PINKPOP 40 JAAR / 41e EDITIE
2010 Updated 10 oktober 2020
Datum: 28 mei t/m 30 mei 2010
Acts: zie programma  Info voor Landgraaf bezoekers

Locatie: Megaland Landgraaf

Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 140,00. losse dagkaart kost € 75,00 (v.v. prijzen excl. servicekosten €5,00, de voorverkoop start zaterdag 12 december 2009 om 10.00 uur.)
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, Koop je kaartje in ieder geval NIET hier.
Natuurlijk wel ff goed checken dat je originele kaarten koopt. Buro Pinkpop steunt de strijd tegen het doorverkopen van kaarten tegen woekerprijzen via de actie: weet waar je koopt.


Weer: zonnig en lekker warm, bekijk hier de verwachtingen
Toeschouwers: ??.000

Presentatie: Giel Beelen en Eric Corton

BELANGRIJKE OPROEP:
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten,
en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!

Recencies vrijdag  Recencies zaterdag  Statistieken  Krantenartikelen  Pinkpop DVD's  Veel online videoclips  Meer online videoclips  Setlists

ondanks de regen toch vrolijk Bron: Foto: Jean Wertz (Janny, Bo en Johnnie)


The Maccabees
MUZIEK: The Maccabees worden in Engeland gezien als redders van de indie. Ze komen namelijk intelligent, vriendelijk en voor een Britse band bijna teleurstelend normaal over. Op debuutalbum Colour It In, klonken wavebands XTC en Gang of Four duidelijk door. Op het vorig jaar verschenen tweede album Wall of Arms, is de sound net iets voller, grootser en ambitieuzer. Love You Better is een hit.

PLUS: The Maccabees begrijpen de wetten van het popliedje. Zonder al te veel moeite weten ze een herkenbaar en bij vlagen verrassend geheel te smeden. Vandaag hebben de Britten drie blazers meegenomen, een goede keuze. Op het laatste album werd onder leiding van Arcade Fire-producer Marcus Dravs al flink uitgepakt met subtiele maar geslaagde toevoegingen van trompet en toetsen. Op het grote hoofdpodium voegt het alleen visueel al iets toe. The Maccabees openen de winderige, regenachtige derde dag van Pinkpop 2010 gewoon goed.

MIN: De bassist van The Maccabees heeft een verwassen, a-sexy blouse aan. Hij ziet er daarmee uit alsof hij onderweg naar de schaakclub zich opeens bedacht dat hij ook nog een optreden op Pinkpop had. De gitarist wrijft bij het tweede nummer even in zijn ogen, waarschijnlijk wat slaap. Twaalf uur 's middags is naar rock-'n-rollmaatstaven vroeg. Als The Maccabees opkomen is het veld dan ook nog angstaanjagend leeg. Misschien is het tijdstip niet inspirerend, maar iets meer bezieling had het koude Pinkpop goed gedaan. "Put your hands up in the air, but you don't have to", een van de weinige dingen die frontman Orlande Weeks tussen de nummers door zegt, vertelt wat dat betreft alles.

CONCLUSIE: The Maccabees worden in Engeland dus gezien als de redders van de indie. Waarschijnlijk vooral omdat de Britse indie in een diepe crisis verkeert. Hoe sympathiek en goed sommige liedjes ook zijn, The Maccabees hebben te weinig eigen smoel en een te afstandelijke, serieuze podiumuitstraling om het langzaam vollopende Pinkpop mainstage in vuur en vlam te zetten.
CIJFER: 7 door Casper Sikkema (
3voor12-VPRO)

Jon Allen
MUZIEK: Jon Allen is een rustige en vriendelijke Britse singer-songwriter met een gitaar. Twee jaar geleden schreef hij het liedje Going Home dat in een Land Rover-commercial terecht kwam. Het leverde hem genoeg geld op om de opnamen van zijn debuutalbum Deadman's Suit uit eigen zak te betalen. Het beste liedje van de plaat is het titelnummer met een pakkende hammond-hook.

PLUS: Jon Allen stapt in zijn eentje het podium op. Hij zingt het kleine gitaarliedje Going Home en doet even denken aan Fink en Gonzalez. Bij het tweede nummer Take Me To Heart doet zijn band al mee. Goede muzikanten die het nummer een John Mayer-feel geven (het nummer lijkt wel heel erg op zijn Daughters). Jon Allen heeft een prima stem, niet opvallend, soms met een rafelrandje à la Rod Stewart. Hij heeft geluisterd naar BobDylan, Nick Drake en inderdaad ook wel naar Rod the Mod. Voor de tent staan voornamelijk dertigers en veertigers. Jon Allen is misschien wel de Radio-2ste artiest van dit festival. Hij rent even over de catwalk voor het podium om een bal het publiek in te gooien, flirt met een oudere dame en bedankt de meedeinende mensen. Bij het nummer Down By the River begint het te regenen. Het deert de fans niet. Die schommelen rustig mee met de kwastjesdrumpartij.

MIN: Er valt wat voor te zeggen dat zij die niets meemaken, geen fantasie hebben en enkel een aardig mopje kunnen spelen, geen levensliedjes moeten schrijven. Kijk, Hazes had een kutleven, Herman van Veen een creatieve taalknobbel, Marco Borsato heeft John Ewbank en Jaap heeft X Factor. Jon Allen heeft enkel een kek bruin hoedje, bruin corduroy jasje en een vriendelijke glimlach. Een fijne jeugd in Winchester, lieve ouders, een trouwe vriendin en een Opel Astra. Als de grootste tragedie in je leven de break-up met je jeugdvriendinnetje is en je spannendste fantasie een Ford Mustang en een vakantie naar New York, moet muziek misschien gewoon je hobby blijven.

