jansen (VPRO)
Alter Bridge
Om de muzikale cocktail van Alter Bridge hangt een luchtje van klonterige, tweedehands heroïne, ondanks het feit dat in de teksten de nodige levensdrang (of overlevingsdrang) terug te vinden is. Het is dan inderdaad vooral een muzikale typering, want vandaag staat de band met een grote grijns op het podium. Ze noemen het wel post-grunge, maar Alter Bridge mengt in feite een heel aantal stijlen. De songopbouw en emotionele lading van Creed, de band waar drie van de vier leden voorheen in zaten voor ze Alter Bridge oprichtten. De ritmische, laaggestemde bas die we kennen uit de nu-metal. Maar vooral de gitaarsound en -solo's uit de L.A.-hardrock van eind jaren tachtig, Guns 'N Roses en daarvoor.
PLUS: Voor sommigen klinkt dat als een regelrechte gifbeker, maar als je ervan houdt, heeft Alter Bridge best een paar stevige songs in huis. Het felle 'White Knuckles' bijvoorbeeld. Ook uptempo: 'Come To Life'. En natuurlijk afsluiter 'Rise Today', die begint met een gitaarsoloduel tussen Kennedy en Mark Tremonti. Gemakkelijk gewonnen door Tremonti trouwens. Hij is niet echt een verrassende gitarist, maar technische skills heeft hij wel. Dat 'Rise Today' geldt als de meezinger van de set. Die drie hoogtepunten zijn overigens allemaal afkomstig van succesalbum Blackbird uit 2007.
MIN: Halverwege lijkt de concentratie even weg, bij het slordig gespeelde 'Ties That Bind' en het technisch krakende 'Metalingus'. Maar het absolute dieptepunt is 'Watch Over You', een ballad over drugsverslaving, waarvoor Kennedy een barkruk en een akoestische gitaar aangereikt krijgt. Het is de gênantste tranentrekker die je je bij een stoere rocker voor kunt stellen. Alle trucs worden uit de kast gehaald, waaronder een stevige snik. Pathos, dat is de ziekte waar deze band onder gebukt gaat. Die ballad gaat er met name bij de vrouwelijke fans goed in. Het regent niet, maar het veld is nat.
CONCLUSIE: Alter Bridge: prima rockband voor wie niet van hippe, frisse, vooruitstrevende muziek houdt. Coldplay moet eigenlijk al beginnen, maar de fanatieke aanhang van Alter Bridge schreeuwt om een toegift. Laten we wel wezen: ook voor liefhebbers van ouderwetse hardrock zijn er heel wat spannender bands, maar vandaag, op deze plek, voor dit publiek, doen ze het simpelweg heel behoorlijk.
CIJFER: 6 door Atze de Vries (VPRO)
Lifehouse
In al die jaren is er weinig veranderd. Of zeg maar gerust: niets. Lifehouse maakt nog steeds liedjes in twee categorieën: powerpop en knuffelgrunge ballads. Grilligheid, een eigenschap die de échte grunge juist spannend maakte, dat is volgens Lifehouse iets voor op de barbecue.
PLUS: De reden dat Lifehouse hier weer staat: 'Halfway Gone', de hit van het meest recente plaat Smoke And Mirrors. Die albumtitel lijkt misschien te refereren naar rock-'n-roll taferelen, maar die nieuwe hit is eigenlijk precies zo'n eenvoudig meezingbare popsong als de oude, dit keer zelfs met 'oooh oooh oooh'. Het is een niemendalletje, maar wel catchy, vrolijk makend. De setlist biedt een doorsnede van de vijf albums (plus vaste Cheap Trick-cover 'Hello There' als opener), en het moet de band goed doen dat de nieuwste liedjes de meeste respons krijgen.
