45e EDITIE / 27e KEER IN LANDGRAAF
2014 Updated 1 juni 2017
Datum: 7 t/m 9 juni 2014
Acts: zie programma  Info voor Landgraaf bezoekers

Locatie: Megaland Landgraaf / Kaart van gebied rond Pinkpop met afgezette gebieden, parkeerplaatsen en campings

Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 175,00. losse dagkaart kost € 90,00 (v.v. prijzen incl. € 5,00 servicekosten).
De voorverkoop voor Pinkpop 2014 start 15 maart 2014 o.v.
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, Koop je kaartje in ieder geval NIET hier.
Buro Pinkpop steunt de strijd tegen het doorverkopen van kaarten tegen woekerprijzen via de actie: weet waar je koopt.

Weer: heet, droog en zonnig...vóór Metallica een stevige regen en onweersbui
Toeschouwers: 67.000 totaal

Presentatie: Giel Beelen, Eric Corton en Marco Roelofs

BELANGRIJKE OPROEP:
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten,
en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!

Recencies zaterdag  Recencies zondag  Recencies maandag  Krantenartikelen  opwarmenStatistieken  Veel online videoclips  Veel foto's  Pinkpop foto's  Cultura24  Setlists

Campings leeg
De belangstelling voor de Pinkpop-campings is dit jaar matig te noemen. Andere jaren werd hoofdcamping A op de eerste festivaldag al voor tien uur gesloten omdat het terrein vol was, maar dit jaar was er rond het middaguur nog steeds voldoende plek. De camping is ieder jaar ingericht op de voetbalvelden van VV Schaesberg, vlak naast het festivalterrein in Landgraaf. Het gebrek aan kampeerders heeft zeer waarschijnlijk te maken met de komst van de Rolling Stones naar Pinkpop. De vaak wat oudere liefhebbers van die band hebben zich gretig op de toegangsbewijzen gestort toen die half maart in de voorverkoop gingen. Daardoor viste een groot deel van het vaste festivalpubliek achter het net.
En terwijl die vaste festivalgangers traditioneel gebruik maken van de spartaans ingerichte festivalcampings, lijken de Stones-liefhebbers die een ticket voor het hele weekend hebben gekocht te kiezen voor een hotel of andere slaapplek. Ook bestaat het risico dat er veel mensen zijn die een weekendkaart hebben gekocht, maar alleen op zaterdag naar Landgraaf komen. De kaarten voor Stones-zaterdag waren namelijk binnen luttele minuten uitverkocht, zodat veel Stones-fans alsnog een weekendkaart aanschaften.
Bij het opengaan van het festivalterrein namen veel Stones-fans ook alvast hun positie in vlak voor het podium, acht uur vóórdat de Rolling Stones daar hun optreden zullen doen. Vlak voor het podium is een afgeschermd gebied om te voorkomen dat er mensen in de verdrukking komen. Voordat de fans kunnen genieten van hun favoriete band moeten ze wel eerst nog luisteren naar Ed Kowalczyk, Flogging Molly en John Mayer. Ook moeten ze er rekening mee houden dat ook liefhebbers van die andere acts in het voorvak willen staan.
Bron: L1 7 juni 2014


Clean Bandit
Mozart's House heet hun Britse doorbraaksingle en een betere omschrijving van hun sound kun je je niet wensen. Clean Bandit combineert deephouse met klassieke muziek. Een concept dat je gemakkelijk af zou kunnen doen als een bedachte gimmick om in te spelen op het grote succes van de Britse deephouse act Disclosure. Maar Clean Bandit was al jarenlang bezig aan de universiteit van Cambridge om de twee stijlen aan elkaar te koppelen. Een idee dat ontstond uit het remixen van de vioolsonates van een vriendin van een van de bandleden. Inmiddels is hun debuutalbum New Eyes uit met daarop de wereldhit Rather Be.
Rather Be, daarop is het wachten, en terecht. Het afgelopen jaar is het nummer met het vioolintro een van de meest gestreamde en gedraaide nummers ter wereld. Ook al is zangeres Jess Glynne niet van de partij vandaag, haar rol wordt uitstekend overgenomen door twee andere goede zangeressen. En het publiek niet te vergeten, dat de tekst woord voor woord meezingt. Leermomentje. Het intro van de nineties househit van Robin S, Show Me Love, kun je ook op een viool spelen. De rest ombouwen met wat modernere sounds en je hebt weer een hit!
Het publiek: Het is wel wennen. Even de ogen uitwrijven: zien we daar nu echt een violist en een celliste op het podium, samen met twee zangeressen, een drummer en een toetsenist. Ja, en ze maken poppy dance, wat het best aanslaat bij jonge meisjes. Het vele onbekende materiaal in het begin is hard werken voor de band, maar naarmate de set vordert, wordt men steeds enthousiaster. En de tent staat vol.
Het oordeel: Fijn dat Pinkpop tegenwoordig gewoon met haar tijd meegaat en ook dancepop programmeert, die aan de hand is. Viool en cello op een prominente plaats op het podium is zo bijzonder dat je het gebrek aan hits in het eerste gedeelte van de set snel vergeeft. De nieuwe single Extraordinairy, Rather Be en de cover van Show Me Love gaan erin als koek. Met wat achtergrond visuals of extra dansers was het helemaal een feest geweest. Maar voor nu een chill en fris begin van de festivaldag.
Bron:
VPRO door Menno Visser / Video: VioletGiant


Jett Rebel
De uit Baarn afkomstige Jelle Tuinstra mag op de 3FM stage de derde pinkpop dag openen, het veld voor het podium staat al helemaal vol, voor de jonge meisje die deze jonge adorabele god aanbidden, kan de middag niet meer kapot. Jelle spreekt de meiden dan ook veelvuldig aan. Vergezeld van een sterke band en twee achtergrondzangeressen wordt het op het terrein voor de 3FM stage een klein feestje georganiseerd.