CONCLUSIE: Jon Allen kan een aardig deuntje spelen en heeft een aardige stem. Misschien kan hij ook goed een grap vertellen of is hij heel handig in het bouwen van houten karren voor de buurtkinderen. Maar er zit nul spanning in zijn muziek en mimiek, de band bestaat uit dienende sessiemuzikanten en de teksten zijn zo clichématig en saai. Friends is Jons meest tragische liedje. Het gaat over zijn ex waar hij na de verbroken relatie geen vrienden mee kan worden. Je ziet de lieve Brit al wegduiken in het maandverband-gangpad van de supermarkt wanneer de bewuste ex langsloopt met haar nieuwe vriend. Vet zielig Jon, maar drink even lekker een pint met je maten en scoor een leuke dame in de pub. Het komt allemaal wel goed. Helaas misschien, wat drama en spanning zou je muziek veel goed doen.
CIJFER: 5 door Erik Zwennes (
3voor12-VPRO)

DeWolff
Het record interviews geven gaat op Pinkpop met stip naar DeWolff. Liefst zestien keer vertellen de broers Pablo en Luka van de Poel en Robin Piso tijdens de vuurdoop op Pinkpop hun verhaaltje aan mensen van de pers. Naast hun show in de tent pingelen ze tijdens live-sessies nog enkele nummers op verzoek. Het media-offensief is door het Geleense trio ingezet. En hoe!

Wie zijn die jochies met dat camerateam achter zich aan? Juist, dat is rockband DeWolff. Ze kunnen geen beweging op Megaland maken zonder uit het blikveld van de draaiende lenzen te verdwijnen. DeWolff wordt drie dagen op de voet gevolgd door een team van het documentaireprogramma het 'Uur van de Wolf.' Elke beweging wordt vastgelegd. Backstage maakt het drietal een ontspannen indruk. Ze overnachten op de crewcamping. En hebben alle tijd om andere bands te bekijken. Naast de interviews proberen ze nog wat feestjes mee te pikken. “Maar we moeten natuurlijk wel fit zijn”, zegt zanger Pablo van de Poel. "Dit is voor ons zo speciaal. We kijken onze ogen uit, tussen al deze artiesten. Of we ook met mensen praten? Ja, wat moet je zeggen tegen bijvoorbeeld iemand als John Mayer? Ik weet het ook niet."
Voor DeWolff gaat het vooral om de indruk. Want tot nu toe zijn de jongens alleen als toeschouwers op het festival geweest. Toetsenist Robin Piso zelfs nog nooit. En uiteraard is het leuk om backstage rond te lopen, maar voor DeWolff is de gang naar het podium het belangrijkste. Optreden, want daar gaat het tenslotte om. En dat gebeurt in de roze tent. Luka van de Poel, in pak en op blote voeten. Zijn broer Pablo die voor de show straks voor zich uitkijkt, een lachende Robin Piso. Op het podium boeddhabeeldjes en veel wierook. De atmosfeer voor een trip naar de jaren zestig en zeventig is gemaakt. Het trio gaat helemaal los. Psychedelische nummers als 'Gold and seaweed', 'Silver lovemachine' - dat over een dildo gaat - en 'Red sparks' gaan er bij het enthousiaste publiek helemaal in. De gitaar van Pablo van de Poel verdwijnt tegen het einde van de show in het publiek. De spanning is verdwenen. Pablo van der Poel draait er niet om heen. "Dit is kicken. Gewoon de mooiste dag van mijn leven."
Bron:
De Limburger door Peter van de Berg


Danko Jones
MUZIEK: Danko heeft zijn microfoon net iets te laag staan, zodat hij er wijdbeens en met een lichte knik in de knieën achter kan staan. Deze Canadezen vinden dat rock-'n-roll niet meer moet zijn dan bas, drum en elektrische gitaar. Deze maand verscheen zijn nieuwe album Below The Belt, dat uiteraard vooral over seks gaat. Single Full Of Regret is niet onaardig.

PLUS: Waarom deze schreeuwlelijk zo populair is? Door die grote bek van hem, voornamelijk. Hij laat zich toejuichen alsof hij The Prodigy is. Hij grapt dat hij een liedje gaat zingen over het milieu. En omdat er vandaag nogal veel kinderen in het publiek staan gaat het liedje over orale seks vandaag over 'holding hands with a special friend'. Danko is de uitsmijter die je met één vuist kan vellen, maar nog beter is in het afwimpelen van dronken stappers met een goede grap.

MIN: Los daarvan is het een wonder dat deze gozer al die jaren prominent in de klapper van festivalboekers zit. Al zijn liedjes zijn hetzelfde. Dom, lomp en rechtdoor. Ja, dat is zijn kracht, dat snap ik ook wel. Het is wat het is. Hij pretendeert niets meer, en dus komt hij er vaak mee weg. Maar je hebt goede en slechte pretentieloze bands. In een uur Danko Jones hoor je exact nul memorabele riffs, geen gitaarsolo's die een befkoning waardig zijn, geen pakkende refreinen, alleen voorspelbare hap-slik-weg-rawk. Aan zijn bandgeluid is helemaal niets bijzonder, op de grappen na is de performance behoorlijk statisch. Het ergste: in tien jaar tijd heeft Danko geen enkele onbetwiste festival-anthem geschreven, en dat is voor een echte festival-act best merkwaardig. Na tien jaar zijn we die machopraatjes en borstklopperij toch wel een beetje zat?

