PINKPOP 40 JAAR / 41e EDITIE
2010 Updated 10 oktober 2020
Datum: 28 mei t/m 30 mei 2010
Acts: zie programma  Info voor Landgraaf bezoekers

Locatie: Megaland Landgraaf

Entree: 3 dagen met camping kost dit jaar € 140,00. losse dagkaart kost € 75,00 (v.v. prijzen excl. servicekosten €5,00, de voorverkoop start zaterdag 12 december 2009 om 10.00 uur.)
Bestel je kaartjes via internet in Nederland, Koop je kaartje in ieder geval NIET hier.
Natuurlijk wel ff goed checken dat je originele kaarten koopt. Buro Pinkpop steunt de strijd tegen het doorverkopen van kaarten tegen woekerprijzen via de actie: weet waar je koopt.


Weer: zonnig en lekker warm, bekijk hier de verwachtingen
Toeschouwers: ??.000

Presentatie: Giel Beelen en Eric Corton

BELANGRIJKE OPROEP:
Heb jij als pinkpopbezoeker mooie foto's gemaakt van de bands en artiesten,
en wil jij dat deze vereeuwigd worden op deze website verzoek ik je om op te nemen
BELANGRIJKE OPROEP!!!

Recencies vrijdag  Recencies zondag  Statistieken  Krantenartikelen  Pinkpop DVD's  Veel online videoclips  Meer online videoclips  Setlists


Moke & Metropole Orkest
MUZIEK: Moke heeft twee prima Britpopplaten uitgebracht. Op hun debuut stonden wel wat meer hits. This Plan, Last Chance en Here Comes The Summer kan iedereen die niet in een media-isolement leeft meeneuriën. In februari heeft Moke een album met het Metropole Orkest opgenomen. De plaat komt pas na de zomer uit, nu staan ze al gezamenlijk op Pinkpop. 65 klassiek geschoolde musici en de vijf zwarte maatpakken openen de Pinkpopzaterdag in een prima lentezon. Enkele bloemenmeisjes blazen zeepbellen vanuit het publiek.
PLUS: Bravoure, artiestenarrogantie en bluf, daar houden Nederlanders meestal niet zo van. Maar Moke kiest er al vanaf de start in 2007 voor zich niets aan te trekken van de vaderlandse mentaliteit. De grappen over hun kapsels, pakjes en Noord-Ierse heldenpathos kennen we nu wel. Hier staat een fatsoenlijke zaterdagopener. Als ware helden komen de jongens het podium op lopen onder begeleiding van een Braveheart-achtig strijkersensemble. Menig Hollywoodacteur droomt van zo'n moment, Moke doet het gewoon. Dit is cockrock voor wie niet van modder houdt. Lead-gitarist Phil Tilli leegt met schokkende heupbewegingen zijn besnaarde lid over het podium. Het Metropole Orkest voegt daadwerkelijk iets toe aan de nummers. De hits Last Chance, This Plan en Switch zijn subtiel geherarrangeerd, wat de nummers nog meer kracht geeft. Vooral de blazerssectie is een prettige aanvulling op het bandgeluid, noem het James Bond-grandeur. The Long Way, op zich geen geweldig liedje, wordt dankzij twee fanfare-trommelaars een stuk spannender en leuk om te zien. Alles klinkt goed, de stem van Felix ligt mooi op het geluid en het orkest smeert de nummers niet al te dicht.
MIN: Moke heeft vijf echt goede nummers, verdeeld over twee albums. Aangevuld met twee mindere godenvruchten kun je daar een half uur prima mee vullen, maar Moke speelt vandaag nog twintig minuten langer. Er zitten dus ook heel wat inzakmomenten in de show. Het feit dat de heren nauwelijks van hun met monitors afgeschermde podiumplek komen, maakt het ook wat stijfjes. Twee keer durft Felix voor enkele seconden naar de rand van het podium te lopen. Phil poseert en acteert wat hij wil, maar met zo'n houding moet je ook een keer richting publiek of de volle breedte van het podium gebruiken. Liefst met een AC/DC Angus Young gitaarshuffle.
CONCLUSIE: Moke is een echte Pinkpopband die met succes wat nieuws uitprobeert. Een half uur lang is het prima wakker worden met de heren, dan is er toch ook echt cafeïne bij nodig. Het publiek loopt dan ook alvast naar een van de twee andere podia. Het slotstuk Lament is op de laatste plaat al niet best, nu wordt dit strijkerspathos nog eens over tien minuten uitgesponnen. Phil Tilli't zijn gitaar boven zijn hoofd alsof hij zojuist de dag bij ondergaande zon heeft afgesloten. Drummer Rob Klerkx blijft alleen met het orkest over om maar door te gaan met die epische drumpartij. Dan stapt hij op zijn basdrum om persoonlijk de Lion King aan het volk te tonen. Hier schiet de band even uit de bocht en hoor je zelfs Bono roepen: "Doe maar normaal jongens, dan... ach laat maar."
CIJFER: 7- door Erik Zwennes (
3voor12-VPRO) / Video: XComuth (Youtube)

In één woord: Symfonieachtig
Plus: Een 65-koppig Metropole Orkest is natuurlijk een prachtige opening voor een zonnige Pinkpopzaterdag. Er zijn dan ook meer mensen op de been dan gebruikelijk bij de openingsact. Het orkest geeft Moke een gedenkwaardige intro, waarmee de band meer handen op elkaar krijgt dan welke sterpresentator dan ook. Bij tijden worden er extra accenten aan de composities toegevoegd, zoals in 'Switch', en op die momenten is de samenwerking op haar mooist.
Min: De toegevoegde waarde van het Metropole Orkest blijft voor het grootste deel helaas steken in het uitvergroten van elementen uit Mokeliedjes. Je vraagt je ook af waarom een keyboard zo overheersend aanwezig moet zijn, wanneer je de real deal gewoon achter je hebt staan. Het orkest mag de band ondersteunen, waarmee het niet veel meer dan een zesde bandlid vormt.
Opmerkelijk: De cellist van het Metropole Orkest ziet er meer rock-'n-roll uit dan Lemmy van Motörhead.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Everything, Everything slaagt er vandaag niet in
MUZIEK: De cameraman voor op het podium tikt met zijn hand mee op de muziek, maar doet dat jammerlijk uit de maat. Everything Everything is dan ook niet het doorsnee boem-pats-boem-Britpopbandje waar je gedachteloos op kunt meedeinen. Dit viertal uit Manchester speelt graag met tempo, switcht daarin verraderlijk snel en subtiel, en de stem van zanger Jonathan schiet van hoog naar laag, maar laat vandaag horen dat hij dat heel bekwaam kan. Vorig jaar december werd de albumloze band geselecteerd voor de BBC Sound 2010, gebaseerd op drie singles, waaronder de meest geslaagde Suffragette Suffragette. Slimme muziek wordt het wel genoemd, ook door de band zelf.