Bij "On Top of the World" gaat het T-shirt uit en staat Jelle heupwiegend zijn kunsten te vertonen voor het uitbundige publiek.
Op "Dance to the music" wordt de band succesvol ondersteund door Larry Graham, Jett Rebel speelt tijdens optredens wel eens covers van Sly & the Family Stone. De bassist van die band, Larry Graham, is een groot voorbeeld voor Jelle.
"Zullen we nog een liedje spelen, ik hoop dat ze niet boos worden..." klinkt het voordat ie begint aan zijn laatste nummer "Private Beach Party" en sluit af met een leuk van te voren ingestudeerd funky dansje.
Cijfer: 7 door Jean Wertz / Video:
Jett Rebel


Birth of Joy
De wortels van de muzikanten liggen bij de Herman Brood Academie en ze spelen psychedelische retrorock zonder bas, maar met gierend orgel dat het geluid voor een groot gedeelte bepaalt. Op het meest recentste album Prison is samengewerkt met onder andere Joris Wolff (Within Temptation, De Staat) en Brian Lucey (Arctic Monkeys, David Lynch en The Black Keys). Toetsenist Gertjan Gutman zit voorovergebogen op een krukje en ramt op zijn Hammond. Naast het orgel is er scheurend gitaarwerk van leadzanger Kevin Stunnenberg, die weet hoe hij het publiek beet moet pakken. Drummer Bob Hogenelst knalt er hard in met opstuwende drums. Het bluesy randje maakt het ook nog eens dansbaar.
Tijdens 'Rock & Roll Show' gaat het helemaal los. Na de drumsolo tijdens Rock & Roll Show komen overstuurde gitaren erin en bereikt de show zijn climax. Er volgt nog een grotere moshpit en de handen gaan de lucht in.
Het publiek: Hoewel het Nederlandse publiek tot nu toe nog niet massaal warm liep voor een van de beste bands van het land, is het toch druk in de tent. Na afloop van bijna ieder nummer volgt er lang luid applaus en wordt de band toegejuicht. Birth of Joy zweept het publiek op en er ontstaan enkele moshpits gedurende de show.
Het oordeel: Op Birth of Joy is weinig aan te merken. De band doet waar-ie goed in is: heel hard vlammen. Het is zweten in de tent. Al vroeg knoopt zanger en gitarist Kevin Stunnenberg zijn bloesje open en een aantal minuten later staat hij in zijn blote bast op het podium. De show van het powertrio is rauw en vuil en verveelt vrijwel geen moment. Om van een echte doorbraak te spreken is misschien wat overdreven, maar ze pakken de tent volledig in.
Bron:
VPRO door Stan Steeghs / Video: Geleen Calling


Mastodon
Laatste nummer The Sparrow (ook van The Hunter) begint eens wat minder furieus en het publiek pikt het meeslepende gehalte zwaaiend op. Het is de eerste keer dat ze een langer, langzamer en melodieus gitaarintro inzetten, het duurt drie minuten voor de break naar een eveneens instrumentaal freaky stuk. Als drummer Brann Dailor begint te zingen voel je meteen dat dit een ballad Mastodon style is. Met wat lichter, proggy gitaarspel vormt het ook meteen een mooi eind van de set. Jammer dat er weer wat mis leek met de microfoon van de slecht hoorbare Dailor. Gitarist Brent Hinds waagt zich aan het begin van Blasteroid kort op de enorme dubbele ramp, die vandaag voor Metallica voor het podium is neergeplempt (gisteren op Rock Am Ring hadden ze dezelfde). Gaaf. De ramp is echter van formaatje giga en een metalman die voorzichtig drie stappen waagt; het oogt wat ielig en ongemakkelijk.

Het is vroeg, snikheet en broeierig bovendien, het voorste vak staat halfvol, deels met Metallica- en Avenged Sevenfold-shirts en het veld is tot de geluidstoren aardig gevuld. Na het op twee na laatste nummer Bedazzled Fingernails zegt Dailor: "Well that was fantastic, thanks everybody", het is na ruim een half uur eindelijk een handreiking naar het publiek. Dat bereiken ze niet echt met deze in zichzelf gekeerde logge show. Zelfs voor metalfans is dit zware kost. Juist omdat ze zoveel in een nummer stoppen en zo weinig lucht laten. En hoe gewelddadig ze ook aan die snaren plukken en op die vellen beuken; dan is een uur een lange zit.
Het oordeel: Zwaar ontbijt dit als opener van tweede pinksterdag. Mastodon speelt loeihard en -strak, maar hun complexe metalmix van prog en sludge verzuipt door een slechte geluidsmix en weigerende mics. Neem het eerste nummer. Daarvoor staat hier het geluid zelden goed afgesteld, en de meer dan brute opener Black Tongue (prijsnummer van The Hunter) gaat tenonder in een loodzware geluidsbrij van dubbel riffwerk en een maniakale drumbatterij met blast beats die alles, inclusief de donderstorm die Pinkpop bedreigde, wegblazen. In die brij worden lange tijd alle nuances platgeslagen. Zonde. Terwijl er toch genoeg te genieten zou moeten zijn, zeker met tracks als Oblivion, Divinatiosn en Blasteroid. Nieuw nummer Chimes At Midnight is ook een beste met Sanders' metalgekrijs en Hinds' meeslepende meer progzang erbij en felle, ditmaal staccato riffs. Drummer Dailor: "Thank you so much Pinkpop, sorry for waking you up but we had to." Hij belooft na het nieuwe album (24 juni) terug te komen in het najaar. Of je gaat deze maand nog naar Hedon, Melkweg of Graspop voor die herkansing.
Bron:
VPRO door Ingmar Griffioen / Video: UtkonosGlobal


Ghost
Ze hebben in Scandinavië natuurlijk een historie met de meest duistere kanten van hardrock en metal. In Noorwegen staken ze in de jaren negentig zelfs daadwerkelijk kerken in brand, vertelt de overlevering. Maar Ghost heeft weinig gemeen met de brute metal van bands als Mayhem en Immortal. De groep grijpt terug in de tijd naar een periode daarvoor, de protometal van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. Muziek die destijds extreem hard was, maar die nu juist als relatief toegankelijk ervaren wordt. Hun aankleding is bovendien meer theatraal dan angstaanjagend, met frontman Papa Emeritus II als priester des Doods, zijn bandleden - de nameless ghouls - in zwarte gewaden en maskers.

Het nummer: "Come together, come together as one, for Lucifer's child," klinkt het in Monstrance Clock, het belangrijkste nummer van hun laatste plaat. De drie ghouls die gitaren en bas spelen, zoeken elkaar op en gaan weer uiteen, alles in een intrigerende slow motion. Papa dirigeert van achter op het podium de solo. Lang en meeslepend nummer dit. Het is een waardig slot van een optreden dat ijzersterk begon, even inzakte maar geweldig eindigt met het bijna dansbare Year Zero en deze bedwelmende song.