CONCLUSIE: De aap komt uit de mouw, Danko Jones verklapt zijn truc. Het publiek moet van hem zo hard juichen dat de organisator backstage wel moet denken dat het een heel goed optreden is, zodat ze hem meteen terug boeken voor volgend jaar. Zo doet hij dat dus. Laten we dan nu afspreken dat het klaar is met deze middelmatige onzinband. Geen enkel festival wordt slechter zonder deze band.
CIJFER: 4 door Atze de Vrieze (
3voor12-VPRO)/ Video: door cvdvanspeyck


General Fiasco
Gejaagde indierock en pop die zich, net als de Noord-Ierse thuishaven van het trio, nadrukkelijk op Engels territorium bevindt.
PLUS: Je ziet aan alles dat Owen, zijn broer Enda op gitaar en drummer Stephen Leacock heel graag willen en die mentaliteit is een belangrijke voorwaarde voor succes. Owen zingt als een jonge Manic Street Preacher, de groep loopt over van de aanstekelijke, jeugdige energie, is puik ingespeeld en ook aan lef en een jongensachtige uitstraling die jonge meisjesharten sneller doet kloppen, ontbreekt het niet. General Fiasco heeft met Sinking Ships ook een kampvuurmomentje op de setlist.

MIN: Staat best hoor, maar het is niet bepaald een band waarvoor mensen zich voor het podium verdringen. De vraag is waarom dit trio uit Belfast, dat zich overduidelijk op clubcircuitniveau begeeft, door de programmeurs een rol op deze schaalgrootte is toegedicht. Waarom ze hier staan als er in de Benelux genoeg alternatieven zijn. General Fiasco ontbeert troeven en daarmee onderscheidend vermogen. Owen kondigt de nieuwe, de oude, de beste en nog een stel singles aan. Allemaal lief en leuk, maar wie gaat die nieuwe single nu meeblèren, wie gaat 'm op de radio draaien en wat voegt dit toe? Veel vragen en voorlopig minder antwoorden.

CONCLUSIE: Een klein uur is veels te lang voor de Noord-Ieren, dat houdt niemand vol. Deze groep was in Nederland ook wel de Serious Talent pool ontstegen, maar wij zien liever twee Nederlandse talenten een half uur spelen. Gezien de leeftijd kan het met General Fiasco nog veel kanten op, maar het is ons even niet duidelijk welke de meest waarschijnlijke is. Het galmt, popt, piept en rockt heel veel kanten op zonder al teveel wal te raken en blijft zo in vergetelheid hangen. "I got a better plan," zingt Owen Strathern. Mooi, we zijn benieuwd. Het zal ook nodig zijn voor een volgende stap: naast sympathie ook meer lof oogsten. De MySpace-kalender doet vast kond van een intercontinentale ambitie.
CIJFER: Niet goed, niet slecht, weinig beklijvend en dus de vleesch-nog-visch rating: 6 door Ingmar Griffioen (
3voor12-VPRO)

Kate Nash
MUZIEK: Kate Nash scoorde twee jaar geleden op twintigjarige leeftijd een hit met het album Made of Bricks. Het beeld toen: een sympathiek meisje met pofmouwtjes, bloemetjesjurken en een theepot op haar piano. Positief, rap van tong en de evenwichtige variant van generatiegenote en erkend vuilbekje Lily Allen. Kate Nash, zo voorspelden vele mensen die het konden weten, kon met haar ontwapenende meisjespop wel eens heel groot worden. Het dit jaar verschenen tweede album My Best Friend Is You is vooral een bijzonder geslaagde poging dat beeld om zeep te helpen. Kate wil namelijk helemaal niet groot worden, Kate wil vrij zijn en punk doen. My Best Friend Is You lijkt vooral het perfecte middel om te rebelleren tegen het vroege succes.

PLUS: Haar lippenstif is uitgesmeerd van neus tot kin. Haar ogen zwartgeverfd en op haar jurk is geen bloem meer te bekennen. Het kleed over haar piano is het uitroepteken achter de transformatie van bloemenmeisje naar riot girl. 'A cunt is a useful thing' staat erop. Dus. I've Got A Secret introduceert ze door ons met overslaande stem mee te delen hoezeer ze homofoben haat. Ze steekt haar middelvinger op en schreeuwt 'fuck those guys, fuck those assholes'. Kate Nash doet er alles aan om los te komen van het onschuldige meisjesimago. Het slim voor het album uitgelekte I Just Love You More was het eerste signaal dat Kate is veranderd. Niet alleen door de distortion die het hele nummer inkleurt, maar vooral door een nieuwe attitude: Kate Nash houdt van punk, en dat mogen we best horen. Bijvoorbeeld door een anderhalve minuut durende gesproken tirade tegen het fenomeen groupies, een protestsong tegen homofobie en een ontroerend mooie, maar vooral tamelijk gekke opsomming van dingen die Kate leuk vindt. De platenmaatschappij vindt het waarschijnlijk verschrikkelijk, maar Kate bepaalt het vervolg van haar carrière zelf.

MIN: Kate Nash haat groupies. Kate Nash haat homofobie. Kate Nash haat haar imago en Kate Nash haat voorspelbaarheid. Allemaal tof en behoorlijk sympathiek. De meeste vrouwen die wij kennen houden zielloos genoeg vooral van veel dingen. Toch lijkt Kate zich wat te verliezen in haar emotionele statements. Als ze tegen het eind van haar set lukraak op haar piano ramt, als ze weer eens een hysterisch gilt, krijst of schreeuwt en ook als ze er weer eens grandioos naast zit, zou je haar eigenlijk even apart willen nemen om haar te vertellen dat homofobie erg is, en groupies ook, maar dat het, op grotere schaal zeg maar, wel meevalt. Kate Nash lijkt in haar zoektoch naar een nieuw en minder voorspelbaar leven, de weg een beetje kwijt.