PLUS: Halverwege bedankt de bassist het publiek dat ze met zoveel zijn. Het is inderdaad drukker dan bij bijvoorbeeld The Black Box Revelation gisteren, een band die, hoewel eveneens jong, al wat langer meegaat. Ze beginnen meteen met Suffragette Suffragette, wat een zeer goede keuze is, omdat dit nummer, samen met nog zo'n drie nummers verspreid over de set, toch wel tot het beste werk behoort. Het zijn die nummers waar hun postpunk-invloed goed is te horen en de tempowisselingen zo subtiel zijn, dat het geheel veel meer één liedje blijft. De zang van Jonathan blijkt een van de sterkste punten te zijn en het optreden eindigt in een verrassend positief bombastische afsluiter met een mooie samenzang.

MIN: In het huidige muzieklandschap, waarin volgens NRC de evergreens ontberen, lijken we te snakken naar de Next Big Thing die ons deze wel kan leveren. Bij een eerste bescheiden hitje krijgt een band al snel dit predicaat opgespeld, zoals nu bij Everything Everything gebeurt. Ook Jan Smeets springt op de hype wagon door ze de nieuwe sensatie te noemen. Live blijkt Everything Everything een paar goede nummers te hebben, maar voor de rest vist de band teveel in eigen water en verdrinkt uiteindelijk in moeilijkdoenerij. Een 'ander' geluid willen neerzetten is een hoffelijk streven, maar bij Everything Everything ligt het er net iets teveel bovenop.

CONCLUSIE: Het Nederlandse Go Back To The Zoo zit in een vergelijkbare schuit als Everything Everything: albumloos en met slechts twee singles op zak is ook om deze band al veel te doen. Toch staan zij nog niet op Pinkpop. Wil je als festival een risico nemen met nieuwe bands, doe dat dan toch vooral met hen. Everything Everything kan de hype niet waarmaken. Het is een aardig bandje met doordachte muziek, maar zeker niet de nieuwe sensatie. Mijn voorspelling is dat Everything Everything de status van leuk London Calling-bandje (waar ze eerder dit jaar speelden) niet zal ontstijgen. Dat maakt ze niet per se slecht, de band heeft immers niet zelf de hype gekozen.
CIJFER: 6,5 door Fiona Fortuin (
3voor12-VPRO)/ Foto links: Bart Notermans

Ryan Shaw
MUZIEK: Ryan Shaw kent zijn klassiekers. Hij zingt er maar liefst drie, die grofweg aangeven waar hij zichzelf graag positioneert. Eerst Jimmy Cliffs slijper Many Rivers To Cross, halverwege Curtis Mayfields gospelsoulklassieker People Get Ready en tot slot Michael Jacksons Man In The Mirror. Man In The Mirror ja. Voor de een absolute klassieker, voor de ander een kant van de King Of Pop die je beter kunt doodzwijgen. Vooruit, Man In The Mirror, oké, maar Heal The World en Earth Song gaan echt te ver. Ryan Shaw kiest zonder knipogen volmondig voor die hand-in-hand-voor-de-wereld-mentaliteit en prijst MJ ervoor. Als hij het kon betalen had hij waarschijnlijk ook een engel en een wereldbol uit de coulissen neer laten dalen.

PLUS: Een orkaan van een stem, belooft presentator Eric Corton en daar heeft hij gelijk in. Ryan Shaw is simpelweg een goede zanger. Niet meer, maar zeker ook niet minder. Zonder enige moeite kan hij van laag naar hoog, wat hij dan ook niet nalaat. Natuurlijk zijn er de call-and-response momentjes en krijgt Shaw de handjes omhoog. Veel bezoekers laten het zich graag aanleunen, deze muziek waarvoor het positieve maar ook nietszeggende woord 'lekker' bedacht lijkt.

MIN: Maar wat heeft Shaw nog meer te bieden buiten die drie covers, twee korte en niet al te speciale jams en die hit? Niet zo veel eigenlijk. Een nogal clichématig, zalvend liedje genaamd We Got Love, waar de band zelf nogal hard op gaat. Liefde tussen man en vrouw, en God is liefde. Veel liedjes worden ontsierd door lelijke gitaarsolo's en bas-tierelantijntjes. De band is professioneel (een hi-hat vervangen tijdens het spelen? Geen probleem!), maar ook wat passief. Vooral die reusachtige bassist met zijn lome blik, die strak begeleidt, maar de frontman best een schop onder zijn reet mag geven. Mocht het succes aanhouden, dan zou een investering in een blazerssectie geen kwaad kunnen, want saaiheid en eenvormigheid liggen op de loer. En doe me een lol, begin niet aan dat kinderkoor.

CONCLUSIE: Het verschil tussen een goede zanger en een goede artiest wordt vandaag treffend geïllustreerd. Technisch klopt het helemaal, maar er is met gemak een dozijn soulzangers op te sommen die hun verhaal beter voor elkaar hebben.
CIJFER: 5 door Atze de Vrieze (
3voor12-VPRO) / Foto rechts: Harry Heuts