Het moment: Pal na het optreden zien we de mysterieuze Papa Emeritus II aan de achterkant de tent uit lopen. De nameless ghouls zijn hem al voor gegaan, zwijgend, met steeds een meter of vijf er tussen. Er loopt iemand met de grote priester mee: een klein blond meisje van een jaar of vijf. Hand in hand lopen ze naar het backstageterrein, een kolderiek en aandoenlijk gezicht. Zou Papa haar zo ook naar school brengen?
Ook opmerkelijk: Onlangs maakte Ghost een mini-album met covers, waaronder een van Roky Erikson, dat vandaag op de setlist staat. Het is een opvallend anders klinkend nummer: heel transparant, haast poppy. Laten we hopen dat dit niet de richting is waarop de band zich wil bewegen.
Het publiek: Vorige week speelde Ghost op metalfestival Fortarock. Niet dat wij er waren, maar we kunnen ons zo voorstellen dat de band daar op een iets gretiger publiek kon rekenen dan hier op Pinkpop. Al beukte in de volle tent het middensegment aardig fanatiek mee.

Het oordeel: Even gaan de gedachten naar The Devil's Blood, de Nederlandse occulte rockband die met Ghost bevriend was en waarvan geestelijk vader Selim Lemouchi onlangs zelfmoord pleegde. Wat was het mooi geweest als die band hier ooit eens had kunnen spelen. Al hadden ze vermoedelijk vriendelijk voor de eer bedankt. The Devil's Blood was sowieso in alles een stuk extremer dan Ghost en daardoor ook beter. Ghost is bij momenten ook in staat het publiek mee te zuigen in een duistere draaikolk, maar het blijft toch net iets meer als theater aanvoelen. Wel mooi theater.
Bron:
VPRO door Atze de Vrieze / Video: VioletGiant


Kodaline

Powerman 5000
How To Be A Human, de eerste single van het nieuwe album, zorgt voor de grootste pit van het optreden. Enkele bezoekers kunnen rekenen op een bierregen vanuit het midden van de tent. De polonaise-cirkelpit tijdens We Want It All. Een aantal mannen loopt rondjes in laag tempo met de handen op de schouders van de voorganger. Een cirkelpit op z'n Limburgs.

Het publiek: Het gaat goed los tijdens het optreden van PM5K, zoals de band door zijn fans ook wel wordt genoemd. Het publiek, dat in de honderden oploopt, heeft lak aan de weinig variërende electro-metal nummers. De gebalde vuisten gaan de lucht in, er wordt luidruchtig 'heuj, heuj, heuj' meegeschreeuwd en er zijn veel moshpits te bekennen. Dit allemaal op aanvraag van zanger Michael en bassist Gustavo Aued. Ze krijgen het publiek eenvoudig mee.
Het oordeel: Na het uitbrengen van het laatste album vertelde Spider dat ze het wiel niet opnieuw uitvinden, maar groter maken. Dat eerste is waar, maar van dat laatste is weinig te merken. Het aantal goede nummers is schaars. “I want to play all day,” vertelt de frontman halverwege. Maar ondanks dat de band tot op heden zeven albums heeft uitgebracht, komt Powerman 5000 aan amper vijftig minuten spelen, terwijl een uur is ingeruimd. Niet bepaald geloofwaardig.
Bron:
VPRO door Stan Steeghs


Rob Zombie
Na de 80's/90's heavymetalband White Zombie startte Robert Bartleh Cummings een meer dan succesvolle sololoopbaan. Als Rob Zombie dropte hij in 1998 meteen zijn grootste knaller: Hellbilly Deluxe bracht hem drie hits, een plek in de top vijf van de Billboard 200 en ruim drie miljoen verkochte exemplaren. Daarnaast is Rob ook filmproducer en regisseur van horrorfilms als House of 1000 Corpses (het gelijknamige nummer staat op de setlist). Dat zie je terug in deze show en vooral in de aankleding: doeken met Godzilla, Frankenstein, en slogans als Death, Sex, Hate, Kill, War en als skeletten vermomde microfoonstandaards. Als hij met zijn dreads slaat, komt er een bedenkelijke wolk stof vrij, maar dit is verdomme wel een show. Zijn muziek noemt hij horrormetal en behelst heavy industriële metal en rock. Vorig jaar verscheen Venemous Rat Regeneration Vendor, inmiddels werkt Rob aan zijn zesde soloalbum.
Bijna alle sterke songs in deze set komen van Hellbilly Deluxe, behalve deze. Sick Bubblegum komt van sequel Hellbilly Deluxe 2 en begint met Rob die zich beklaagt over het publiek. Het kost inderdaad veel moeite om de ene helft 'Rock' en de andere 'Motherfucker' te laten scanderen. Maar dat kan ook aan de hitte liggen, of aan eerdere beledigingen. Niettemin is Sick Bubblegum met de gierende gitaren, de uitdagende teksten en het Rock Motherfucker scanderen wel een van de betere nummers.
Rob Zombie heeft het niet zo op Metallica (of speelt dat goed) en zou niet dood gevonden willen worden in een shirt van de band. "I feel bad for making fun of this old guy in the Metallica-shirt. You might die today." Het gevolg laat zich raden: Rob oogst een hoop kreten van afschuw uit publiek. De gitarist speelt vervolgens het intro van Enter Sandman, wat een beste pacificatiepoging lijkt, totdat ze die afbreken en het boegeroep weer de overhand krijgt. Zombie: "Ah, just hold on another two hours don't cry. Besides, we dont know that song." En dan vervolgens Am I Evil inzetten (van Diamond Head en bekend van Metallica). Classic.
Rob en co hebben datgene begrepen wat Mastodon zo node mist: het is niet genoeg om een retestrakke metalset te spelen, zeker niet op een popfestival, de meute wil wat zien, vermaakt worden. Daar werken de Amerikanen dan ook hard voor. Ze hebben het publiek net mee, als Zombie exclameert: "Goddamned it's hot. Too fucking hot for a rockshow. We cannot perform any longer." "Booo," klinkt het uit vele kelen. Het is maar spel, Zombie gaat heus niet stoppen net na tweede nummer Superbeast. "Do we feel like a party?" probeert hij. Een paar honderd mensen wel. "That is the lamest party I've ever been to," concludeert de frontman niet ten onrechte. Na twee minuten schreeuwen is het tijd voor het sterke Living Dead Girl.
Het publiek: Is redelijk blij met Rob Zombie, klapt na enige aansporing graag mee en zich laten beledigen is ook geen probleem. In deze totaal gescripte show zijn gelukkig genoeg momentjes ingebouwd om iedereen bij de les te houden, ook bij deze temperaturen.
Het oordeel: De mooiste momenten van Rob Zombie waren toen hij eerst het publiek en toen de Metallica-fans beledigde (mits je het gevoel voor humor bezit om door 's mans act heen te kijken). De show en het toneelspel van de bandleden moeten het doen. Het is veelzeggend dat Rob Zombie's horrormetal vooral vanwege de show vermakelijk is. En dan doelen we niet op het moment, dat hij een bezoeker voor een hartaanval waarschuwde omdat hij te dik zou zijn.
Bron:
VPRO door Ingmar Griffioen / Video: Arjan3pt