CONCLUSIE: Kate Nash maakt een grillige ontwikkeling door. De grote lijn van die ontwikkeling maakt van My Best Friend Is You een boeiend album. Diezelfde grilligheid maakt van haar Pinkpopoptreden een bij vlagen pijnlijke vertoning. Ook op het tweede album staan radiovriendelijke hits: Do-Wah-Dooh, Kiss That Grrrl en Paris. Ze krijgen vandaag, mede door een band die als los zand aan elkaar hangt, niet de uitvoering die ze verdienen. Zonde.

CIJFER: 5,5 door Casper Sikkema (
3voor12-VPRO) / Video: Interview door Backstage NL

Skunk Anansie
MUZIEK: Miljoenen albums verkocht Skunk Anansie in de jaren negentig. De Britse straight forward rockband scoorde hoog met hitmateriaal als Weak en Hedonism en live met Deborah Dyer aka Skin als imposante frontvrouw. Maar na album nummer drie dat tevens het minst van alle teweegbracht, ging de band uit elkaar. Persoonlijke issues vroegen om meer beweegruimte, zo luidde de afscheidsbrief. Toch besloot het viertal vorig jaar weer bij elkaar te komen. Skunk Anansie voelde als onafgemaakt werk voor ze.

PLUS: De opkomst is sterk. Je voelt dat deze band er nog zin in heeft. Ze doen hun uiterste best er een geweldig optreden van te maken. Skin is, serieus, nog altijd heel slank. Ze is in het zwart gekleed, behalve een als kunstwerk aan te merken vest vol goud waar de pofmouwen van Caro Emerald niets bij zijn. Ze is nog altijd die imposante frontvrouw, het symbool van een sterke vrouw met een demonische blik en de gulste lach. Ze krijgt het zelfs voor elkaar om over het publiek te lopen, al zijn het maar enkele stappen. Als performer mag Skin heilig worden verklaard.

MIN: Toch zorgen enthousiasme en toewijding niet voor een geslaagd optreden. Misschien willen ze te graag, dat zou het kunnen zijn. Maar het opvallendste is toch de muziek. Skunk Anansie anno 2010 degradeert zich tot frustratierock. Alles zit retestrak in elkaar, daar is geen twijfel over mogelijk, maar de band spuugt zijn muziek als gal uit naar het publiek. De drummer lijkt met zijn werk het ontbreken van vuurwerk (dat Green Day - nog zo'n 90's band - gisteren wel had) te willen compenseren. Hij slaat op zijn tom alsof die een kanonskogel moet afvuren. Rage Against The Machine met Scary Spice.

CONCLUSIE: Je zou het graag willen, maar toch voel je niet wat deze band nu zo graag wil overbrengen, wat haast nog frustrerender werkt dan de muziek. De band voelt het wel, maar het publiek niet. De muziek van Skunk Anansie blijkt meer in een tijdperk vast te zitten dan verwacht. Ze overtuigen niet meer, voelen haast gedateerd aan. Ook het publiek moet zijn twijfels hebben gehad. Alleen Hedonism wordt door meer mensen dan alleen de eerste rijen meegezongen. Verder blijft de respons waar de band eigenlijk op hoopt uit. Uiteindelijk vraagt Skin er zelf maar om: applaus. Eerst is ze niet tevreden. "Come on, you can do better," waarna het publiek alsnog aan de vraag voldoet. "That's not bad, you do better then the Germans." Ach, blijkbaar trekken we eensgezind op met onze oosterburen. Wat Skunk Anansie betreft dan.
CIJFER: 6 door Fiona Fortuin (
3voor12-VPRO)

Yeasayer
MUZIEK: De oefenruimtes in Brooklyn boeren goed. Welke band uit deze New Yorkse wijk weet zich tegenwoordig niet populair te maken in de indiescene. Maar tussen alle namen zoals Vampire Weekend, TV On The Radio en Grizzly Bear steekt Yeasayer er momenteel met kop en schouders bovenuit. Het nieuwe album Odd Blood kan wel eens een grote stap naar het grote publiek voor ze betekenen. Toch was daags voor Pinkpop de meest gestelde vraag op de 3VOOR12 redactie: kan Yeasayer dit festival wel aan? De band mag dan misschien met het tweede album voor een toegankelijker geluid hebben gekozen, nooit zullen ze echt de makkelijkste weg kiezen. De naam die ze zelf aan hun muziek hebben gegeven, komt misschien nog wel het beste in de buurt: Middle Eastern-psych-snap-gospel. Maar voeg daar tegenwoordig disco aan toe.

PLUS: Yeasayer begint sterk met Waiting For Summer. Al snel wordt duidelijk dat dezelfde set als anders op de tour wordt gespeeld. Geen poespas of crowdpleasing van deze band, wat voor ze pleit. De gekleurde schermen achter de band zorgen voor een intieme sfeer en matchen perfect bij het niet te negeren roze in het publiek. Mag ik daarbij u aandacht voor de man rechtsvoor op bass: Ira Wolf. De ex-timmerman met altijd een mes op zak, timmert hij ooit voor mij een dak op mijn hart?

MIN: Dat Yeasayer niet van plan is met een kunstje het rockpubliek voor zich te winnen, daarvan getuigt de dip na de eerste twee nummers. Na de uptempo nummers kiezen ze er te snel voor om een tandje terug te schakelen. Pas na vier nummers wordt 2080 ingezet, gevolgd door O.N.E. Juist bij deze band hoop je dat ze een strategische setlist kiezen om de aandacht van het publiek vast te kunnen houden. Meer vraag je niet van ze, fratsen zijn dan echt niet nodig. Precies in die dip worden de symptonen van vermoeidheid zichtbaar. Dit optreden blijkt de laatste van hun lange tour te zijn. Zanger Chris Keating doet zijn best om zijn schouders recht te houden, maar zodra zijn concentratie verslapt, hangen ze weer.