C-Mon & Kypski
MUZIEK: C-Mon & Kypski maakt al jaren naam met een potpourri van hiphop, samplepop, scratches, rock, balkan, klezmer en zo'n beetje elk ander genre dat ze voor de voeten komt. Na het succesvolle album Where The Wild Things Are zetten de heren alle gasten op straat. Een logische beslissing. Het waren er nogal wat. Je kunt ze alleen meenemen bij echt grote shows, en de rest van de tijd zul je het toch met zijn vieren moeten doen. Dat resulteerde in We Are Square, het vierde en helaas tot nu toe minste album. De afwezigheid van gastvocalen werd op twee manieren gecompenseerd: bandleden zijn zelf meer gaan zingen (hoewel dat het bepaald hun kracht niet is), en er is een overvloed aan ideeën (maar dat resulteert in weinig echt goede liedjes).
PLUS: Ze zijn er weer! Uit de hoge hoed: de blazers van de Amsterdam Klezmer Band, Benjamin Herman, Kyteman, Fay Lovsky (die zelf een hoge hoed op heeft), drummer Bram Hakkens (van Kyteman's Hiphop Orkest). Het lijkt erop dat C-Mon & Kypski hun zaakje weer op de rails hebben, behalve dan dat iemand de stekker van Fay Lovsky's theremin eruit getrokken heeft. Hoogtepunt is - net als drie jaar terug - Make My Day met Pete Philly. Het is het beste liedje uit het oeuvre, een meezinger, de feelgood hit. Speciaal voor de grote schermen lopen een aantal in rode overall gestoken helpers met grote groene schermen over het podium, waar voor de televisiebeelden visuals op geprojecteerd worden. Een grappige, overvolle, licht chaotische show. Van het nieuwe album blijkt More Is Less het eenvoudigste maar ook best gelukte liedje.
MIN: Hielden ze het maar vaker eenvoudig. Hoe langer de vier samen muziek maken, hoe meer ideeën erbij komen. Diep emotionele songs over het leven en de dood moet je van C-Mon & Kypski niet verwachten, maar dat de verdieping ligt in het volproppen van je muziek is een misvatting. More Is Less, meer is minder, precies. Niet alleen zijn er vaak te veel ideeën, ze zijn ook niet altijd goed. De bailefunk track met een lenige, in roze gestoken dame bijvoorbeeld is geen succes, en met de psychedelische rock met groteske gitaarsolo die erop volgt gaan ze buiten hun boekje. Die dubbele gitaar is hét symbool. Hoe mooi en praktisch en rock-'n-roll dat ding ook is, doe hem weg!
CONCLUSIE: In het Circus C-Mon & Kypski waren de vier kernleden zelf eigenlijk niet de acrobaten, maar de spreekstalmeesters. Die rol ligt ze, bleek ook bij VPRO's Nederpopshow. Even hebben ze zelf aan de trapeze gehangen, nu rijdt weer iemand anders met de eenwieler over het podium. But then again, de beslissing om nu eens wat anders te willen dan die bonte gekkigheid was heel goed te begrijpen. Kortom: er staat een hele grote muur voor C-Mon & Kypski, en het lukt ze niet om die te slechten.
CIJFER: 7- door Atze de Vrieze (
3voor12-VPRO) / Video: Percy K. (Youtube)

In één woord: Sterrenslag
Plus: Benjamin Herman, Colin - Kyteman - Benders, de Amsterdam Klezmer Band, Pete Philly; ze zijn allen van de partij om het feest op het hoofdpodium compleet te maken en dat lukt fabelachtig in een pompende mix van soul, hiphop, balkanbeats en meer spring- en hosbaar lolligs. Het publiek tovert al snel een glimlach op het gezicht en de stemming gaat van goed naar beter naar best met een show die letterlijk uit de voegen barst van de hink-stap-springende lappendekenpop en bovendien glansrijk over de gestelde tijdlimiet heen dendert.
Min: Stampvol met gasten is het circus compleet. Als die even niet meedoen, blijken C'Mon & Kypski zélf niet bijzonder uit de verf te komen. Dan zit er weinig spek op de botten.
Opmerkelijk: Eigen visuals op de schermen met een heus chromakey-element zelfs; ga er maar aan staan om drie uur 's middags op het hoofdpodium; circus C'Mon & Kypski draait zijn hand er niet voor om.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Kitty, Daisy & Lewis
MUZIEK: Rock 'n soul, rockabilly en andere US roots uit de jaren rond W.O. II, gebracht door twee zussen, een broer, papa en mama Durham uit Londen.
PLUS: Met een moeder die in postpunk-band The Raincoats drumde en een top-opnametechnicus en gitarist als vader, die tot en met 1987 opnames masterde voor artiesten als Bob Marley, Grace Jones en U2 voor Island Records in Jamaica, kun je wel stellen dat er veel muzikaal bloed door de aderen van Kitty, Daisy en Lewis stroomt. Dat ze op zulke jonge leeftijd - in 2005 kwam hun eerste single uit - al zo strak spelen is al exceptioneel, maar de drie Durham-kids wisselen ook nog eens zowat elk nummer van instrument; banjo, slidegitaar, drums, lapsteel, mondharmonica, keys of ukulele worden even kundig bespeeld en dan beschikken ze ook nog alle drie over een goede stem. En over de dure opnamestudio van papa Durham, waar ze zonder computers of enige digitale hulpmiddelen de muziek opnemen en ook al een eigen vinyl single persten. Het trio oogt ook authentiek, trucjes hebben ze niet nodig: Kitty neemt een ferme teug Jägermeister om de keel te smeren en mondharmonica te oliën, kijkt brutaal het publiek in en blaast er dan een indrukwekkende solo uit, die Going Up The Country en het publiek naar grote hoogten stuwt.
MIN: Het is zelf afgestoft doch geen eigen materiaal. Het is voor best wat publiek toch te gedateerd en zeker na een paar tamme dalmomenten in de set, taaien mensen af. 45 minuten is wel genoeg, tenzij ze meer up-tempo hits coveren/schrijven.
CONCLUSIE: De getalenteerde Durham-kids hebben soul, zoals zigeuners 'duende' hebben voor flamenco. Met deze uitstraling, charme, souplesse en songs als Honolulu Rock and Roll, Mean Son Of A Gun en knaller Going Up The Country moet het gros van de festivalbezoekers voor de bijl gaan en zelfs de stugste boeren tot dansen te verleiden zijn. En met deze instrumentbeheersing en de toegang tot Graeme Durhams studio staat niks een lange carrière in de weg.
CIJFER: 7,5 door Ingmar Griffioen (
3voor12-VPRO)/ Foto rechts: Bart Notermans