MIN:
Lifehouse kabbelt zo rustig dat er kikkervisjes in zouden kunnen groeien. Gitarist Ben Carey trekt grimassen alsof hij levensgevaarlijke salvo's staat af te vuren, maar zijn riffs zijn zo veilig dat zelfs het Nederlandse leger ze zou kunnen verdedigen. Halverwege wordt een akoestische gitaar aangerukt voor de variatie en mag bassist Bryce Soderberg het liedje 'Wrecking Ball' zingen. De teksten zijn zo eendimensionaal dat zelfs Halbe Zijlstra ze moet kunnen begrijpen. Powerpop door frisse jonge knapen voor enthousiaste meisjes heeft nog wel wat charmants, maar om op je dertigste nog van die quasi-romantische quatsch (of gaat het over Onze Lieve Heer?) te zingen als 'In the pain I find healing, in your name I find meaning', dat is niet minder dan pathetisch.
CONCLUSIE: Laat het in godsnaam weer tien jaar duren voor we deze band terug zien.
CIJFER: 3 door Atze de Vries (VPRO)
Elbow
Er staan vanavond maar acht liedjes op de setlist. Acht lange, gedragen popsongs, met zorgvuldige opbouw. Dat is waar Elbow goed in is, en met dat soort songs braken ze in ook in Nederland door naar een groot publiek.
PLUS: Die acht songs komen bijna allemaal van de laatste twee platen, op 'Station Approach' na, van album nummer drie. Met de eerste twee albums was niets mis, maar met de laatste drie bereikte de band zijn natuurlijke habitat: volwassenheid. Elbow's bakens: familie en vrienden, aka de thuisbasis, de liefde, ouder worden en het drinken van te veel pinten, soms een combinatie. Elbow trekt de geestelijke leeftijd van het festivals in een klap tien jaar omhoog. Bijzonder hoe klein de band het voor zo'n megapubliek durft te houden: beginnen met het plagend langzaam opbouwende 'The Birds', 'Lippy Kids' helemaal terug tot een kale pianomelodie, 'Mirror Ball' met sierlijke strijkers. Het hoogtepunt: 'The Loneliness Of A Tower Crane Driver', een nummer dat aandacht vraagt maar dan langzaam naar grote hoogte groeit. Garvey trekt alle aandacht naar zich toe, maar hij heeft een solide basis om op terug te vallen.
MIN: Het is zeer zuiver en intens, maar ook nogal gestileerd en afgerond. Alleen 'Grounds For Divorce' heeft een rauw randje, en dat staat de band eigenlijk best goed. Op dagen dat de grapjes wel vanzelf komen, weet Garvey de spanning wat beter te breken.
CONCLUSIE: Elbow heeft zich door het succes niet van de wijs laten brengen en trekt meer dan ooit zijn eigen plan. Dat resulteert in een dappere set, maar niet de meest euforische. Al komt het met de ontlading uiteindelijk wel goed, na tien minuten 'One Day Like This'. Bijzondere band, die terecht zo'n prominente plek op het hoofdpodium claimde.
CIJFER: 9 door Atze de Vries (VPRO) / foto: © Geert van de Velde
Coldplay
Dus je bent in tien jaar tijd uitgegroeid tot de grootste band van de planeet. Vele voorgangers gingen ten onder aan drugs, ruzie, schietgrage fans, zelfmoord, dingetjes met minderjarige kinderen, overproductie, pretenties en zo nog wat clichés. Coldplay niet. Oké, de verschrikte pillenblik waarmee Eminem en Robbie Williams al jaren rondlopen, sierde ook een periode het olijke hoofd van Chris Martin. Het engagement uit de beginjaren is ingeruild voor Hollywoodactrices en aan de hand van meesterproducer en halfgod Brian Eno werd de behoorlijk Britse popmuziek meer warme, dansbare 'westerse wereldmuziek'.
Sinds de oprichting in 1997 werden de Engelsen met elke plaat een flinke stap groter. Van het zoekende, stemmige debuut Parachutes, via hun beste en doorbraakplaat A Rush of Blood to the Head, de moeilijke (en mislukte) derde X & Y tot de opbeurende, zomerse werelddominatie met Viva la Vida or Death and All His Friends. Onlangs verscheen de eerste single van het te verschijnen vijfde studioalbum. 'Every Teardrop Is a Waterfall' is een trancey, handen-in-de-lucht festivalsingle. Maar een nieuwe 'Yellow', 'Clocks', 'The Scientist' of 'Viva la Vida' is het niet.