CONCLUSIE: Toch weet Yeasayer stapsgewijs naar een Pinkpopwaardige festivalband te klimmen. Hoe traag misschien ook, aan het einde van de show klopt het alsnog. Door toe te werken naar meer uptemopo songs, krijgen de bandleden zelf ook meer zin. Met Ambling Alp als afsluiter wint Yeasayer fans in het rockminnende Pinkpoppubliek.

CIJFER: 7,5 door Fiona Fortuin (
3voor12-VPRO)

Slash
Slash In één woord: Gitaargod
Plus: Slash is één van 's werelds beste en beroemdste gitaristen en dat bewijst hij ook in de stromende regen. Hij soleert de nogal zieltogende recente nummers naar enigszins acceptabel niveau en draait en passant nog een paar hits van Guns n' Roses af.
Min: Het is een op voorhand gelopen race als je zo'n grote naam bent, maar het eigen werk of het Velvet Revolvernummer dat langskomt, zijn op de keper beschouwd akoestische milieuvervuiling. Om over het ene Alter Bridge niemendalletje maar helemaal te zwijgen.
Opmerkelijk: Het is stampvol bij Slash. Iedereen wil Slash zien. Of staat al op Mika of P!nk te wachten. En krijgt Slash als extraatje
Bron:
kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Triggerfinger
(lees
hier een intervieuw op foknieuws.nl)
MUZIEK: Het Vlaamse Triggerfinger maakt klassieke RAWK-'n-roll met stoner-riffs en soms wat hardrocklicks. Zanger Ruben Block is een ideale voorman. Met een krachtige huilkrijs, perfect grijze gezichtsbeharing, dito rockcoupe en een knappe beheersing van zijn gitaar bepaalt hij het beeld en geluid van de formatie. De band bracht twee studioalbums en een liveplaat uit. Recent namen de Belgen hun derde album op in Los Angeles met Wolfmother-producer Greg Gordon. En laat het nu net Wolfmother zijn dat ziek moest afmelden bij festivaldirecteur Jan Smeets. Aan het doorgeschoven Triggerfinger om vanaf de Mainstage de grote festivalweide te veroveren.

PLUS: Het trio komt op en de regen stopt. Met een klassieke opkomst en slepende rockintro weten ze de interesse van het publiek te wekken. Nu doorpakken, en dat doen ze met Feed Me, Inner Peace, Soon en vooral met de doorstamper Hunt You Down. Het geluid is erg goed, prettig hard en de heren spelen strak. "Jullie zien er uit om op te vreten," aldus Ruben die gewoon zelf zijn gitaren wisselt, niets roadie. Met Short Term Memory Love winnen ze het publiek. Er zijn zelfs mensen die hun shirt uittrekken, in Limburg is het een graadje of veertien. Ruben klimt op speakers en huilt het publiek toe met First Taste. Dit reageert en al snel wordt het een wedstrijdje synchroonjanken. Een nieuw nummer wordt geïntroduceerd. Het is een atypisch broeiend nummer dat in zo'n acht minuten naar een orgasme bouwt. Eric Corton speelt een nummer mee en met On My Knees en Commotion wordt de set afgesloten. MIN: Triggerfinger heeft dit genre niet uitgevonden of vernieuwd. Dit zijn gewoon drie goede muzikanten met een enorme drive en puike podiumpresentatie. Helaas zijn de nummers niet allemaal even sterk en reikt het niet heel ver. Eigenlijk heeft Triggerfinger alleen First Taste als halve meezinger. Na twintig minuten is de koek dus wel een beetje op en dan is dit podium en tijdslot toch wel wat te hoog gegrepen.

CONCLUSIE: De Mainstage is te groot voor Triggerfinger. Dat zie je al aan de opstelling, amper een vijfde van het podium wordt gebruikt. Triggerfinger heeft Nederland al een aantal keer rondgetourd. Elke keer was het opwindend en sterk, maar ook na maximaal een half uur wel genoeg. Dat probleem heeft de band nog steeds. Met de nieuwe plaat zou zomaar de setlijst een stuk frisser en hitgevoeliger kunnen worden. Nee, Triggerfinger is niet het Vlaamse Wolfmother. Maar deze heren kunnen wel degelijk rocken en hebben een geheim wapen: het feit dat je ze het zo enorm gunt. Dit is de revanche van de grijze rocker. De muzikant die jaren ploetert en dan eindelijk in een nieuwe formatie wel die klik vindt. Wanneer Ruben op het hoogste punt van zijn set-up klimt en zijn gitaar heft is het plaatje even perfect. Dat onthouden we gewoon tot de nieuwe plaat uit is.
CIJFER: 6,5 door Erik Zwennes (3voor12-VPRO)

In één woord: RRRRRROCK
Plus: Het grote podium oogt leeg. Deze drie Belgen staan lekker knus bij elkaar. Wat lampen erbij, een groot rood doek en meer is niet nodig. Rammende en drammende rock dendert over de Landgraafse weide waar Wolfmother had moeten staan. Manmoedig slaat de band zich door de hoofdpodiumshow heen met de kracht van een diesel. Je ruikt dito dampen bijna uit de speakers slaan. Rock met een grote hoofdletter R om helemaal los op te gaan, wat menigeen dan ook niet nalaat.
Min: De geluidsman heeft zijn dag, want vanaf het eerste moment klinkt Triggerfinger als een straaljager die door de geluidsbarrière breekt en dat kraakhelder. Jammer is dat hij meteen volledig in het rood staat te pompen, waardoor er geen ruimte meer is om een tandje bij te zetten als het nodig is. Zo oorverdovend hard staat het geluid dat het zelfs fysiek vermoeiend wordt. Kniesoor? Dan wel een met een flinke piep na afloop.
Opmerkelijk: Zo zompig als Triggerfinger kan ronken, zo klaart het op wanneer het trio het podium betreedt.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Florence & The Machine
MUZIEK: Rode Florence is een bijzonder fenomeen, dat zich weinig aantrekt van heersende trends. Haar indiepop is barok, gelaagd, theatraal en toch stoer.