Young the Giant

Stromae
De definitieve doorbraak kwam met Formidable, een nummer over een man met hartzeer, die in de Brusselse nacht tegen iedereen aan strompelt. Net als in de video bij het liedje oogt Stromae op het podium strontlazarus. Hij wankelt, hangt aan zijn microfoonstandaard en kijkt lodderig. Het is voor de meeste mensen het meest bekende nummer, een meezinger zelfs. Het is ook dit nummer waaraan hij de veel gemaakte vergelijking met Brel te danken heeft, al is de productie stiekem heel modern, door slimme elektronische details. Als Stromae de mensen die hem aanstaren in de kroeg uit begint te schelden voor apen, zakt hij langzaam door zijn hoeven, tot hij op zijn rug op het podium ligt. Slim gedaan: terwijl hij door twee man van het podium af gedragen wordt, zingt hij met zijn laatste krachten nog een keer 'Formidable', het publiek pakt over en zingt het lied uit. We hebben het vaak mis zien gaan dit weekend: een voorbedacht stuk publieksparticipatie dat de mist in gaat. Dit is super subtiel en het werkt.

Aan het begin van Papaoutai wordt Stromae als stokstijve etalagepop het podium op gedragen en voor zijn microfoon gezet. Het is de ideale afsluiter, deze emotionele ballade over een afwezige vader (gesymboliseerd door die levenloze pop), die langzaam opbloeit tot een elektronisch nummer waar heel het veld op kan springen. Ook bij het refrein blijft hij stijf zingen. Tot het instrumentale bruggetje, waar hij verandert in een slangenmens. De mimiek is zo waanzinnig, de timing briljant, de visuals (waarvan je amper de helft meekrijgt in het volle daglicht, maar goed) een enorme toevoeging. Het nummer krijgt een extended outro, waarbij Stromae nog eens op luchtige wijze zijn Afrikaanse roots uitdiept.

Het houdt niet op met de verbluffende subtiele momenten. Tous Les Mêmes is een humoristische song over de scheve verhouding tussen mannen en vrouwen (feitelijk: alle mannen zijn hetzelfde, namelijk lullen). Als Stromae naar links loopt, oogt hij als een macho man, haast een aap. Naar rechts verandert hij een elegante, overdreven kokette vrouw. Het is niet zijn beste liedje, maar deze performance geeft het net dat beetje extra.
Het publiek: Nog nooit was het zo vol op het achterveld. Ongelofelijk hoe iedereen bij de les blijft in de brandende hitte. Stromae maakt het ze makkelijk, met zijn dansjes in mindere nummers als Humain A L'Eau en Silence, aan Alors On Danse voegt hij zelfs een complete 90's eurodance carrousel toe: Snap!, Faithless! Dat intermezzo is eigenlijk wat te plat vergeleken met de smaakvolle andere elementen, maar het werkt op de festivalweide natuurlijk geweldig. Als er een dance act hier een historie heeft, is het natuurlijk Faithless. Ook bij een lastiger nummer als Ave Cesaria (een ode aan de recent overleden Kaapverdische zangeres Cesaria Evora, vermoedelijk bij de meeste mensen hier onbekend) houdt hij de volle aandacht.
Het oordeel: Gezien de gigantische toeloop had Stromae zonder meer op het hoofdpodium moeten staan. En misschien zelf wel als afsluiter, zodat de volledige kracht van zijn visuals benut kon worden. Laat de programmacommissie van Lowlands alsjeblieft zo verstandig zijn dit Belgische fenomeen de grootste tent te laten afsluiten. Dit was de meest intrigerende show van het weekend. Bron:
VPRO door Atze de Vrieze / Video: VioletGiant


Dj AK

Biffy Clyro
De harde kern van Biffy Clyro vond elkaar al in 1995 in het Schotse Kilmarnock. Zanger-gitarist Simon Neil en de tweeling Ben (drums) en James Johnston (bas) spelen al negentien jaar bizar veel en hebben daarom patent op hechte, superstrakke liveshows; zo zagen we ze in augustus nog in de Lowlands Alpha. Biffy Clyro begon met experimentele rock, werd alom getipt als post-hardcore act en is nu doorgegroeid naar een stadionrockgroep met heavy metal-, en prog-invloeden. Met vierde album Puzzle braken ze in de UK naar de mainstream door, na de bizar sterke opvolger Opposites (2012) is deze kant van het Kanaal ook om.
Het nummer: Het zal geen verrassing zijn: Black Chandelier, de belangrijkste single van Opposites, is ook op de Pinkpop-weide een voltreffer. Het nummer raakt snaren bij het oververhitte publiek dat gedurende de set van Biffy steeds verder wakker geschud wordt. Duimendik kippenvel bij die kenmerkende versnelling en dan met hele veld meebrullen: "We're gonna separate ourselves tonight, We're always running scared but holding knives, But there's a black chandelier, It's casting shadows and lies", waarna de Schotten nog even de post-hardcore roots over het veld laten razen. Topnummer, en exemplarisch voor de band: zeker geen gesneden koek voor de mainstream met die slepende hardcore-stukken, maar dat refrein is zó goud.
Het moment: Ook tweede nummer The Captain komt ijzersterk van het podium. Het is een heel dynamisch nummer met die opzwepende "Hey" na de gitaren, dan het mooi gezongen stuk en in deel twee een massaal meezingmoment. Voer voor de festivals en zeker in deze vette uitvoering. Het bekoort ook omdat we live wel de toetsen horen, maar ze niet het proggy karakter hebben die ons op plaat (als opener van Only Revolutions uit 2009) nog even deden slikken. Ook opmerkelijk: Frontman Simon Neil zakt voor begin van That Golden Rule ineen op het podium. Hij heft een voor een zijn armen op en doet dat steeds sneller. Het publiek volgt al gauw, zoals ze Neil toch in alles volgen.
Het publiek: Wát een ontvangst krijgen ze hier. Biffy Clyro is de eerste Mainstageband waar het vandaag serieus druk is, de toegankelijkste ook. Die vier Schotten rocken serieus hard en ze hebben fans die daar maar wat graag de handen op stuk klappen. Meer dan de helft van de dertien nummers wordt vandaag meegezongen. Zeker bij gevoelige composities als Many Of Horror gebeurt dat massaal, alsof ze hier het volkslied staan te spelen. Je snapt meteen waarom ze in Engeland al even dit soort grote festivalshows doen.