Na een pompeuze Jurassic Park-dreun opent de band klein met een nieuwe Brian Eno'eske intro getiteld 'MX' dat direct over gaat in het nieuwe nummer 'Hurts Like Heaven'. Een aardig liedje met als hippiethema 'use your heart as a weapon'. Later in de set volgen nog vier nieuwe nummers waaronder die nieuwe single 'Every Teardrop Is a Waterfall'.
PLUS: Coldplay is in de loop der platen opgeschoven naar een warmer en dansbaarder geluid. De melancholie, spaarzame kilte en Britse nuchterheid is definitief van de baan. Maar hoe pas je die oude hits, en dat zijn er nogal wat, dan in die nieuwe setlijst? De band doet dat enorm knap. 'Yellow' is ritmischer geworden, 'In My Place' krijgt een afrobeat behandeling mét passend priegelgitaartje en confettikanonbehandeling, 'Trouble' is een nieuwe pianomelodie aangemeten, 'God Put a Smile upon Your Face' begint enkel op gitaar en 'The Scientist' heeft nu een warm basgeluid hoog in de mix. Het zorgt voor eenheid in de set, voor spelplezier en het gevoel van een band die zichzelf opnieuw uit blijft vinden en niet een trucje herhaalt.
Magisch werd het vanavond niet. Maar het dreigde wel. Even ontsteeg de band het moment en kwamen podium en publiek kort van de grond. Tijdens 'Politik' drijft de dreigende bui voorbij, het publiek zingt mee en de uitvoering is perfect. Bijna perfect dan, Chris Martin zit zo in het moment dat hij ineens wat hummt en dan 'I'm sorry, it's gone'. Ze spelen door, Martin kan erom lachen en pakt het weer op. De perfecte imperfectie en het publiek leeft intens mee. Een dochter is de schaamte voorbij en omhelst haar wild meeschreeuwende moeder. 'Viva La Vida' is mooi, maar haalt het hier niet bij. Wél wordt het dodelijk pakkende refrein een uur later nog gezongen door het overweldigende Pinkpoppubliek dat richting campings strompelt.
MIN: Coldplay is Chris Martin, hoe graag hij die kleurloze jongens om zich heen ook bij alle lofuitingen betrekt, hij is het boegbeeld. Meestal is hij een leuke jongen die je alles gunt, maar doseren zit er bij hem niet in. Wanneer hij na drie nummers al "Is it true Holland, can this be true Pinkpop?" begint te prevelen, is het even tongbijten. Halverwege de set rolt hij al ongecontroleerd in foetushouding door de vruchtenhagelkleurige confettivlinders. Maar ja, dat krijg je nou eenmaal van venkeltwijgjes en tarwekiemsap, zullen we maar zeggen.
De nieuwe nummers vallen nog niet mee. Hurts like Heaven is een aardige albumtrack, maar Major Minus is gewoon tacky. Het leent het meezingkoortje van U2 en The Edge lijkt wel de gitaarsolo ingespeeld te hebben. Wes' Alane, iemand? Die vrijheid blijheid feel, pastiche. Us Against the World wordt aangekondigd als een superhit in wording. Die kans zit er in, maar of je daar nou echt blij van moet worden. En die nieuwe single, ja wel aardig dus.
CONCLUSIE: En dan blijkt er dus toch weer een hit tussen de nieuwe nummers te zitten. Aan de lange lijst wereldhits van de Londenaren kan het nummer Charlie Brown worden toegevoegd. Een briljante hook, feelgood sfeer en uptempo dansmogelijkheden maken er een instant meezinger van. En zo is de sterke setlijst waar zo tien andere nummers nog bij hadden gekund weer een knap liedje rijker. De videoprojecties vallen mooi in elkaar, de lichtshow komt tot een climax en alle handen gaan in de lucht. Wat Coldplay anno 2011 zo sterk maakt, is dat het foutjes durft te maken, nummers net wat extra aan te zetten en improvisaties, hoe minuscuul ook, toelaten. Hier genieten vier mannen van hun vak en blijven ze groeien in hun livevertaling. Zure jongen die hierna teleurgesteld tentwaards keert.
CIJFER: 8 door Erik Zwennes (VPRO) / foto: © Geert van de Velde