PLUS: Je krijgt een hoop Florence voor je geld. Hate it or love it. Ze is een diva die voor dubbele gevoelens geen ruimte laat. Wie na het ietwat zweverige begin nog twijfelt, krijgt aan het slot vier keiharde hits op rij voor de kiezen. Die strategie blijkt de juiste op een festival als Pinkpop. Eerst die gedragen cover van You Got The Love. Al bij Dog Days krijgt ze vervolgens de hele tent aan een konijnendansje. Kiss With A Fist gaat in een gejaagde hardrockversie, en Rabbit Heart bewijst zich als het mooiste liedje van de plaat.

MIN: Soms krijg je zelf iets te veel Florence voor je geld. Ze gaat tot het randje en soms zelfs wat erover. Zo zingt ze soms wat zwabberend als ze te veel heen en weer rent (en dat doet ze nogal veel), maar bovenal zingt ze heel veel. Hoog, laag, galmend met vibrato. Achterin de tent wordt de spoeling wat dunner omdat wat sommige mensen vinden dat het best een onsje minder mag. Voorin neemt de intensiteit alleen maar toe en houdt een fan bordjes omhoog met titels van zijn favorieten.

CONCLUSIE: Het is hard gegaan met Florence and the Machine, en terecht. Hier staat een artiest die zich helemaal geeft en daar respect mee afdwingt.
CIJFER: 7,5 door Atze de Vrieze (
3voor12-VPRO)

In één woord: Quirky
Plus: Een geweldige plaat onder de arm met Lungs, een dijk van een stem uit de klas van Kate Bush, een spiritueelvrouw jurk en een performance die meer dan een tikkeltje quirky is: Florence Welch is een fenomale artiest met een gezonde dosis eigengereidheid. De show is theatraal en meeslepend, kent diepgang en knappe lagen en weet tegelijk te voorzien in een arsenaal topdeunen met hitpotentieel voor de arty indiemarkt.
Min: Soms gaat Welch wat te ver in haar geëxalteerde uithalen en zweverigheid. Dan is het doorbijten als je al een beetje jeuk kreeg van Kate Bush. Dan had je waarschijnlijk een lastig uur, met Mika als enige vluchtoord.
Opmerkelijk: Het applaus aan het eind is overdonderend; ook voor Florence Welch zelf, die verrast de ovatie in ontvangst neemt. Ze lijkt oprecht niet gerekend te hebben op zo veel bijval.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper / Video: door cvdvanspeyck


Mika
MUZIEK: Dries Roelvink liet vandaag weten zich graag kandidaat te willen stellen voor de volgende editie van het Songfestival. Niet om te winnen - hij kent zijn plek - maar voor de entertainment, een lach op het gezicht van de Nederlanders. Zal Mika al eens benaderd zijn om als afgevaardigde van Engeland er aan mee te doen? Hij zou met gemak winnen. Niet alleen zou hij je een glimlach bezorgen, maar ook overtuigen in performance en in zang, en als hij wil: je kippenvel geven. Mika is de Freddy Mercury met de stofzuigerslang tegen het strottenhoofd, de kitsch van Elton John zijn collectie brillen gedragen door de leden van boyband Blue. Mika is de pophitschrijver voor wie geen noot te hoog is en geen snoepje te zoet.

PLUS: Hoe zijn show eerder deze maand in de Amsterdamse HMH eruit zag weet ik niet. Wel heb ik Mika twee jaar geleden in het hoofdstedelijke Westerpark mogen zien. Dat was geen optreden, maar een geslaagd circus met meisjes verkleed als lollies tijdens Lollipop, de opkomst van een kudde welgevormde vrouwen en levende bekers cola tijdens Big Girl, terwijl de zanger op dat moment zelf verdronk in een enorme opblaaspop. Op Pinkpop blijft het bij een opblaasbeen, de rest van zijn poppenkast laat hij thuis. Des te verfrissender is het om dan te zien dat Mika het zeker ook zonder kan. Optreden is voor Mika kinderspel. Met een enorme souplesse loopt hij zijn set door, zonder als publiek de indruk te krijgen dat hij een trucje uithaalt. Want performen zit hem in het bloed, dat is vandaag wel zo duidelijk. Daarin weet hij zowel jong en oud te betrekken. Niet eerder stonden er zoveel kinderen voor het podium, vaak op de schouders van hun papa. Onschuldiger dan tijdens Mika wordt het niet op Pinkpop. Wat hij doet, smaakt zoet, maar toch voelt het als Mika in Wonderland en alles wat hij doet verandert evenzogoed in goud. Tijdens de afsluiter zingt iedereen mee: “We are golden.”

MIN: Eén keer zet hij net een stap te ver. Tijdens Love Today ontbloot Mika zijn bovenlijf, als een man die een vrouw de slaapkamer in probeert te verleiden. Te voorschijn komt een dun plankje buik. De onschuld is dan verloren, maar een echte man zal Mika nooit zijn. En nee, Mika heeft niet alles onder controle. Precies op het moment dat zijn nummer Rain in wil zetten, klaart de lucht.

CONCLUSIE: Kort na zijn show twittert Mika dit: So, this morning Istanbul. Lunchtime I was in Germany. Evening I was performing in Holland. Now in Belgium trying to get a flight to the UK
Zijn hectische afgelopen dagen, maar op het podium merk je daar niets van. Het bewijst maar weer: Mika is een rasentertainer met een hart van goud.
CIJFER: 8+ door Fiona Fortuin (
3voor12-VPRO)

Pixies
weinig echt podiumvermaak voor het publiek
MUZIEK: Zeer invloedrijke alternatieve rockband van weleer, met nadruk op dat laatste. De reünie kreeg al in
2004 gestalte en dat het nog niet tot een nieuwe break-up is gekomen, doet vermoeden dat er andere motieven spelen dan spelplezier of uitingsdrang.