Het oordeel: We zagen de band doorgroeien van clubs en het tweede podium op Pinkpop (2010) naar de Lowlands Alpha (2013) en nu deze Mainstage spot. De Schotten volbrachten het met overtuiging en vooral met een steengoede show en dito songs. Biffy Clyro gaat ook op het continent next level. En op andere: ze gaan ook voor het eerst naar Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Loon naar werken, en daarmee is het einde nog niet in zicht voor Biffy fuckin' Clyro.
Bron:
VPRO door Ingmar Griffioen / Video: Jean Wertz


Bombay Bicycle Club
Londens lekkerst bekkende bandnaam heeft in eigen land een vaste schare fanatieke fans opgebouwd. Hun eerste drie albums werden goud. Hun jongste album So Long, See You Tomorrow, dat in februari uitkwam, kwam daar zelfs op nummer 1 binnen in de albumlijst. In Nederland is de band stukken minder populair: alleen de single Shuffle van het vorige album werd overdag op 3FM gedraaid. Wel verkochten ze de grote zaal van de Melkweg eerder dit jaar uit.
Het nummer: Always Like This, een single van het eerste album, krijgt een geweldige losse shuffle, waardoor het prima valt bij deze tropische temperaturen. Het publiek klapt spontaan mee en de band geniet daarvan.
Het moment: Het is bijna aandoenlijk hoeveel moeite deze band heeft met het Grote Gebaar. Misschien dat dat komt, omdat het onduidelijk is wie de frontman is: er zijn twee zangers die beurtelings zingen en achtergrondzangeres Liz Lawrence treedt soms ook naar voren. Niemand heeft de leiding, dus er is ook geen Chef Meeklappen. Op de meeklapmomenten heeft de band juist weer de neiging allerlei reuze muzikale arrangementen in te lassen, die niet meeklapbevorderlijk zijn.

Het publiek: Dunt lekker uit, waardoor er genoeg bewegingsruimte ontstaat voor de diehard meedansers. Het is misschien ook wel wat te veel gevraagd om zonder voorkennis dit soort muzikale hoogstandjes onder deze tropische omstandigheden tot je te nemen.
Het oordeel: Wie van originele, subtiel gearrangeerde indie met arty visuals houdt, zit bij Bombay Bicycle Club gebakken. De band is er de afgelopen jaren alleen maar beter op geworden. Vooral zangeres Liz Lawrence is een goede aanvulling aan de band, het nummer Home By Now, waar ze solo zingt, behoort tot de hoogtepunten van de set. En het is misschien maar beter ook dat we de klasse van Bombay Bicycle Club nog even geheim houden, dan blijft er genoeg dansruimte voor de connaisseurs over.
Bron:
VPRO door Menno Visser


Jake Bugg
In de muziek van Jake Bugg klinken nogal wat oude helden door. Aan de ene kant Amerikaanse grootheden als Dylan, Cash en soms zelfs wat Hendrix, aan de andere kant Britse kanonnen als The Beatles, Nick Drake en Oasis. Hij begeleidt zichzelf op gitaar en heeft een bassist en een drummer meegenomen om het af te maken. Op die manier kan hij wisselen tussen vrolijk rammelende gitaarpop, folky liedjes en zelfs nog een enkele knuffelballad
Het nummer: Zo gezapig als de eerste paar nummers en her en der nog wat meer nummers zijn, zo spannend is Simple Pleasure. Een slepend nummer met, dankzij de elektrische gitaar die Bugg inmiddels heeft omgehangen, voor zijn doen venijnige climaxen. Verreweg het minst vrijblijvende nummer op de set vandaag, en daardoor heeft hij opeens weer de volle aandacht van het veld te pakken.
Het moment: Dat hoogtepunt van Simple Pleasures komt niet vanuit het niets. Bij het nummer ervoor slaat de jonge Brit al de goede weg in. Two Fingers is een charmant rammelend popliedje, met een riffje dat langzaam de blikken op het veld weer naar het podium trekt, en her en der wat picknickers doet opstaan om voorzichtig een dansje te wagen. Een perfecte opwarmer voor het nummer erna.
Het publiek: Aan het eind van een bloedhete middag, wanneer de eerste mensen zin krijgen om wat te eten, is niet de beste tijd voor een optreden. De echte massa lijkt het veldje rond het 3FM-podium ook weer even ontvlucht. Een groot deel van de aanwezigen ligt te braden in de zon, maar er zijn er nog genoeg die tegen het podium aangedrukt staan en met een brede lach alles meezingen.
Het oordeel: Jake Bugg heeft zeker een handvol goede liedjes. Dat zou genoeg kunnen zijn voor een goede show, mits hij een wat betere entertainer zou zijn. Door iets meer interactie met het publiek of een visueel wat aantrekkelijker show zou hij die mindere nummers perfect kunnen verbloemen. Maar door zijn statische act, het schamele 'Thank you' tussen wat nummers door valt de show nog harder stil door de matige liedjes. Om door te groeien naar het hoofdpodium heeft Jake Bugg meer sterke songs nodig of zal hij harder moeten entertainen.
Bron:
VPRO door Ralph-Hermen Huiskamp / Video: VioletGiant