In één woord: Gezapig
Plus: Muziek van net na de oorlog door een paar mooie dames voor een alternatief publiek: een slim concept met potentie. Ze staan er dan ook stemmig aangekleed bij en beheersen hun instrumentarium gelukkig ook goed. Maar veel verder dan dat komt het niet.
Min: Misschien is het ook wat vervelend om in een tent te moeten spelen als buiten de zon heerlijk brandt, maar maak er dan het beste van. Dat doet het uitgebreide trio niet en daar komt het songmateriaal misschien ook wat voor tekort. Hier en daar wordt wat plichtmatig meegeknikt door het publiek en er wordt geklapt zoals Pavlov dat al voorspeld zou hebben.
Opmerkelijk: De zwarte meneer op trompet maakt het nog een beetje goed.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Destine
PLUS: Als het fysiek mogelijk zou zijn, sprongen de jongens van Destine het hele optreden. Het ziet er energiek, jong en op een bepaalde manier best indrukwekkend uit. In leeftijd variëren de bandleden ergens tussen de 25 en dertig, desondanks gaan ze op en neer als highschoolkids die net hebben gehoord dat de school is afgebrand. Het werkt bijzonder goed. Een punkmeisje met twee lippiercings en een shirt van een hardcorepunkband zingt zacht de refreintjes mee. Het scherm toont een volwassen vrouw die elke zin euforisch meebrult, haar arm is een grote Destine-reclamezuil. Als Destine ons vriendelijk, maar dringend vraagt allemaal te gaan zitten om daarna bij het refrein op te springen doet bijna iedereen dat. De Tilburgers weten een volwassen Pinkpoppubliek op de knieën te krijgen. Destine weet met een reeks uitvergrote podiumposes iets neer te zetten dat werkt op een festival. Tussen de nummers door zegt zanger Robin van Loenen vaak dingen als "En nu gooien we er nog een tandje bij" of "Heel goed, nu gaan we nog een stapje verder, doe vooral met ons mee." Zo kan het dus ook, je publiek naar een hoogtepunt toepraten.
MIN: Tijdens Spiders laat Destine een kleine pauze vallen. Voor toetsenist Laurens Troost een lastig moment. Het hele optreden door springt hij hysterisch over het podium, zoekt onbeschaamd de camera's en rent eens langs de voorste rij publiek. Nu is het opeens stil. Gelukkig weet Troost ook dit moment naar zich toe te trekken. Zijn simpele oplossing: steek gewoon een arm de lucht in en hou dat net zo lang vol tot de camera ook hierop inzoomt. Zonder enig cynisme zou je kunnen stellen dat Destine nep is. De liedjes zijn inwisselbaar, de sound is gladgestreken en het tienerleven komt in zulke platte metaforen naar voren, dat we bijna opgelucht adem haalden bij de verschrikkelijke realiteit dat we allang niet meer jong, mooi en on a wild and crazy run zijn. Er is een video waarop Destine in Amerika is. Daar doen ze zonder ironie trots verslag van een bezoekje aan een shopping mall: "We zijn nu in een mall." Destine is een band uit Tilburg aan wie nog nooit goed is uitgelegd dat het leven geen Amerikaanse tienerserie is, en 'beroemd worden' op zichzelf een vreemd en vooral zielloos doel is.
CONCLUSIE: Destine zou wel eens heel groot kunnen worden.
CIJFER: 4,5 door Casper Sikkema (
3voor12-VPRO) / Video: Percy K. (Youtube)