PLUS: Pixies heeft in de jaren tachtig en negentig een zelden overtroffen, spannend oeuvre neergezet. Vijf platen volgespeeld, Surfer Rosa, Doolittle en Bossanova zijn niet minder dan klassiekers en inspireerden Kurt Cobain en vele anderen tot grote daden. Het is een oeuvre ook dat nog altijd staat. En ook live nog kan staan. Monkey Gone To Heaven, Debaser, Wave Of Mutilation; al bij het intro veer je hoopvol op, maar dan blijkt Pixies het nummer zo'n twintig procent te langzaam en uiterst tam te spelen. Het grootste pluspunt is de stem van Black Francis, die onvervalst scherp is en nog sporadisch door de ziel snijdt. Gitarist Joey Santiago is bij vlagen ook nog messcherp, maar lijkt beteugeld te worden door zijn ingedutte bandleden. Bij de eerste noten van Caribou worstelen drie veertigers zich snel naar voren, vervolgens zet Black zo'n strot op dat een siddering over het veld golft. Kippenvel. De veertigers participeren in een pit van tien man, voelen de kracht van weleer door de aderen stromen, einde hoogtepunt voor 0,02 procent van het publiek.

MIN: Het was louter een rimpeling in een zeer vlakke set. Pixies speelt werkelijk alles een tempo of twee lager en dan mis je toch wel de urgentie van de muziek, dan verlang je hartgrondig naar die schop in de lendenen, die onverbiddelijke uppercut. Het is een verlangen dat een uur lang opgebouwd wordt, maar nooit beantwoord wordt en ook dat doet pijn. Ondergetekende heeft werkelijk nog nooit een veld vol festivalgangers zo apathisch zien reageren op zo'n set klassesongs. En dat een uur lang. Au. Ook de schone afsluiter Where Is My Mind, onderkoeld en uitgekleed gespeeld, ondergaat Pinkpop gelaten. En in de samenzang viel het al niet te verbloemen, maar in dat ene nummer waarin Kim, hoe moedig ook, de leadzang neemt, wordt schrijnend duidelijk hoe onverstandig dat is. Kim kan niet, nee mag echt niet meer zingen. Punt. Als de hoogtepunten in je set zijn dat Ruben Block van Triggerfinger voor het podium langsloopt en high fives uitdeelt en dat de meest grimmige wolkendekken zonder uitbarsting overtrekken, dan is er iets grondig mis. De songs van de Pixies zijn anno 2010 nog hartstikke actueel en urgent, de band is dat allerminst.

CONCLUSIE: Frank Black zet z'n gitaar weg, hijst z'n broek op en loopt naar de rand van het podium, Kim Deal trekt een mutsje tot over haar oren, zwaait en is weg, drummer Lovering en gitarist Santiago zwaaien wat langer voor ze Deals voorbeeld volgen. Black Francis staat er nog steeds. Minutenlang overziet hij de mensenzee, alsof hij zich afvraagt wat hij zojuist heeft gedaan, of het publiek probeert te doorgronden. Had hij meer respons verwacht? Is hij blij met de opkomst? We zullen het nooit weten, want de iconische frontman vertrekt geen spier. Zijn gelaat verraadt nog altijd geen enkele emotie, en aangezien de hele band een uur lang weinig meer weggaf dan de ingesleten grijns van Kim, is het te begrijpen dat het publiek ook amper emotie toonde. Uitgezonderd enkele plukjes fans, die zich als ijspegels in een woestijn moeten hebben gevoeld. Leuk voor die fans, maar voor de rest van Pinkpop is Pixies gewoon een niet al te opwindende ouwelullengitaarband, niet geholpen door enige uitstraling of beleving. Iets waar je op Pinkpop Classic nog niet mee wegkomt.
CIJFER: 5 door Ingmar Griffioen (3voor12-VPRO) / Video: door Stefano Cannas


Gogol Bordello
De Balkan in de regen
MUZIEK: Gogol Bordello gelooft niet in uitgestelde verlangens, goede smaak en contemplatie. De gypsypunkers geloven wel in het aanrichten van een groots en liederlijk feest. Met die aanpak zijn ze met afstand de grootste band van het genre.

PLUS: Het ziet er verontrustend simpel uit. Je schrijft een paar makkelijk stampende Balkanhits, je bouwt er een adrealinetechnisch uitgekiende show omheen en een festivaltent host zich met een gelukzalige glimlach naar een exotisch hoogtepunt. Je zou bij zoveel oprechte blijdschap bijna vergeten dat voor elk feest hard gewerkt moet worden. Zo is respect voor de manier waarop Gogol Bordello uit vrijwel elk moment het maximale weet te persen op zijn plaats. Zelfs van het moment dat de besnorde frontman zijn T-shirt uittrekt wordt een Moment gemaakt. Een uur een tent laten springen is lang, toch is het voor Gogol Bordello de enige optie. Op subtiliteiten zit het publiek niet te wachten, en dus levert Gogol Bordello keurig wat van hen wordt verwacht. Een uur lang geeft de band alles wat-ie in zich heeft en na dat uur vol slimme adrealineboosts en Balkanhits van een eenzaam niveau, roept het publiek massaal om meer.

MIN: Gogol Bordello is een feestband, niets meer en niets minder. De show kent amper rustmomenten, vanaf het begin knalt de band vooral hard, strak en bevlogen rechtdoor. Je zou kunnen zeggen dat ze met een uur lang hoempa-hoempapunk niets vernieuwends doen en daarmee vanuit artistiek-elitair perspectief de bijl aan de wortel van de beschaving zijn.