Kraantje Pappie

Avenged Sevenfold
De ene metalband is de andere niet. We begonnen de dag met de zware kost van Mastodon, we bereiken een piek bij de instaphardrock van Avenged Sevenfold. Beste voorbeeld van hoe Avenged Sevenfold te werk gaat, is meezinger Nightmare aka The Price Of Evil. Het is een lang nummer met een helder gezongen refrein en heavy instrumentale stukken met natuurlijk een gitaarsolo als climax. Gitarist Synyster Gates (ja, zo heet-ie) pakt weer eens zijn moment, bovenop het kistje dat er speciaal voor neergezet is. Hij is de andere ster van de band, naast zanger M Shadows (met matje, aan de zijkant kaal geschoren) natuurlijk. De barbecue links en rechts op de verhoogde podiumdelen laait weer even flink op als hij uithaalt. Reken maar dat daar een flink stuk vlees op kan. Daar kan zelfs berenjager James Hetfield niet tegenop.
Oudje Unholy Confessions sluit de boel af. Nog even gaat het tempo omhoog. M Shadows heeft haast, want hij ziet het noodweer aankomen en wil voor het losbarst droog in zijn hotel zitten. Maar eerst wil hij nog wel even een serieuze pit zien ontstaan, iets dat tot dan toe nog niet vanzelf ging.
Het publiek: Niet dat het alleen maar slappe hap is vooraan hoor, er gaan heel wat duivelsvingertjes de lucht in voor de metalband met de bijbelse naam. Avenged Sevenfold mag dan een veredeld voorprogramma zijn voor 'de grootste metalband ter wereld', de ideale opwarming is een feit. Zonde dat het noodweer vervolgens voor de ultieme cooling down zorgt.

Het oordeel: Toch is het wel jammer dat zo'n band als Metallica de hele festivaldag kleurt. Niet alleen zie je duizenden Metallica-shirts op het terrein, al het andere wordt naar de zijkant gedrukt, het hoofdpodium gereduceerd tot een serie voorprogramma's. Precies zoals we dat de vorige keer dat Metallica Landgraaf aandeed ook al zagen. Metal is bepaald niet het meest verrassende genre dat je op het moment kunt vinden, en zeker Avenged Sevenfold niet. Enfin, vermakelijk was het wel.
Bron:
VPRO door Atze de Vrieze / Video: Jesús Rodriguez Martinez

reacties op bovenstaande recensie: het is gewoonweg niet te geloven dat ze deze recensie laten schrijven door iemand die duidelijk geen idee heeft waar hij het over heeft. Het feit dat hij zegt dat het niet authentiek is en dat het op alle andere metal lijkt was voor mij hartverscheurend als fan van niet alleen a7x en metal maar ook van hardrock, classieke rock en de moderne elektronische screamo die nu zeer in trek zijn, Avenged Sevenfold is alles behalve net zo als al het andere, ik zou meneer graag eens het op een na laatste album willen laten horen en hem dan dit nog eens willen horen zeggen dat het barbecue metal is. Ik heb ze zelf live gezien in de ziggo dome en dat was super awesome en echt een feest om te zijn. Alstublieft zorg ervoor dat deze malloot niet weer iets over metal bands schrijft of schrijft in het algemeen. (door Jurgen)

Misschien kan dit beter geplaatst worden: Avenged Sevenfold hijgt Metallica in de nek.
Op de veel benoemde "metal-maandag" werden veel bands gezien als opwarmertje voor Metallica. Zo ook het vijftal uit Huntington Beach. Maar het vijftal dat nog niet eens 15 jaar geleden hun eerste album maakte, zorgde voor een onvergetelijke indruk met hun 2de pinkpopoptreden.
Na hun vorige optreden in 2011 is er veel gebeurt voor Avenged Sevenfold, door fans ook A7X genoemd. Ze hebben het verlies van drummer James "the rev" Sullivan (gedeeltelijk) verwerkt en hun eerste album zonder enige invloed van de overleden drummer gemaakt. Waar het Hail to the King album met gemixte meningen werd ontvangen, blijken de liedjes uitermate geschikt voor een optreden: Sheperd of Fire is een goed nummer om te openen (en heeft het vaste openingsnummer Critical Accliam zelfs van de opening verdreven), Hail to the King krijgt iedereen aan het mee zingen en schreeuwen en Doing Time is gemaakt voor een goede circle pit.

Maar naast de nieuwe nummers, worden zeker de goude oude niet vergeten! Critical Acclaim doet het nog altijd zeer goed bij het plubiek, Nightmare geeft nog altijd een rilling in je ruggegraat als het hele publiek meeschreeuwt, Bat Country is ook al jarenlang een visitekaartje en misschien wel het meeste contrastnummer, genaamd Afterlife, kan niet ontbreken op een A7X concert. Daarnaast werd zoals gewoonlijk afgesloten met een laatste circle pit op het geluid van goldie oldie Unholy Confessions. Jammerlijk voor de band brak na al het vuurwerk de hel los in de lucht en was iedereen meteen weer afgekoeld.

Want opgewarmd was iedereen zeker. Als het niet kwam van de tonen van de band, dan was het wel van de vlammenwerpers op het podium die de band tijdens de gehele tour en eerdere begeleiden. Volgens frontman en leadzanger M. Shadows, wiens haar weer veranderd is met opgeschoren zijkanten en een doorgetrokken matje, betaald een showganger zo veel, dat ze niet alleen voor de liedjes betalen maar ook voor de rest van de show. Of het nodig is met de twee blikvangers Shadows en Synyster Gates (lead gitaar en backup vocals) en geweldige ondersteuning van nieuw drummer Arin Ilajay (drummer), ritmisch gitarist Zacky V en bassist Johnny Christ is de vraag, maar dat het bijdraagt aan de sfeer is zeker waar.
Conclusie: Avenged Sevenfold heeft een solide en sterke show opgevoerd, wat niet van alle bands te zeggen was dit weekend. Verder zal de fanbase van deze Amerikaanse band nog zeker groeien, mede omdat veel grote rock- en metalbands steeds ouder worden, en wie weet zal op een latere editie de rollen omgedraaid zijn en mag Metallica de mensen rond de Mainstage opwarmen voor Avenged Sevenfold. Maar voor nu kennen de jonge honden hun plaats: achter Metallica, maar zeker voor de rest! (door a7xfan21!!!)