In één woord: Natteslipjesemo
Plus: Amerikaans klinkende eendimensionale emorock voor tienermeisjes van het soort: als je haar maar goed zit.
Min: Amerikaans klinkende eendimensionale emorock voor tienermeisjes van het soort: als je haar maar goed zit.
Opmerkelijk: Amerikaans klinkende eendimensionale emorock voor tienermeisjes van het soort: als je haar maar goed zit.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Mando Diao
MUZIEK: Je hebt Mando Diao van voor en van na hun elektronische revolutie. Al impliceert revolutie een vooruitgang en dat was het laatste new wave-geïnspireerde album Give Me Fire niet per se. Het bracht ze wel hun eerste hit Dance With Somebody en daarmee een doorbraak naar festivals als Pinkpop. De gierende bluesrock van toen ze nog leren jasjes droegen in plaats van maatpakken was stukken beter. Dat hebben de heren inmiddels ook door, dus spelen ze voornamelijk nummers van de eerste vier albums die overigens wel worden aangekondigd als 'old school'. Mando Diao is populair in thuisland Zweden, in Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland, Japan en in Nederland. Daarbuiten kent werkelijk niemand deze Scandinavische rocktijgers.
PLUS: Mando Diao is al sinds 1995 bezig, maar wordt door de meesten nog ervaren als een jonge en nieuwe band. De voormannen Gustav en Björn ogen ook nog retefris en dankzij de nieuwe muzikale koers leek er ineens een nieuwe band opgestaan. Voordeel is dat er op Pinkpop voor het tweede jaar op rij een geroutineerde band staat met branie en energie. Ze beginnen hun set met een nieuw nummer dat op hun recente Best Of staat. Het bevestigt nogmaals dat ze hun elektronische en swinguitstapjes niet al te serieus nemen. De heren spelen fijne bluesrock voornamelijk van hun eerste twee albums. Nummers als God Knows, The Band of Down in the Past mogen al bijna acht jaar oud zijn, ze doen het nog heel goed. Met gierende orgeltjes, knap gitaarspel en enorm sterke zang. Deze twee beeldbepalers zingen nog alsof er duct tape van hun zak wordt getrokken: met schokkende schouders en pijn in in hun ogen. De Zweden hebben weer drie woorden Engels erbij geleerd en zoeken interactie met het publiek. Dit reageert en tot ver op het veld wordt er gedanst. Als je zelfs een Chuck Berry-original succesvol weet te coveren, doe je iets goed.
MIN: Jammer van het schelle drum- en stemgeluid aan het begin van de set. De geluidsman moest waarschijnlijk nog even pissen. Ook hebbende Zweden iets teveel rock-'n-roll-clichés opgepikt uit vaders platenkast. Maar je moet wat als je vriendjes ABBA luisterden. De nummers van de nieuwe plaat zijn niet zo goed. Dieptepunt in de set is swingnummer Mean Street. Dat hebben deze jongens helemaal niet nodig.
CONCLUSIE: Mando Diao is een degelijke rockmachine. De allerscherpste randjes zijn er vanaf, maar daardoor werkt het nu wel op een festivalweide. Niets vervliegt en de meeste nummers roeren gewoon lekker de onderbuik. Als de meisjes smachtend kijken en de heren luchtgitaar spelen kun je zelfs drie jaar op rij Pinkpop aandoen. Als afsluiter speelt de band dan eindelijk de hit Dance With Somebody. Het publiek springt tot halverwege Megaland en is voor het eerst vandaag even helemaal uit zijn dak gegaan.
CIJFER: 7,5 door Erik Zwennes (
3voor12-VPRO) / Video: Free Record Shop (Youtube)
In één woord: IKEA-garagerock
Plus: Aan de energie en inzet van de Zweden zal het niet liggen. Het valt ook op hoeveel gemeen ze hebben met landgenoten The Hives, die eveneens strakgekapt hun rauwe garagerock van het podium slingeren. De rauwe stem van zanger Bjorn Dixgård werkt ook zeer aanstekelijk. Aanvankelijk is de vraag of het hoofdpodium niet te groot is voor Mando Diao, maar wanneer je een prijsnummer als 'Band' over het veld hoort schallen, met dat vieze orgeltje erin, word je ineens érg meegaand.
Min: Tja, een uur is lang genoeg. Enkele prijsnummers dus, maar verder is er niet heel veel spannends te beleven. Waarom hoor je dat orgel ook zo weinig? En er gaat bijna een zucht van verlichting door het publiek wanneer eindelijk 'Dance with Somebody' klinkt aan het einde van de set. Beter spreiden, mannen.
Opmerkelijk: Dat überstrakke logo op een verder zwarte backdrop, dat is toch precies het font dat IKEA voor haar producten gebruikt? Een samenwerkingsverband?
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Caro Emerald
MUZIEK: Haar debuutalbum Deleted Scenes from the Cutting Room Floor stond zestien weken lang op nummer een van de Nederlandse Album Top 100 en bereikte binnen no time de platinastatus. Dat is een ongekende prestatie voor een debutant. Op Pinkpop reikt haar publiek tot ver buiten de tent. Ze heeft een blazerssectie mee, een contrabassist, gitarist en toetsenist, maar nog het meest opvallend: geen drummer maar een dj. Conservatoriumafgestudeerde Emerald speelt jazzy popnummers die de jaren vijftig ademen. Een tijd zo ver in het verleden: hoe kan het dat dat zoveel mensen aanspreekt? Natuurlijk, bijna al haar nummers werken enorm aanstekelijk. Maar wat het vooral is: zelfs wanneer ze diep in het verleden kijkt, weet ze het heden vast te houden. De dj scratcht af en toe als Jive Jones, die momenten mag je dan ook vergeten. Maar zijn soms erg diepe, bijna hip hop-achtige beats, boren diep tot in je buik. De fifties jazzsongs krijgen een nu-gevoel.
PLUS: Een klein, rokerig jazzcafé. Langzaam stapt ze het podium af. Haar volle Hollandse figuur gestoken in Franse elegantie. Een zwart strak jurkje onthult haar vormingen, op haar hoofd een baret. Ze loopt voorbij de tafeltjes bezet door mannen alleen, totdat ze achterin is. Daar waar ook een man alleen zit, die vanaf het begin zijn ogen op haar heeft gericht. Met haar hand in een parelwitte fluwelen handschoen raakt ze hem voorzichtig aan, terwijl ze croonend voor hem zingt. Haar mond dicht bij zijn oor. En de man zegt: wat kijk je lief. Dit is Caro Emerald ten voeten uit. Maar in plaats van een klein café kan Emerald met haar klasse een groot rockfestival als Pinkpop aan. Ze lacht lief en bescheiden naar haar publiek, maar weet evengoed als een stoere vrouw over te komen. Dat komt mede door haar krachtige stem. Halverwege het optreden schopt ze haar tien centimeter hoge hakken uit. Maar zelfs wanneer ze op sloffen op zou komen, zal ze Pinkpop veroveren. Emerald bezit pure klasse en samen met haar band weet ze echt een show neer te zetten.
MIN: Emerald heeft nogal eens de neiging iets te schaapachtig te lachen. En soms bereikt je het gevoel dat de optredens te veel zijn ingestudeerd, waarbij niets aan het toeval wordt overgelaten.
CONCLUSIE: Maar wanneer halverwege het optreden Giel Beelen haar roze kaplaarzen aanreikt, denkt ze geen seconde na of ze die wel zal aantrekken. Ze reageert heel natuurlijk en bewijst hiermee dat ze, ondanks sommige vermoedens, geen lopende-bandwerk levert. Zij en haar band zijn gewoon goed in hun vak. Caro Emerald leeft op het podium.
CIJFER: 8 door Fiona Fortuin (
3voor12-VPRO) / Video: Ebre Ber (Youtube)
In één woord: Chiquemensenjazz
Plus: Jarenvijfigjazz door mensen in chique pakken en een dame met witte pumps en handschoenen; jawel: Caro Emerald is de antithese van drek- en rauwdauwerswerk op festivals. Wat een stem, wat een band; alles klopt, met klasse en verve. Alles in het teken van het liedje en daar heeft Emerald er een karrenvracht van. Een volle tent eet uit haar hand en zij lacht elegant en lieftallig. En zo vergeet je bij de bevallige Caro Emerald op slag de akoestische milieuramp die Destine heet.
Min: Wat nou een tent en een belachelijk volume? Vrijwel onversterkt in een rokerige jazzbar alsjeblieft bij de volgende keer. Komt niet, nooit meer. Caro Emerald stoot door naar de Bijlmerse bierhal. Schande en zonde; jammer.
Opmerkelijk: Chique dame, chique band, chique muziek en dat op een festival waar normaliter regen, modder en oksellucht regeren; het kan verkeren.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Biffy Clyro
MUZIEK: Redelijk intense, strakke nu metal, core met veel breaks, citaten uit twee decennia gitaarmuziek, aangedikt met extra emo-pathos. Het bonte geheel boet aan kracht in door poseursgedrag, maar staat wel.
PLUS: Biffy Clyro mag dan wat softer opereren sinds de vierde cd, doorbraakalbum Puzzle, maar de Schotse band is gelukkig niet alle wilde haren verloren. De groep experimenteert nog altijd met complexe songstructuren, manische tempowisselingen en een bij vlagen onnavolgbare ritmiek. Muzikaal zit Biffy best goed in elkaar, de band is in ruim tien jaar ook akelig strak geworden. En je kan zeggen wat je wil, het is razend knap om in één minuut van stoere-mannencore naar slappe kiddiepunk te gaan. Wat Neill ook doet, theatraal op z'n lelijk volgetatoeëerde rug liggen zingen of "dank joe wel" zeggen, het publiek reageert ovationeel. In het slot van de set geeft Biffy gas en de bezoekers nemen de uitnodiging aan, wat zelfs tot enig - security verhoede - crowdsurfen leidt.
MIN: Met een bandnaam die aan een tienerserie over vampiers of aan een vlezige snack doet denken, moet je een bepaalde doelgroep voor ogen hebben gehad. Het verhaal dat het staat voor "Big Imagination For Feeling Young 'Cos Life Yearns Real Optimism" is volstrekt ongeloofwaardig immers. Zodra Biffy Clyro begint denk je met een nu metalcore band te maken te hebben, maar dan trekt zanger Neill alle registers open, en weet Kurt Cobain in z'n Bleach-fase nog te overschreeuwen. Alleen is Neill eerst nog niet zo bij stem, hij schakelt soepel door en het zeurderige emo-idioom gaat hem al beter af. Even later doet hij een puike Matthew Bellamy-imitatie en laat de band horen dat de shows met Muse ook op het bandgeluid zijn afgestraald. Biffy heeft ook een QOTSA-song paraat en ook nerdy American college rock, nu metal, punk en de emo-voorbeelden komen voorbij. Het is kortom nogal veel hak-op-de-tak en weinig eigen gezicht.
CONCLUSIE: Biffy Clyro weet geregeld te verrassen met even plotse als brute wendingen en is dan ook beter te genieten op het podium dan op het commerciëler uitgekookte vijfde album van vorig jaar. Aan de andere kant blijf je op de geluidsdrager verstoken van dat irritante aanstellersgedrag van Neill, die zelfs zijn pedalen parmantig indrukt. De groep etaleert een onstilbare kopieerzucht, maar heeft daarmee wel het materiaal en de potentie om een groeiende publieksschare aan te spreken. Rare jongens die Schotten, wij hadden ze graag in 2005 aan het werk gezien.
CIJFER: 6 door Ingmar Griffioen (
3voor12-VPRO)