CONCLUSIE: Toch is Gogol Bordello vooral een verdomd goede feestband. En, belangrijk, een feestband die het met plezier en overtuiging doet. Geen moment wekt Gogol Bordello de indruk dat het hier weer een verplicht feestnummertje afsteekt. Van een band die een uur lang met zichtbaar plezier een tent platspeelt, wordt ook ons door elitaire overpeinzingen verzwaarde hart vederlicht.

CIJFER: 7 door Casper Sikkema (
3voor12-VPRO)

In één woord: Gekkenhuis
Plus: Boek je Gogol Bordello dan weet je dat je tent op zijn kop gezet wordt. Zigeneurfolk, punk, rock en dat allemaal met de een forse mep energie. Eugene Hutz en de zijnen gaan al jarenlang de wereld rond ermee en nu vallen dan eindelijk de grote festivals te veroveren. Weinig verrassend slaagt die victorietocht moeiteloos.
Min: Een uurlang hossen is wel wat veel van het goede; Gogol Bordello kent maar één standje en dat betekent: Balkanrock op jakkertempo. Waar de beenspieren verzuren, is een rustpunt in de set geen slecht plan.
Opmerkelijk: Druk is het niet écht bij Gogol Bordello. Daarvoor is de band wellicht iets te veel een Geheimtipp. Recht tegenover P!nk haalt de groep de schouders op en bouwt zijn eigen feestje. Het blijft nog lang onrustig in en om de Converse-stage.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper / Video: door SkietSkijf


P!nk
In één woord: Funhouse
Plus: In het funhouse van P!nk hoef je je geen moment te vervelen. Met danseressen, video's, een kanon en de spectaculaire vlucht over het publiek word je fully entertained. Ze rekt de grenzen op van de mogelijkheden van een buitenoptreden op een festival. Uiteraard is de band strak en P!nk een uitstekend zangeres, die als 'rock-chick' haar r&b-roots nooit helemaal verloochent. Toch een beetje het beste van twee werelden.

Min: De momenten waarop P!nk echt rocknummers wil brengen, valt ze een beetje door de mand. Haar muziek is prima pop met een rafelig rockrandje. Houden zo. Ook is de mix lang niet optimaal. Juist de keyboards zou je prominent aanwezig verwachten, maar die worden op de achtergrond gehouden.

Opmerkelijk: Dat P!nk niet op het hoofdpodium staat, heeft ongetwijfeld productionele oorzaken, maar een beetje jammer is het wel. Juist de grote vermaakfactor van het optreden maakt het geknipt voor de massa. En een uur is wel kort voor zo'n enorme productie.
Bron:
kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper / Video: door SouthparkAvatarWater


The Prodigy
Vanaf het eerste minuut dansen en feesten
MUZIEK: Bijzonder moment moet dat zijn in de carrière van een immens succesvolle band. Je brengt een aantal platen uit die creatief gezien steeds een stap verder gaan, en dan stokt het. Je probeert het één keer, twee keer, maar daarna gaat de handdoek in de ring. Metallica deed het met Death Magnetic, The Prodigy na een paar gitzwarte jaren met Invaders Must Die. Een schaamteloze greep naar de punkrave van halverwege de jaren negentig. Dat kun je een zwakte vinden, maar de comeback is zonder meer geslaagd.

PLUS: Er staat zowaar één nieuwe klassieker op die nieuwe plaat: Omen. Het enige nummer dat echt naadloos past in de onwaarschijnlijke rij hits. Van Breathe naar Firestarter naar Voodoo People, terug naar Smack My Bitch up en afsluitend met Out Of Space. Keith en Maxim hebben gigantische stapels monitors op zich gericht staan, die een ziekelijke hoeveelheid geluid op ze moeten afvuren. Het is en blijft vierkante oermuziek, die zelfs de meest zachte G hard maakt. Geen big beats maar biggest beats. Het werkt, nog steeds. Het mislukte album Always Outnumbered, Never Outgunned is wijselijk bij het grofvuil gezet.

MIN: Maar als je The Prodigy vergelijkt met die andere dance dinosauriërs - Underworld en The Chemical Brothers - verliezen de duiveltjes het op dynamiek. Het is continu high energy pompen. Niet soepel in elkaar overlopend, elementen van de ene hit introduceren in de andere en toewerken naar een groot moment. The Prodigy speelt gewoon liedje na liedje, min of meer zoals je ze van de plaat kent, met Keith en Maxim in hun bekende rollen, met de schmink en haardracht die ze tien jaar terug ook hadden. Halverwege worden een paar nieuwe nummers ingezet om wat gas terug te nemen, maar doseren is aan The Prodigy niet besteed. Er is een drummer en een gitarist, maar hoeveel die nu werkelijk bijdragen aan het geluid blijft een beetje onduidelijk. De drummer hoor je wel af en toe, maar vooral in de breaks. Voor de rest blaast Liam Howlett overal overheen.

CONCLUSIE: Het is ergens wel jammer dat er de afgelopen jaren geen dance act meer opgestaan is die het stokje kan overnemen. Aan de andere kant: als deze jongens het nog steeds kunnen, is dat ook niet nodig. De gouden regel: als je het veld kapot speelt, heb je gedaan wat je moest doen. Dat klinkt logisch, maar in het verleden ging het ook wel eens mis. Dan viel de stroom uit of werd het podium bestormd. Vandaag sloopte The Prodigy Pinkpop. Gewoon, zonder gekkigheid. Op een stuk gesmokkeld Bengaals vuur in het publiek na kwam er zelfs geen vuurwerk aan te pas. The Prodigy, lekker gewoon gebleven.
CIJFER: 7 door Atze de Vrieze (
3voor12-VPRO)