Gogol Bordello
Gogol Bordello heeft overal vandaan de beste invloeden bij elkaar geplakt. De aanstekelijke manie uit de Balkan, de gelukzalige uithalen uit Spanje, de funky basloopjes uit Afrika en de punky rauwheid uit Amerika. Het geheel vormt een cocktail waarmee je makkelijk een hele tent gek draait. Elk nummer wordt volle bak het publiek in geslingerd, zingend vanaf de monitoren, rennend langs de voorste rijen, rollend over het podium, alles om nog meer energie vrij te laten komen.
Hoewel werkelijk elk nummer op de set keurig het publiek in beweging houdt, is het toch Start Wearing Purple waar de vlam echt in de pan slaat. De band spoort het publiek aan harder te dansen, het publiek laat de band weer meer geven. Een perfecte wisselwerking. Halverwege de show barst het buiten los. En hoe hard de band ook z'n best doet, de halve tent staat achterstevoren te wijzen naar de flitsen, de inktzwarte lucht en de bakken water die uit de lucht komen vallen. Het water komt met bakken de tent ingestroomd. Als je naar je voeten kijkt zie je het met een enorme snelheid langs je voeten stromen alsof aan weerszijden honderden kranen opengezet zijn, en in het midden ontstaat een enorme plas die het publiek in twee delen splijt.
Het publiek: Door het naderende en uiteindelijk losbarstende noodweer is het afgeladen vol en stikbenauwd in de tent. Maar de broeierige omstandigheden passen perfect bij de act, en de aanwezigen lijken massaal te hebben besloten om er maar het beste van te maken. Dus de metalheads staan schouder aan schouder met de tienermeisjes, de huismoeders met vlotte korte kapsels zij aan zij met de zwetende jongens met ietwat grote pupillen.
Het oordeel: Om er maar meteen een dooddoener tegen aan te gooien: de omstandigheden zorgden voor verbroedering. Er stonden ongetwijfeld een hoop Gogol Bordello-fans, maar de meerderheid kwam vooral om te schuilen. Toch kreeg de band het voor elkaar om de meest doorweekte binnenkomers, en de grootste accordeonhaters met een glimlach naar Metallica te sturen. Dat het muzikaal allemaal niet zo interessant is, en dat het elk nummer weer precies het zelfde trucje is, maakte vandaag allemaal niet uit. Een uur lang het verstand op nul en feesten wat precies wat iedereen nodig had. En dan over een paar jaar lachend vertellen over de legendarische show van Arcade Fire die werd overslagen voor een band die het ook goed doet op bruiloften en partijen.
Bron: VPRO door Ralph-Hermen Huiskamp / Foto: Jean Wertz

Arcade Fire
"Zou Arcade Fire wel overkomen op de Metal Maandag van Pinkpop?" verzuchtten sceptici toen 's werelds grootste indierockband werd aangekondigd voor Landgraaf. Slaat de show dadelijk niet dood, zoals vorig jaar bijvoorbeeld met een gelijkgezinde act als Phoenix gebeurde? En zo ja, misschien dat ze Nederland dan wel voorgoed zullen overslaan? Boze tongen fluisteren al jaren dat de band het niet zo op ons kikkerlandje heeft, dit is dan ook de allereerste Nederlandse festivalshow van Arcade Fire sinds 2007. En inderdaad, echt druk is het nog niet wanneer de band begint te spelen. Curieus, want over de jaren heen groeide de band rondom Win Butler en zijn vrouw Régine Chassagne uit tot de absolute buitencategorie van indiegrootheden. Allereerst waren er die albums vol begeesterde, rafelige indierock: Funeral (2004) en Neon Bible (2007). En dan is er die bijzonder gedreven liveshow (wie herinnert Lowlands 2005 nog, waar een van de bandleden inclusief trommel naar de nok van de tent klom?). Album The Suburbs (2010) katapulteerde de band zelfs tot het supersterrendom en werd beloond met de Grammy voor het beste album. En nu is daar dus Reflektor, een van de Grote Drie albums van vorig jaar, loodzwaar van de symboliek, maar vrij luchtig geproduceerd door James Murphy (LCD Soundsystem), met disco-toetsen en exotische Haïtiaanse percussie.

De show die het gezelschap in Landgraaf serveert, is inmiddels doortrokken van Reflektor: we zien een kleurrijk, bont pallet van Haïtiaanse beeldentaal, wit-rode disco-pakken, doodshoofdmaskers en visuals van lichtgevende dansvloeren, terwijl de steeds donker wordende wolken samenpakken. Arcade Fire begint al sterk met titelnummer Reflektor, venijnig, gefocust en bijtend gespeeld. De twee meegenomen percussionisten (daadwerkelijk uit Haïti) zetten de gesyncopeerde, swingende ritmes nog scherper aan. Dan volgt er een blokje oud werk met Neighbourhood #3 en Rebellion (Lies) terwijl het veld langzaam volloopt met publiek. Dan het nieuwe Joan of Arc en een wat tragere vertolking van barpianoliedje The Suburbs.
Inmiddels steekt de wind op en komt de duisternis aangesneld met een pikzwart wolkenpak. Met Ready to Start lijkt Win Butler de weergoden al te willen tarten. De uitspraak dat "het toch écht pas zal beginnen te regenen zodra we klaar zijn" lijkt zelfs een uitnodiging. En de hemel antwoordt gepast: het onweer barst los. Bliksemschichten schieten door de lucht, de regen trekt steeds feller aan. "We know a place where no planes go", gilt Win Butler vervolgens in No Cars Go, het nummer waarbij de regen voluit losbarst. En geloof het of niet, het publiek (voor zover dat durft te blijven staan) reageert euforisch. "Women and children, let's go! Old folks, let's go! Don't know where we're going," gaat Butler ons voor. De uiteindelijke ontlading volgt in Here Comes The Night Time, een traag liedje met vrolijke, Caribische melodieën, dat op tweederde plotsklaps radicaal openbarst in een stroomversnelling. Precies op dat moment, dat ook zonder de regen al euforisch zou zijn, schieten gigantische confettikanonnen plotsklaps in de lucht. Het publiek juicht, gilt, joelt. Dit is hét moment van Pinkpop 2014, dit is waar alles culmineert in een bizarre samenkomst van omstandigheden. Dankzij die regen lijkt álles een diepere lading te krijgen. Elke tekstregel lijkt plotsklaps over het híer en nú te verhalen, over precies dit moment in Landgraaf dat de pleuris op goddelijke wijze losbarst. "Now I'm ready to start!" gilt Butler net voordat de zwangere wolken daadwerkelijk breken. Horen we daar nu "Between the click of the light and the start of the storm" in No Cars Go? "When you look in the sky, just try looking inside. God knows what you might find," scandeert de groep in Here Comes the Night Time. Régine wijst omhoog, alsof we onszelf zullen ontdekken in de bliksemschichten en donderwolken. Holy fuck, wat is dit intens.
Het publiek: Natuurlijk, er zijn mensen die wegrennen om te schuilen voor de regen, maar die missen een legendarische show. Ik sta er in niets dan een hemdje en een spijkerbroek, en ben zeer zeker niet de enige. De keiharde regen kan ons niet meer deren. Sterker nog, hoe doorweekter we raken, hoe meer het ijskoude water tot de botten doordringt, hoe verder we doortrokken raken van euforie van het moment. Met elke confettivlok die aan onze natte armen, hoofden, ruggen en borsten plakt, verliezen we onszelf verder in Arcade Fire. We gooien onze armen in de lucht bij Afterlife om het hiernamaals te begroeten, we brullen het traditionele slotstuk Wake Up mee alsof er geen morgen meer is, alsof de inmiddels zwarte storm ons mag opslokken.
Het oordeel: En dat was helemaal niet erg geweest. Wie deze show heeft gezien, kan gelukkig sterven. Een voor in de geschiedenisboeken.
Bron:
VPRO door Timo Pisart / Video: Here Comes the Night Time