Editors
MUZIEK: Na het monumentale album An End Has A Start was Editors eigenlijk een beetje klaar. Het grote gitaargeluid tot in de perfectie uitgevoerd, vijf hits erbij. Over en sluiten. Het ergste wat een band kan overkomen als je show 'degelijk' genoemd wordt. Met het derde album In This Light And On This Evening moest een stap gemaakt worden. Het werd een sprong in het diepe. Het leek wat geforceerd: alle gitaren de deur uit, synthesizers erin. Het album werd wisselend ontvangen, maar op Pinkpop blijkt dat er genoeg goed materiaal op stond om de set net wat spannender te maken.
PLUS: Het titelnummer van dat derde album bijvoorbeeld, vanmiddag set-opener. Een langzame, zwart romantische synthsong, die pas na een minuut of drie open knalt. Of Bricks and Mortar, met een vreemde-samples-solo. Of de nieuwe single Eat Raw Meat = Blood Drool, een typisch voorbeeld van Tom Smiths voorliefde voor sinistere, filmische beeldspraak. Het is een song die echt de diepte in gaat, om op een fenomenale manier terug te keren naar de hook. Er zijn mensen die Editors een klinische band vinden. Dat komt vooral door de akelige perfectie waarmee de band speelt. Begrijpelijk, maar wie goed oplet kan ook genieten van de nerveuze trekjes van de frontman. Die zijn echt, hooguit wat uitvergroot. Voor een festivalset van een uur heeft de band inmiddels meer dan genoeg goede songs, netjes afgewisseld per album.
MIN: Eén nummer kent duidelijk bijna niemand op het Pinkpopveld, No Sound But The Wind, een liedje van de Twilight Saga soundtrack. Het is het enige echte inkakmomentje, ook omdat Tom Smith het in zijn eentje op de piano speelt. Direct daarna zet hij wel Smokers Outside A Hospital Door in, nog altijd de grootste hit met de meeste dynamiek. Voor de rest speelt de band juist opvallend stuwend. Die pyro bij slotsong Papillon past eigenlijk niet zo bij Editors. Want hoewel Tom Smith het grote gebaar in de vingers heeft, is hij alles behalve een volksmenner. Dat is ergens wel jammer, want zo pakt de band niet gemakkelijk het hele veld in.
CONCLUSIE: Hoe sterk dat tweede album ook was, Editors kwam niet af van het verwijt dat het stijlen kopieerde en dat alle liedjes op elkaar leken. Dankzij de nieuwe plaat zijn we daar nu vanaf. Van alle bands die teruggrijpen op het massieve geluid van de donkere jaren tachtig is dit op het moment de overtuigendste. Interpol is zo langzamerhand op een zijspoor gekomen, ons eigen Moke wordt door Editors in één hap opgegeten, met huid, haar én Metropole Orkest.
CIJFER: 8 door Atze de Vrieze (
3voor12-VPRO) / Video: XComuth (Youtube)
In één woord: Sombermansrock
Plus: Editors is groot in Nederland en ook zo ongeveer alleen hier; althans op het formaat van succes dat de band hier ten deel valt. Galmende sombermansrock die tegenwoordig met synths wordt opgesmukt: Editors heeft er genoeg hits van om een compleet uur op Pinkpop mee te vullen. Er zit welgeteld één inkakmoment in de set wanneer een nieuw nummer van een soundtrack gespeeld wordt. Dat kent namelijk niemand, maar alle andere nummers, kent dan ook letterlijk iedereen. Qua toonzetting en onderwerp mag Editors dan duisterig klinken, de band weet hoe je een anthem moet schrijven, deelt die niet zuinigjes uit en speelt een op voorhand gewonnen race die grote delen van Pinkpop vrolijk weet te stemmen.
Min: Zanger Tom Smith draagt heel Editors alsof zijn leven ervan afhangt. Vuur spuwen met stembanden en ogen, natuurlijk. Maar Tom Smith heeft niks te vertellen. Het is een gewone jongen met een gewoon leven die een beetje van donkere muziek en films houdt. Doorleefd is het niet en wordt het niet, daarvoor heeft Smith niet genoeg meegemaakt en dus blijft hij hangen in platitudes en gemeenplaatsen; zonder verhaal.
Opmerkelijk: Vuurzuilen aan het eind van de set? Dat heeft Editors toch helemaal niet nodig?
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

2 Many DJS
MUZIEK: De Vlaamse gebroeders Dewaele draaien werkelijk alles. Ooit begonnen als grap is 2 Many DJs sinds de start van dit millennium uitgegroeid tot de grootste naam in het mashup dj'en. Subtiele opbouw of wiskundige mixen zijn niets voor David en Stephen. Het liefst klooien ze met keiharde breaks, cuts, flanger en het wegdraaien van de bassen om ze er stronthard weer in te pleuren. Het klinkt als ordinaire kinderdisco, maar wat 2 Many DJs doet, doet het goed en uiterst effectief.
PLUS: Radio Soulwax heet het overkoepelende feestmerk waar naast 2 Many DJs ook hun band Soulwax onder valt. Met een heuse transistorradio komt Stephen quasi-nonchalant het lege podium oplopen. Hij draait aan de tuner terwijl broertje David backstage de ruisende kanalen digitaal opfokt. Dan schuiven in modieus rode overalls geklede roadies de dj-setup het podium op. In de minuten erna bouwen diezelfde rode smurfen een complete lichtset en decor om de twee broers. Het doet aan als een van de 'One-Minute Sculptures' van Erwin Wurm uitgevoerd door de band Devo.
Na Chemical Brothers' Hey Boy Hey Girl landt er een volle halve liter bier midden op de dj-booth. Beide artiesten zitten helemaal onder het gerstenat, maar herstellen zich met een handdoek en de eigen remix van Gossips Standing In The Way Of Control. De tent is te klein, Zombie Nations Kernkraft 400 komt langs en MGMT's Kids maait iedereen omver. Het publiek is uitzinnig, duizenden vuisten gaan de lucht in, honderden liters bier en zweet stijgen op. Een dame op een opblaasband surft over de massa. Dan ruimen David en Stephen wat ruimte in voor minder hak-op-de-tak, maar een coherente twintig minuten techhousefidgetelectro (?) zonder vocalen en abrupte breaks. Het is minder herkenbaar, maar niet minder heet. David gooit er rustig wat belachelijke beats in waar hardcore-dj Buzz Fuzz jaloers op zou zijn. Zelfs Sidney Samsons Riverside past in de set van 2 Many DJs. Justice komt langs, Prodigy's Out of Space. Joh als het aan deze heren ligt, gooien ze de hele Pinkpop line-up in de mix.
MIN: 2 Many DJs is net zo populistisch en effectief als Geertje Wilders. Maar dat is natuurlijk heel knap en in de muziek heel wat minder kwalijk dan in de politiek. Het gaat misschien in beide gevallen nergens over, het werkt wel. De gebroeders Dewaele for president. Jammer alleen dat deze set, op Riverside na, geen recente muziek kent. Dit had ook drie jaar geleden gedraaid kunnen worden. Nu is het verhaal van Wilders ook niet nieuw, maar hij verft in ieder geval nog zijn haar. De dj's zoeken duidelijk nog naar de nieuwe ontwikkelingen in de populaire dansmuziek na het Justice/Boys Noize fidget tijdperk.
CONCLUSIE: Alsof het een direct lijntje hebben met elk individueel kronkelend lijf, pakt 2 Many DJs iedereen bij de kladden en schudt elke bezoeker los. Hoe simpel het soms lijkt, het is enorm knap hoe deze twee Vlamingen vanaf de eerste track iedereen bij de les houden en de bovenstukjes uit krijgt. Blote basten en bikini's: de gebroeders Dewaele zetten aan tot zweterige tienerseks, iets wat dit festival op dag twee prima kon gebruiken. De show eindigt stijlvol met Joy Division's Love Will Tear Us Apart en twee blazende confetti-kanonnen. De broers kennende wisten ze dat onlangs de dertigste sterfdag van voorman Ian Curtis was. Dat maakt deze drive-in-show zo aantrekkelijk: dat het allemaal uit liefde voor muziek komt. En natuurlijk de liefde voor het slopen van een zaal. Een mooie combinatie.
CIJFER: 8 door Erik Zwennes (
3voor12-VPRO) / Foto rechts: Caesar Sebastian

In één woord: Popquiz
Plus: Een grap; zo begonnen de Dewaelebroertjes ooit met het mash-upproject 2 Many DJs. Een grap is het gebleven en de lompe koppeling van krakers uit de hele muziekgeschiedenis en beats van heinde en verre laat ook jaren voorbij de eigenlijke uiterste houdbaarheidsdatum nog de handen en masse de lucht in gaan. De Belgen grijpen Pinkpop bij de lurven en de kladden en schudden de ene na de andere climax uit de losse pols.
Min: Is dat nu schimmelvorming die we horen? Is de koelkast van 2 Many DJs langzaamaan een 'science project' geworden? Komaan: het concept is zelf al dunnetjes; het vertoont nu ook nog sleetse plekken. Dat wordt verergerd doordat er nauwelijks muziek van na 2007 in de set verwerkt wordt. Oude wijn door oude zakken dus. Voordat 2 Many DJs naar ontbindingslucht gaat stinken, is het hoog tijd de noodzakelijke updates te installeren.
Opmerkelijk: Als je de mash-ups niet uit elkaar kunt trekken als een popquizzende Leo Blokhuis biedt 2 Many DJs uitkomst door de artiesten op groot scherm op het podium te projecteren. Snapt de man met het T-shirt waarop te lezen valt: "Ik ben geen gynaecoloog maar ik wil best even kijken" ook welk plaatje er draait.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

John Mayer
MUZIEK: John Mayer heeft een hese, soulvolle stem. Daar zingt hij bluesgeoriënteerde liedjes mee die in Amerika vrijwel allemaal hits zijn. Getuige het meisjeslegioen bij het 3FM-stage is John Mayer ook hier te lande een hit. Zijn liedjes waar echo's van Eric Clapton, Bon Jovi met een bluesobsessie en Mark Knopfler in doorklinken, blinken vooral uit in veilige gitaarvirtuositeit en net iets te grote metaforen. Vooral over de liefde, meestal voorgesteld als een oorlog bij het vallen van de zon. John Mayer is ook de man die zijn ex Jessica Simpson 'a sexual napalm' noemde.
PLUS: John Mayer verkocht al zeventien miljoen cd's alleen in Amerika, verzamelde zeven grammy's, en heeft een indrukwekkend lijstje blonde ex-vriendinnen (waaronder Jessica Simpson, Jennifer Aniston, en Cameron Diaz). Toch lijkt hij niet op de meeste vrouwenverslinders die wij kennen. John Mayer is namelijk verdomd rustig, onderkoeld bijna. De Amerikaan doet niet aan een grootse podiumpresentatie. De enige keer dat hij iets van beleving toont is wanneer hij aan het einde van de show een gitaarsolo achter zijn rug speelt en daarna vanaf de podiumvloer zijn gitaar tot grote hoogtes brengt. Met een sobere podiumpresentatie, een gezichtsloze (maar steengoede) band en zonder hits als Daughters kost het John Mayer geen enkele moeite het veld mee te krijgen. Naast ons viel zelfs een meisjes flauw.
MIN: De cameraman kan er geen genoeg van krijgen. Steeds vind hij wel weer een meisje dat volkomen euforisch meezingt, bij voorkeur op de schouders van haar vriend. Ook vaak te zien: mensen die een hartje maken met hun handen, meisjes die bijna moeten huilen van geluk en John Mayer zonder enige uitdrukking op zijn gezicht. Wat zou John Mayer eigenlijk voelen bij zoveel adoratie? Misschien wel niks. Uit zijn liedjes gutst niet bepaald een stroom aan authentieke emoties, uit zijn muziek niet overdreven veel artiestieke ambities. John Mayer kan gitaar spelen, verrekt goed zelfs, maar dat kan Mark Knopfler ook.
CONCLUSIE: Eigenlijk zou John Mayer een soort Dave Matthews Band moeten zijn. Groot in Amerika, maar te Amerikaans om ooit echt succesvol te zijn in Europa. Er is echter een groot verschil: John Mayer is lekker, heeft een hese stem en zingt keurige radiovriendelijke liedjes over de liefde. Waarschijnlijk zien we John Mayer in de toekomst nog wel terug. Op Mainstage, voor een zee gelukkige vrouwen.
CIJFER: 5,5 door Fiona Fortuin (
3voor12-VPRO) / Video: Freefallhere (Youtube)/ of hier voor compleet concert op youtube
In één woord: Bakvissenzomerhitmuziek
Plus: Mayer verspreidt zijn hits netjes over de set en begint zo al vroeg met 'Heartbreak Warfare', zijn laatste single. Daarmee voldoet hij ruimschoots aan de verwachtingen van de vele schreeuwende en luidkeels meezingende bakvissen die tegen het hek gedrukt staan. En het brengt ook wel een mooi love, peace & happiness-gevoel met zich mee. Met het grootste gemak en schijnbare nonchalanche speelt Mayer een variatie aan gitaarsolo's en laat daarmee zien een van de betere gitaristen van het festival te zijn. En die liedjes, ach, die speelt 'ie gewoon even lekker weg.
Min: Na een tijdje neigt het concert naar belegen rock en easy listening. Mooie liedjes hoor, maar je moet er wel de ogen van Mayer bij zien en zijn solo's op waarde kunnen schatten. Anders is het na een nummer of vijf echt wel genoeg.
Opmerkelijk: Er staan ook jongens te schreeuwen voor het podium. Blijkbaar trekt Mayer niet alleen jonge meisjes aan.
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper

Greenday
MUZIEK: Probeer je de videoclip van Long View uit 1994 voor de geest te halen, een nummer van Greendays succesvolste album Dookie. Zanger Billy Joe staart verveeld naar een televisiescherm, roert met de traagheid van een scootmobiel op de snelweg de boter door de pan. In zestien jaar tijd is er niet veel veranderd. Rechterbeen voor de linker, een ferme zwiep aan de gitaar of gewoon keihard raggen. Dat is Green Day, nog altijd. De punkrockband uit 1987 doet niet aan een hopelijk financieel injecterende reùnie. Deze band neemt genoegen met wiet uit - ik quote - de capital van de marihuana en is steady as ever. Ooit begonnen Joe, bassist Mike Dirnt en Tré Cool de band. Ze ontwikkelden zich tot een van de bekendste punkrockbands van de twintigste eeuw, hebben Destine leren gitaar spelen en zijn sindsdien nooit van elkaars zijde geweken. Behalve het verstrijken van de jaren is er natuurlijk ook muzikaal wel iets veranderd. De band is misschien persoonlijk blijven hangen in de eeuwige puberteit, maar muzikaal zijn Billy en co zowaar de richting van rockopera opgeschoven, serieuzer, vergelijkbaar met The Who, met bijbehorende gitaarsolo's en een rijker geluid. Het conceptalbum American Idiot uit 2004 werd de comeback van de band en kreeg een musicalvertaling op Broadway. Dat de musical met zekere gemengde gevoelens werd ontvangen, zal het publiek op Pinkpop een zorg zijn. Negentig procent daarvan heeft waarschijnlijk nog nooit een voet op die lange New Yorkse straat gezet.
PLUS: Billy Joe wijst naar een jongen in het publiek. De beveiliging tilt hem over het hek. Hij mag meezingen. Billy Joe wijst een jong meisje aan in het publiek. Ze wordt het hek over getild, stapt de trap op en mag meezingen. Joe fluistert in haar oor, ze valt ineens neer. En toen was er vuurwerk. Joe haalt een supersoaker te voorschijn die T-shirts schiet. Een meisje mag tweederde van Basket Case zingen, iedereen in het publiek gaat uit zijn dak. En toen was er vuurwerk. Hoe vaak zal Green Day deze show zo opvoeren? Elke keer dat ze op het podium staan? Vast. Maar zoals ze het doen, doen ze het geweldig. Na al die jaren weet Green Day nog altijd zoveel energie uit elkaar en uit het publiek te halen, dat zelfs de punkveteraan die, zoals hij letterlijk zei, er ´niets punk meer aan´ vindt uiteindelijk uit volle borst keihard meezingt. Green Day grijpt je zelfs als je het niet wilt naar de strot. Het is die fucking niet verleerde punkrock attitude die je vertelt godverdomme hun zin te doen en anders rot je maar op, maar dan vermengd met de degelijkheid van stadionrock. Want beleefd blijven we wel. Het begin van de lange show bestaat grotendeels uit hun rockoperasongs, maar werkt gestaag naar de good old klassiekers. Zoals blijkt, naast de punkrockveteranen zingen ook de meisjes met beugels deze mee.
MIN: Het is 22.10 uur. Green Day veroorlooft zich een speelkwartier. Drummer Tré Cool trekt een beha over zijn shirt aan en doet een pruik op. Ze stampvoeten, gaan liggen op de grond. Joe maakt neukbewegingen tegen de vloer. De ene cover volgt op de ander, noem het een medley, maar liever kolderiek, clownesk, ongein. Dit is waar Green Day een stap te ver gaat en ongeloofwaardig wordt. Gelukkig revancheert de band zich, door verder te gaan met 21 Guns, een van de betere nieuwe Green Day nummers.
CONCLUSIE: Teleurstelling was af te lezen op de gezichten van vele mensen nadat de programmering van Pinkpop 2010 werd bekend gemaakt. Leven we werkelijk in de 21ste eeuw en niet in de jaren negentig? Grote namen prijken op de affiche, maar precies zij bezitten oud bloed. Green Day is er een van. Maar vanavond heeft deze band bewezen waarom zij belangrijk zijn, nog altijd. Jonge meisjes staan in het publiek, hun armen ondergekalkt met de naam van de zaterdagafsluiter. Dertigers springen hoger dan ze ooit tijdens een potje basketbal zullen doen. Green Day maakt van Pinkpop een collectief, brengt herinneringen van jong en oud naar boven. Herinneringen waarin de band zelf de eeuwige jeugdige God is, de American dream leeft. En toen was er vuurwerk.
CIJFER: 8,5 door Fiona Fortuin (
3voor12-VPRO)

In één woord: Punk?
Plus: Jawel, twee uur wil Green Day spelen en twee uur mag Green Day spelen. Het wordt zelfs meer; maak daar maar een halfuur meer van. Nu eens geen moetje van een dik uurtje en dan een laffe toegift, maar gewoon opkomen, twee uur knallen en dan pas wegwezen om terug te komen voor een ellenlange toegift. Green Day is de diesel van de punky rock, heeft even nodig om op stoom te komen, maar jakkert vervolgens als een ware 'stayer' door totdat het Duracellbatterijtje leeg is. Fijn ook zo'n lange set, want zo kan de charmante band (ze halen tig fans het podium op om een mopje mee te zingen) het jonge publiek bedienen met nieuw werk en de oude knarren laten terugdenken aan tijden die nooit weerkomen bij het meebrullen van een 'Basket Case' of 'Longview'.
Min: Dik twee uur Billie Joe en co in de hoogste versnelling; het wordt op den duur aardig vermoeiend, zeker wanneer een potpourri aan onwelriekende covers afgedraaid moet worden. Humor is een sterke troef van Green Day; dit is meligheid.
Opmerkelijk: Meer vuur en hardere knallen dan Rammstein; hoe punk!
Bron: kindamuzik.net door Martijn Kuijpers en Sven Schlijper