Metallica
Bliksem! Donder! Moordende regen! Een stilaan nijpend tekort aan drankbonnen! Metallica had een fraaie collectie natuurrampen meegebracht als voorprogramma, en dus kon James Hetfield pas na een dik uur vertraging zijn sardonische grijns inpluggen op het hoofdpodium. Maar voor de rest? Geen klachten, meneer.
'Afgeschaft. Of wacht - nee, het gaat toch door. Maar wanneer? Snel. Of misschien toch niet zó snel. Maar wel vanavond nog. Niet? Ja. Dénken we.' Er was een kléín beetje verwarring ontstaan nadat er van hogerhand besloten werd dat Pinkpop na drie dagen braden wel wat afkoeling verdiend had, en er vervolgens een plensbui van heb-ik-jou-daar neerplofte op het festival - we proberen er met man en macht geen vergelding van bovenaf in te zien voor de recente berenheisa.

Maar dan, na vijf kwartier gehurkt uitdruppen: 'The Ecstasy of Gold' uit de geluidsinstallatie. Bleek dat er dan toch meer nodig was dan een paar pietluttige, potentieel levensgevaarlijke natuurelementen om Metallica weg te houden van een hoofdpodium. Opkomen, de troepen overschouwen, en dan de startkabels aan de 'Battery' koppelen. 'How does it feel to be alive?', wou Hetfield van ons weten - het antwoord: iets beter nu de hemel geen gitzwarte frons meer richtte op Landgraaf.

Demokratie über alles: de setlist die 'tallica erdoor jaagde op Pinkpop was er eentje die online samengesteld was door de fans. Zo kwam het dat 'Master of Puppets' er al als tweede aan moest geloven, in een versie die ettelijke jalapeñosin de reet deed vermoeden. Het uurtje respijt had Hetfield blijkbaar ook de kans gegeven om nog een extra kopje kamillethee achterover te klokken: 's mans stem verkeerde in betere staat dan een fonkelnieuw paar Jeff Hoeyberghs-designertieten. 'Welcome Home (Sanitarium)' schilderde een Lukakiaanse hattrick van 'Master of Puppets' - de plaat - in de netten: goed begonnen, ondanks het 'half verzopen'-gedeelte.

Wie zich zorgen maakt over het schuren der scharnieren, kan bij dezen weer gerustgesteld zijn: Metallica blijft vooral - of toch wanneer ze even niet bezig zijn met de songstructuren van De Romeo's te doorgronden - Metállica. De humor van James Hetfield blijft droog genoeg om een uitgeregend podium te föhnen ('Just a little rain', grijnsde Hetfield, waarop hij onder de voortdurend oplichtende hemel, oh ironie, 'Ride The Lightning' inzette), Kirk Hammett blijft fabrikanten van wah wah-pedalen op z'n dooie eentje van een afzetmarkt voorzien, Robert Trujillo blijft over het podium kruipen alsof hij een aanval van buikloop probeert af te wenden, en Lars Ulrich blijft de enige drummer die van ons carte blanche krijgt om er af en toe eens naast te meppen ('Wherever I May Roam' en 'One') om dan vervolgens te doen alsof hij van niets weet (maar ga 'm nu ook niet verslijten, Lars).

Dat de fans de setlist hadden samengesteld, uitte zich ook in het feit dat een paar van hen persoonlijk een nummer naar keuze mochten komen aankondigen. Daarbij openbaarde zich zowaar een nieuwe volksheld: ene Jos uit Noord-Brabant - met de 'j' van 'jolig', en ook zo uitgesproken - die 'Sjad But True' kwam aankondigen, en op Hetfields vraag of dat hele Noord-Brabant wat te pruimen was, antwoordde met een kurkdroog 'natuurlijk'. Jos, zo menen we wel te mogen stellen, zien we wellicht niet snel meer terug op een podium.

Natuurlijk kon wie daar écht nog de energie voor had ook beginnen kniezen: zo is het maar wat makkelijk schieten op de praatjes van de herboren Hetfield dat 'we allemaal één grote familie zijn', en moest het publiek het meer dan een uur van het concert stellen zonder de videoschermen, die nochtans wel mooi van pas zouden gekomen zijn. Maar eerlijk: euvels die niet opkonden tegen een setlist om in te kaderen, én het feit dat Metallica erin geslaagd was om Pinkpop - in een mooi één-tweetje met het noodweer - tot na middernacht te laten duren, waardoor het festival op papier dus eigenlijk víér dagen duurde.
Nog maar één keertje gebeurd in de geschiedenis, trouwens - hey, kunnen al die Pinkpoppers eindelijk ook eens opscheppen dat ze ooit op een écht festival geweest zijn.
Bron:
Humo 10 juni 2014 door tr / Video: Jean Wertz